In 2019 was Fontaines D.C. een van de hoogtepunten van festival Eurosonic in Groningen. Het vuurtje ging al rond dat dit bijzonder moest zijn, want de rij voor Vera ging bijna door tot aan de Grote Markt. Melodie en grimmigheid waren perfect in balans, door het constante schuren van een fris postpunkgeluid met de gruizige mompelzang van de over het podium razende Grian Chatten. En toch: dat de band vijf jaar later de AFAS Live twee avonden achter elkaar zou uitverkopen, hadden niet veel mensen destijds gedacht. Er was wel een switch naar minder gruizige tonen op de volgende platen voor nodig.
Om de eerste van de twee avonden op te warmen, is er het Engelse Wunderhorse. In het Amsterdamse AFAS Live ligt de rokerige zang van Jacob Slater er dik bovenop in de geluidsafstelling. Met zijn getergde uithalen weet hij het publiek knap mee te nemen in de weemoedige sfeer die het viertal uitstraalt. Op deze manier zijn echter de sterk melodieuze gitaarriffs en -solo’s die de band op plaat zo sterk maken, matig te horen. De band speelt desalniettemin een prima setlist van de beste nummers uit hun oeuvre van prettig melancholische indierock.
Lang duurt het niet tot een doek voor het podium is uitgerold. Bij het inzetten van het epische titelnummer van de recent uitgebrachte plaat Romance, valt het doek weer naar beneden voor Fontaines D.C. (openingsfoto en overige foto’s). De stemming is gelijk omgeslagen van melancholisch naar uitbundig. De wervelende lichtshow brengt de zaal in vervoering, het publiek is euforisch. Des te ironischer is het dat frontman Grian Chatten nonchalant met zonnebril zijn poëtische teksten opvoert. Erg veel interactie met het publiek is er niet, maar dat is ook niet nodig.
Er is vooral interactie in het publiek zelf: vanaf het heerlijk grimmige ‘Televised Mind’ ontstaat er een bottenbrekende moshpit, en bijna direct wordt er gecrowdsurft. Ik kan me niet inhouden, en ga ook op de handen van het publiek van links- naar rechtsvoor in de zaal, tuimel achterover en sta weer op de grond. Dan realiseer ik me dat mijn telefoon ergens tijdens het crowdsurfen uit mijn broekzak moet zijn gevallen. Erg veel tijd om na te denken is er niet, want al snel worden klassiekers ‘Big’ en ‘A Hero’s Death’ ingezet. Ik ga opnieuw op in de moshpit.
De eerste is een opzwepende song van het briljante Dogrel, een plaat die geldt als een van de beste postpunkplaten van de laatste jaren. Hoewel later werk bleef verrassen, kwam het nooit meer in de buurt van het debuut. Dat blijkt live in Amsterdam ook, niet elk nummer houdt het hoofd boven water. Niet dat iedereen er zo over denkt. Want na een ietwat vervangbaar ‘Favourite’ is het applaus oorverdovend. En al helemaal na het emotionele ‘In the Modern World’ en ‘I Love You’, waarin de gezamenlijke zang van de menigte die van Chatten zelf zou kunnen overstemmen.
Het optreden is een achtbaan van indrukken, van een band die zichzelf voor het grote publiek bewijst. Puttend uit een rijk palet aan stemmige en meeslepende liedjes, weet het vijftal ook zichzelf van verschillende kanten te belichten. Het misvormde hart van de albumhoes van Romance domineert het podium, met daarboven de bandnaam die steeds anders verlicht wordt. Hoewel een Fontaines D.C.-concert nu duidelijk anders is opgezet dan eerder, weet de band hun eigen gitzwarte vorm van romantiek nog steeds doeltreffend over te brengen op het publiek.
Naderhand ga ik dan toch maar even zoeken naar mijn verloren telefoon … Gelukkig is hij nog werkend ingeleverd, zij het met een volledig versplinterd scherm. Zo komt er een bitterzoet einde aan een avond vol bitterzoete topmuziek.
Foto’s copyright Max Kneefel, thanks to Friendly Fire