Metal- en punkfestival Pitfest verhuisde dit jaar, onder andere vanwege logistieke redenen, van Erica naar Emmen. Van vrijdag tot en met zondag is het drie dagen extreme muziek onder de rook van het stadion van FC Emmen. Make a Fuzz is twee dagen aanwezig, te beginnen met de muzikaal zeer gevarieerde zaterdag.
Door André Rozendaal (tekst en foto’s) en André Schröder (foto’s)
Voor het Arnhemse Lifelong (foto hierboven, AR) breekt vandaag het allerlaatste optreden aan, en dan is Pitfest geen verkeerde gelegenheid om dat te doen. De Punkholtent is na lunchtijd aardig gevuld voor spierballensludge/doom, met maar liefst drie gitaristen. Toch is het een prettige groove die de boventoon voert in het granieten geluid. De zang van Robin J. is niet op elk moment even zuiver, en niet elke song is even onderhoudend. Ondanks een gebroken gitaarsnaar blijft er genoeg lawaai over voor een waardig afscheid.
De Belgen van Brutal Sphincter (foto hierboven, AR)hebben hun bandbanner doodleuk op de kop gehangen op het Ellertpodium. De brutal death metal is eveneens tegendraads met twee guttergruntende zangers, teksten over bijvoorbeeld Anders Breivik en veel lage tonen in het geluid. Hoewel er voorzichtig een circlepit ontstaat voor het podium en de band prima staat te spelen, beklijft de muziek op dit vroege tijdstip van de dag toch niet helemaal.
Azijnpisser (foto hierboven, AR) is een band uit Eindhoven en maakt jarentachtig-hardcorepunk in de lijn van Dead Kennedys en Discharge. De zangeres heeft veel weg van punkdichteres Diana Ozon, ook in die tijd furore makend. Met een brute strot zingt ze vast niet over de afwas, en beweegt ze furieus over het podium. De zaagtandriffs van de gitaristen cirkelen onversneden en op ramkoers rond de tomeloos energieke drums. Met zoveel energie maar vooral branie voor je neus ontstaat natuurlijk een gezellige moshpit. Azijnpisser is een vroeg hoogtepunt van Pitfest.
De Zwitsers van Messiah (foto hierboven, AS) ogen als een stel mad professors. Niet verwonderlijk, want de grijzige Zwitsers zijn al sinds halverwege de jaren tachtig actief als thrashmetalband. Het uiteraard hard afgestelde geluid is prima in balans zodat de freakerige uitstapjes in gitaardynamiek prima tot hun recht komen. Het rauwe stemgeluid van R.B. Broggi is waar het om draait bij Messiah, tezamen met de vuige oerrockgeluiden van de gitaren, zeker wanneer het tempo van de nummers omhoog gaat. Bij teksten over ijstijden breekt de zon door boven het dreigend bewolkte Pitfestterrein. Er zijn bands die het voor minder zouden doen.
De eerste Australische band op Pitfest ooit is Harlott (foto hierboven, AS) uit Melbourne. De formatie speelt razensnelle thrashmetal die laveert tussen Slayer en Zeke. Zanger Tom Richards zingt met schuurpapieren stem zo snel dat het bijna rappen wordt, met teksten over oorlog en religie. Daarnaast weet hij het enthousiaste publiek tot een flinke moshpit op te hitsen. De gitaarriffs zijn verrassend melodieus en tijdens breaks behoorlijk inventief, zodat saaiheid voorkomen wordt. De rookmachine maakt de boeiende show helemaal af.
De onverwachte festivalontdekking van de dag is zonder twijfel het Amerikaanse Full of Hell (foto hierboven, AS), dat op plaat wel goed maar niet heel onderscheidend klinkt. Op het podium heeft de band geen oogkleppen op in een waanzinnige muzikale draaikolk van doom, grindcore, crossovergitaren of de struikelsongstructuren van The Dillinger Escape Plan. Om maar eens wat te noemen. De vocalen van frontman Dylan Walker gaan van hiphop naar ijzige oerschreeuwen, met als gemene deler: een overstuurd zanggeluid. Ondertussen heeft hij ook nog tijd om met knoppengedraai de nodige noise op het publiek los te laten. Full of Hell denkt niet in hokjes, maar sloopt ze. Het gevolg is een verschroeiend goed optreden.
Bij Dwarves (foto hierboven, AS) ontwaren we zowaar Nick Oliveri, gewezen enfant terrible van Queens of the Stone Age. Op basis van het verleden van Dwarves, met een hoop heisa op het podium en in scène gezette moorden op bandleden, past de bassist hier prima tussen. In de Brammert-tent van Pitfest kachelt de punkrock van Dwarves lekker door, maar echt spannend wordt het niet. En daar kunnen teksten met oneliners en songtitels als ‘Let’s Fuck’, ‘Get High’ of ‘Punk Sluts of the USA’ weinig aan veranderen. Toch neemt de band zichzelf niet al te serieus en dat is – zeker op een festival als Pitfest – ook wat waard.
Getooid met guillotinemaskers oogt Midnight (foto hierboven, AS) een stuk serieuzer. Het trio uit Cleveland, Ohio speelt black-‘n-roll, een omschrijving voor een amalgaam van blackmetal en rock-‘n-roll. In het begin is het niet spectaculair wat Midnight laat horen, met enigszins voorspelbare gitaarriffs. Naarmate het optreden vordert, neemt de formatie je echter steeds verder mee in een giftige maalstroom van powerriffs, rauwe primaire zang en hamerdrums. Waarbij platen als Orgasmatron van Motörhead of Master of Puppets van Metallica in sneltreinvaart voorbij lijken te komen. Het publiek pruimt dit muzikale digestief uitstekend zo vlak na etenstijd, want de crowdsurfers zijn niet aan te slepen.
Tijdens de optredens van Motörhead was gitarist Phil Campbell (foto hierboven, AS) al een mysterie, want had hij het nou naar zijn zin of niet? Met Nick Oliveri toekijkend vanuit de coulissen is hij met zijn eigen band Phil Campbell & The Bastard Sons nog even stoïcijns, zelfs wanneer er alleen maar Motörheadsongs op het menu staan. Ondanks een crowdpleasende zanger en een geluidsvolume waar wijlen Lemmy om zou lachen, geeft de band een hechte en zeer geïnspireerde bloemlezing uit het omvangrijke Motörhead-oeuvre. Met als uitschieter een met prachtige samenzang opgeleukte punkrockuitvoering van Hawkwinds ‘Silver Machine’.
Het geluid in de Brammert-tent staat nogal overstuurd afgesteld tijdens de eerste nummers van Rudeboy Plays Urban Dance Squad (foto hierboven, AS). De songs komen daardoor harder dan ooit over, maar de nuance gaat verloren. En dat was toch waar Urban Dance Squad het in de hoogtijdagen van moest hebben. Uiteindelijk valt alles toch op zijn plek wanneer DJ DNA zijn gram haalt in geweldige versies van ‘Grand Black Citizen’, ‘Happy Go Fucked Up’ en afsluiter ‘Bureaucrat of Flaccostreet’. Rudeboy kan nog steeds niet stilstaan en sluit af met een hilarische imitatie van Ian Curtis, waarmee het venijn in de staart zit.
Wanneer de duisternis invalt, is het tijd voor Mayhem (bovenste foto en foto hierboven, AS), de grootste naam van de dag en een van de grondleggers van de vroege blackmetal. Op een stemmig roodverlicht podium deelt de van oorsprong Noorse band het optreden in drie gedeeltes op. Tijdens de eerste episode trekt Mayhem nog niet heel fel van leer met aan onder andere thrashmetal gelieerde nummers, waarin Attila Csihar zijn vocale kwaliteiten toont in hoge tonen, operazang en natuurlijk loodzware krochtenvocalen. Al evenveel indruk maakt menselijke drummachine Hellhammer in duizelingwekkende tempo’s. Schedels, stroppen en botten komen op het podium voorbij in het tweede, meer dramatische deel waarin de band in habijten gekleed gaat. Voor zover je hier bij Mayhem van kan spreken, krijgt het concert wat meer lucht in het afsluitende deel met zelfs wat punkrock. Mayhem geeft een professionele maar daardoor des te meer indrukwekkende show.
Na een lange en enerverende dag op Pifest zou Madball (foto hierboven, AS) ver na elven best wel eens een verplicht nummer kunnen worden. Hoe anders is het wanneer de tent in een mum van tijd verandert in een kolkende pit waarin de stagedivers af en aan vliegen. Het lijkt wel 1995 qua sfeer en energie, een jaar waarin Madball zijn New York hardcorepunk ook al in stad en land speelde. De tegenwoordig langharige en druk over het podium benende zanger Freddy Cricien heeft nog niets aan charisma en vocale zeggingskracht ingeboet, en weet met de juiste woorden het publiek nog verder op te zwepen. De scherp groovende gitaarlijnen, het uitstekende geluid en de pakkende tempowisselingen van drummer Mackie Jason maken het verpletterende optreden helemaal af.
(Onderstaande foto: AS)
Bezoekers uit vele landen vonden hun weg naar het knusse festivalterrein in Emmen. Wellicht een beetje té knus, want het Punkhol-podium ligt vrijwel naast het hoofdpodium. Zo kon het gebeuren dat tijdens het drukbezochte en stomende optreden van de Drenthepunkers van Skroetbalg het geluid van het tegelijkertijd optredende Mayhem dat van het in sneltreinvaart spelende Skroetbalg af en toe overstemde. Met een ijzersterke programmering en een relaxte sfeer is Pitfest niet meer weg te denken als festival voor metal- en punkliefhebbers. Daarnaast doet Pitfest niet mee aan hip festivalgedoe: je kunt nog gewoon met muntjes betalen en het eten hoeft niet uit driegangenmenu’s met belachelijke prijzen te bestaan. Het festival behoudt hiermee zijn charme, waarmee Pitfest een goedbewaard Nederlands festivalgeheim is.