Meindert Talma + Zea – Vera, Groningen (11-12-2022) Klein houden en groots eindigen

In januari dit jaar was het vijfentwintig jaar geleden dat Meindert Talma zijn eerste plaat uitbracht. Om die reden vatte de eigenzinnige liedjesschrijver het ambitieuze plan op om zijn hele oeuvre, achttien platen omvattend, integraal live te spelen in Vera te Groningen. Verdeeld over acht zondagmiddagen leverde dat even boeiende als hilarische optredens op, met als uitschieters het Duitstalige en nooit live gespeelde Ausputzer in mei, en in november een indrukwekkende uitvoering van De Domela Passie. Vanwege corona werd het optreden met de twee eerste platen Hondert Punten en Ferhûddûker verplaatst van januari naar december.

Zea

Talma wordt voorafgegaan door Zea [foto rechts], het soloproject van Arnold de Boer, zanger en gitarist van The Ex. Geflankeerd door een cellist en een drumster vertolkt hij werk van zijn vorig jaar verschenen, indrukwekkende en Friestalige plaat Witst Noch Dat D’r Neat Wie. De ritmische rijkdom en gevoel voor melodie van het album komen goed naar voren in het korte optreden. Zea covert daarnaast het nummer  ‘Ferhûddûker’ van Meindert Talma, dat gezongen door een megafoon een geslaagde, overstuurde uitvoering krijgt. Op basis van muzikaliteit en kwaliteit van de songs had het optreden wel wat langer mogen duren.

Hondert Punten werd in 1996 thuis opgenomen met een 24-sporenrecorder en bevat 23 even schetsmatige als wonderschone nummers. De cd werd, ook geheel in overeenkomst met de toen opgeld doende lofi-beweging, zonder doosje en met een zelfgestencild boekje geleverd. Recent is de plaat heruitgegeven door het label Excelsior. In Vera zit Meindert Talma [overige foto’s] meestal weer ‘ouderwets’ achter zijn keyboard en mellotron, aangevuld door de twee originele bandleden Niek de Vries en Jan Pier Brands op gitaar, en daarnaast Janke Brands (basgitaar), Johan Kooi (drums) en toetsenist Herman Grimme.

Het geluid is mooi evenwichtig afgesteld zodat het intieme karakter van de plaat ook op het podium intact blijft. En geheel in stijl met de krakkemikkige opnames is dit optreden eveneens niet perfect: tijdens het tot ‘Het Meindert Talmalied’ omgedoopte ‘Het Negroeslied’ staat de galmknop van de toetsen nog aan en speelt de band het nummer daarom gewoon nog een keertje. Bij ‘Dikke Paulus’ daarentegen werken vervreemdende toetseffecten juist wel. Ook de beeldprojecties lopen niet altijd synchroon met de muziek. Storend is het niet; het draagt juist bij aan de ongedwongen sfeer van de muzikanten onderling.

Live blijkt onomwonden welke verborgen pareltjes Hondert Punten bevat. De twee op plaat onwennig klinkende, enige Engelstalige songs groeien in een goedgevuld Vera uit tot hoogtepunten. ‘Hole’ is, aangevuld met stemmige kunstprojecties op de achtergrond, een breekbare song met een prachtige zangmelodie. Het toont aan hoezeer Talma gegroeid is als zanger. Het puntig gespeelde ‘You Look Down’ wordt van niemendalletje getransformeerd tot een boeiende en melancholieke popsong. De tegen jazz aanschurkende en hecht gespeelde afsluiters ‘De Tijd Is Een Schoft’ en ‘Satan Jonge’ zijn vindingrijke composities die de aandacht goed vasthouden.

Na de pauze is het de beurt aan Ferhûddûker uit 1998 dat eveneens een heruitgave verdient, want het album is niet meer leverbaar. De stemmige, pastorale sfeer gekoppeld aan de heldere productie van de nummers geven de plaat iets geheel eigens, wat het album een unieke plaats geeft in het oeuvre van Talma. Na het ‘klein houden’ in de uitvoering van Hondert Punten lijken zanger en band iets meer peper te willen toevoegen aan het optreden. Het doet de songs goed en het materiaal leent zich hier prima voor. Zo krijgt topzware opener en albumhoogtepunt ‘Kippestront’ door minder ingetogen zang iets meer lucht, is een hard gespeeld en in emotioneel Fries gezongen ‘Hippert Hipe’ onontkoombaar, en is de titelsong gewoon een lofi-punknummer.

Maar het zijn tevens de rustige nummers die uitstekend beklijven. Het gaat van sfeervol (‘Als Sneeuw’) naar een sinistere song over duiveluitdrijving (‘Piter Poeske’) tot aan het emotioneel geladen sethoogtepunt ‘Rinskje’. De eervolle vermelding voor de uitvoering van Ferhûddûker gaat naar de ritmesectie. Geconcentreerd maar doorspekt van spelplezier vullen drummer en bassiste elkaar uitstekend aan in bijvoorbeeld het opzwepende en bedrieglijk simpele ‘Dat Is Sneu’. Met een onderhuids ‘Onze Johan’ komt er een passend einde aan Talma’s zeer geslaagde marathonproject van bijna een jaar. Het zal wennen worden om aan het eind van de maand op de zondagmiddag geen Meindert Talma aangekondigd te zien in Vera.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *