Het duo Molly Hamilton en Robert Earl Thomas komt uit New York en is al ruim een decennium muzikaal actief onder de naam Widowspeak. Ze maken dromersmuziek, die je prima kunt scharen onder de vindingrijke noemer cosmic country, of onder dreampop. Dit jaar verscheen de zesde plaat The Jacket en dat is misschien wel de beste plaat van de band. In tien even zalvende als boeiende nummers gaat het van zomers melancholische naar licht stemmige klanken. Het is een ideale zondagochtendplaat, maar net niet eentje voor zondagochtendeitjes. Daar zorgen de boeiende duels tussen bas- en elektrische gitaar wel voor.
Bijna tien jaar geleden speelde Widowspeak eveneens in Vera. Het was een dubbelconcert met The Luyas, al net zo’n dromerige band als Widowspeak. The Luyas speelden niet en wellicht was het daarom schandalig rustig in de Grote Zaal van Vera. Er was hooguit twintig man publiek, maar die werden niet teleurgesteld met een uitstekend optreden. Hoe anders is het vanavond: Vera is prima gevuld met voornamelijk jong, vrouwelijk en Engels sprekend hipsterpubliek dat zelfs vlakbij het podium bij momenten hinderlijk door het optreden heen kakelt.
Hamilton en Thomas hebben een drummer, een bassist en een toetsenist meegenomen en het vijftal oogt uitermate relaxed maar bovenal übercool. Het lijkt haast een voorwaarde om de laidbacknummers op een ontspannen manier voor het voetlicht te brengen. En dat lukt Widowspeak voortreffelijk. Het geluid is perfect afgesteld zodat alle partijen prima aan bod komen. Alle bandleden communiceren zowel in woord als gebaar voortdurend met elkaar, zodat alles op zijn plek valt. Van een fijn ronkende baslijn in ‘Everything Is Simple’ tot een fraaie twanggitaarsolo met rauwe randjes van parttime-showman Thomas in ‘The Drive’.
Maar waar het allemaal om draait is die stem. Die stem van Hamilton: hees, breekbaar, kreunend maar vooral loepzuiver. Van fluisterzacht verhalend over ‘peppermint and lemon’ in ‘True Blue’ naar spannend en onderhuids in het zeer geconcentreerd gespeelde ‘While You Wait’. En natuurlijk doet ze met haar zang op de meest intense momenten denken aan Hope Sandoval van Mazzy Star. Toch heeft de bedeesd tussen de songs door pratende topzangeres in ruim tien jaar tijd genoeg eigenheid opgebouwd, want aan ijzersterke nummers heeft Widowspeak in bijna vijf kwartier muzikale onthaasting geen gebrek.
Overdadige opsmuk, improvisatie of andere muzikale tierelantijnen laat het intensief toerende gezelschap dan ook achterwege. Het is al boeiend genoeg om de muzikale bedwelming van Widowspeak gewoon over je heen te laten komen en daarbij de ogen af en toe te sluiten. Of te kijken naar het quasinonchalante maar technisch vernuftige gitaarspel van Thomas. En dan is er op de valreep toch nog gejuich en geklap op het moment dat de band het publiek op een geraffineerde manier positief heeft laten indutten: de formatie speelt Chris Isaaks ‘Wicked Game’ in de toegift. Het is een gloedvolle afsluiting van een zeer prettig optreden.