Een triple bill met vuige gitaarbands op een hete zomeravond. Dat belooft spektakel, zeker wanneer het immer in de achtste versnelling spelende Zeke de avond mag afsluiten. Sinds 1992 maakt de band podia onveilig met verschroeiend harde en snelle punkrock in de beste Motörheadtraditie. Uiteraard gelardeerd met teksten over seks, drugs, rock-‘n-roll, snelle motoren en auto’s. Zeke had dan ook prima op het in dezelfde periode gehouden TT-festival in Assen gepast, maar dat evenement kiest liever voor een veilige programmering zodat alleen Vera wordt aangedaan.
De zaal is al aardig gevuld voor het Groningse trio Evilcentric [foto hierboven], dat een halfuurtje geraffineerd schakelt tussen onder meer elementaire jarenzeventigpunk en metal uit diezelfde periode. Het levert bij vlagen logge, maar boeiende elementaire rock op, mede veroorzaakt door de fraai verweven gitaarspinsels van oer-Veraan Dik Smid. De schreeuwzang van bassist en zanger Stephen valt prima op zijn plek, maar het is drummer Reinee die de meeste aandacht opeist met complexe, snelle metalfills en straf gebruik van de dubbele bassdrum. Een moshpit aan het eind van het optreden is het terechte deel voor Evilcentric.
Na een snelle podiumverbouwing is het de beurt aan Rough Gutts [foto’s hierboven en hieronder], een stel bont uitgedoste stripfiguren uit het Britse Brighton and Hove dat zichzelf op het podium niet al te serieus lijkt te nemen. Het vijftal maakt snelle punkrocknummers die af en toe tegen pop en garagerock aanschurken, met teksten over dagelijkse beslommeringen die energiek voor het voetlicht worden gebracht. Uitschieter is een hecht gespeelde cover van Motörheads ‘Iron Fist’. Rough Gutts geeft een onderhoudend optreden, waarbij de nummers onderling wel enigszins inwisselbaar zijn.
Het geluidsvolume is stiekem tot randje pijngrens opgevoerd wanneer Zeke [openingsfoto, foto’s hierboven en onder] uit de startblokken schiet met compromisloze hardcorepunk die het ondertussen aardig talrijk aanwezige publiek meteen in beweging krijgt. De straf maar ook ontspannen drummende Donny Paycheck is keer op keer de aanjager van alweer een pijlsnelle beukpunkklassieker als ‘Let’s Get Drugs’ of ‘Mountain Man’. Zanger, gitarist en boeventronie met schuurpapieren stem Blind Marky Felchtone lijkt het naar zijn zin te hebben met bijpassende, supersnelle schreeuwzang. Totdat de geluidsman ervan langs krijgt, want de afstelling van de gitaar zint Paycheck niet.
Gelukkig is het snel opgelost en druipt het zweet alweer van de muren in de loeihete Grote Zaal van Vera. Het weerhoudt het publiek er wederom niet van om de tomeloze energie van de muziek te botvieren in nietsontziende moshpits. Wanneer iedereen even op adem kan komen in een nummer op midtempo, blijkt dat het viertal geen punkoogkleppen opheeft. Zeke heeft op die momenten wel degelijk oog voor melodie en ijzersterke riffs. Na veertig minuten is de tank logischerwijs leeg, maar Zeke komt nog terug voor een toegift waarin zowel publiek als band nog één keer alles geeft. Daarna rest slechts het zweet van het vege lijf vegen, want Zeke schopte ongenadig kont.