De vier Amerikanen van Zeke komen het podium opgelopen:
“WE’RE ZEKE!”, is de overduidelijke aankondiging.
“WAIT…WAIT…WAIT…ONE TWO THREE FOUR!”, en de band zet het nummer ‘Drunk’ in:
“SATAN ON THE LEFT OF ME / ANGEL ON THE RIGHT / WENT TO THE OFF RAMP AND / GOT INTO A FIGHT / IT’S MY LIFE / TAKE ME OUT’ / I’M DRUNK”.
Minder dan een minuut later is de song al afgelopen, en zet Zeke de volgende beuker op astronomische snelheid in. Vele nummers later is er voor het eerst een adempauze voor de band. En als je dan toch een adempauze neemt, waarom zou je er dan geen rock-‘n-roll-pose van maken? Tussen het spelen door houden de bandleden de gitaar en bas hoog in de de lucht, met onverschrokken gezicht. De drummer met de beste bijnaam ooit, Donnie Paycheck, lijkt helemaal geen pauze nodig te hebben. Als een op hol geslagen atoomklok houdt hij het moordende tempo van de songs netjes op peil.
“NOBODY GONNA TAKE MY CAR / I’M GONNA RACE IT TO THE GROUND / NOBODY GONNA BEAT MY CAR / IT’S GONNA BREAK THE SPEED OF SOUND” (uit het nummer ‘Highway Star’).
Er is snelheid, en er is de overtreffende trap van snelheid genaamd Zeke. Dat het viertal zich de setlist kan herinneren, is op zich al een wonder te noemen door het hoge aantal nummers dat de formatie speelt. Sommige voegen ze zelfs samen, en speelt de band direct na elkaar, omdat ze apart te kort zouden zijn. Zanger en gitarist Blind Marky Felchtone speelt de meest gestoorde gitaarriffs en rock-‘n-roll-solo’s, en nog uitstekend in de maat ook. Het is alsof rock-‘n-roll en punk elkaar in de muziek van Zeke proberen af te troeven. De intensiteit van het geluidsgeweld dat Zeke produceert, zwelt zo alleen maar verder aan.
Er zit verder weinig bedoeling achter de muziek van Zeke. Het viertal trekt zich totaal niks aan van mode of verplichtingen. Met hun liedjes over seks, drugs en rock-‘n-roll spelen ze overal waar ze maar kunnen spelen. De band is hierin meester geworden: in het Paard in Den Haag laat Zeke een überstraffe, totale geluidsaanval op het hondstrouwe publiek los. Een publiek met daarin – jawel – een aantal hanenkammen met bekalkte leren jassen.
“EVIL DEAD / EVIL DEAD / EVIL DEAD / YEAH / OOOH / ARGGHH” (uit het nummer ‘Evil Dead’).
Na amper een uur is het voorbij, het had ook niet langer hoeven duren. Toch komt de groep nog even terug voor een toegift. Waarschijnlijk passen er meer Zeke-nummers in het tijdsbestek van het uitlezen van deze recensie, dan in de toegift. Zo kort is die.