De terrassen tussen Oud West en het centrum van Amsterdam zitten stampvol. Het is 21 februari en het voelt aan als de eerste lentedag. Bij Paradiso staat het begin van een uiterst gemêleerde rij. Het zijn vooral fans van The Libertines. De bezoekers die op het eerste balkon, frontaal voor het podium, willen zitten, wachten geduldig. Jonge punkers en kalende zestigers genieten van de zachte temperatuur. Vijftien minuten nadat de zaal open had moeten gaan loopt een medewerker van Paradiso langs de rij. “De soundcheck loopt uit, even geduld.” In de rij wordt gemompeld. Van “The Libertines zijn professioneel geworden” tot “The Libertines zijn en blijven amateurs en kunnen de eigen instrumenten nauwelijks stemmen”. Twintig minuten later schuifelen de fans naar binnen.
GANS [foto hierboven] is een Engels duo. Euan Woodman en Thomas Rhodes rammen er vanaf de eerste tonen op los. Een modderzwaar basgeluid en een drummer met iets meer brille in de roffelende slagen. Het tweetal doet denken aan Royal Blood, maar mist de pakkende liedjes. Na een nummer of zes is het mooi geweest. GANS heeft genoten van het optreden en heeft een keer of zes zo ongeveer hetzelfde liedje gespeeld. Het publiek klinkt opgelucht en beloont het duo met een hartelijk applaus.
Tijdens het laatste nummer van GANS loopt Pete Doherty het podium op. De zanger-gitarist van The Libertines groet wat mensen in de voorste rij. Thomas Urwin [foto rechts] pakt intussen zijn gitaar, maar Doherty wil de ideale presentator spelen. Hij heeft wat merchandise in zijn handen en vertelt dat hij de ep van Urwin heeft geproduceerd. “Toch?” vraagt hij. Urwin bevestigt alles. De Ier is vannacht vanuit Duitsland gelift naar Paradiso en heeft volgens Doherty – fan! – acht minuten om wat nummers te spelen. Urwin speelt een pakkende folkrockset en perst drie liedjes in acht minuten.
Jack Jones [foto links] heeft een tafel, een stoel en een gitaar op het podium laten zetten. De singer-songwriter uit Wales speelt een mix van Engelse new wave en flinterdunne Amerikaanse rock. Alle muziek komt uit een tablet en Jones heeft vooral veel aandacht voor de jonge fans voor het podium. “I’d like to introduce my band“, zegt hij en hij zet de tablet aan. Jones zingt, danst en praat. Hij speelt een alleraardigste set die de juiste ingrediënten heeft. Na een kleine dertig minuten groet hij het publiek en zegt tot ontzetting van de meisjes die tegen het podium staan gedrukt: “Look me up on Grindr.” Tijdens het laatste nummer van Jones stapt Doherty met dochtertje Billie-May en een hond het podium op, groet wat mensen en verdwijnt achter de gordijnen. De dj op het podium zet ‘Twist and Shout’ van The Beatles op. Er wordt uit volle borst meegezongen.
‘The Delaney’ is het B-kantje van de tweede single ‘Up the Bracket’ (2002) van The Libertines [overige foto’s]. Als openingsnummer van een concert is het een prettig eigenwijze keuze. Doherty, vooral buikend en met een hoed op het gezette hoofd, zingt en is bijna verstaanbaar. Ook het publiek waardeert de keuze. Er is onmiddellijk reuring in de zaal, er wordt meegezongen. Na ‘The Delaney’ wordt er even gestemd en zet de groep ‘What Becomes of the Likely Lads’ in, een typerend liedje voor de groep. De groep verhaalt in hun songs graag over vriendschap, de eigen muziek en wat er zoal gebeurt achter de schermen. Het zijn daarbij gemakkelijk herkenbare teksten, die voor de fans mee te zingen zijn. Ook na ‘What Becomes of the Likely Lads’ moet er even worden gestemd en is er een kort gesprek tussen zanger-gitarist Carl Barât en Pete Doherty. En zo gaat het ruim twintig nummers door. Na elk nummer vallen de band en de zaal stil. ‘Run Run Run’ is een schoolvoorbeeld van een heerlijk rockend nummer. Er ontstaat een kleine moshpit! In plaats van door te rammen met ‘Can’t Stand Me Now’ valt de groep opnieuw stil.
Zelfs bij de toegiften moet de enthousiaste zaal het na elk van de vijf nummers doen met een pauze. ‘Man with the Melody’ is de eerste toegift en krijgt een valse uitvoering. Zo is er op elk van de vijf toegiften iets aan te merken. Pauzes, valse gitaren en een vermoeid ogende groep. ‘Don’t Look Back into the Sun’ is het afsluitende nummer. De groep is onder ovationeel applaus gaan zitten. Er volgt een vermoeide, zittende buiging. De tournee zit erop, Paradiso klinkt tevreden. In plaats van nog een keer vol gas te geven, blijven de vier muzikanten zitten. The Libertines zijn uiteindelijk een lui bandje dat onvoldoende rekening houdt met enthousiaste fans.
Je bent zelf een lui bandje.