The Courtneys en Froth – Vera, Groningen (15-06-2017) Dromerige variatie en rauwe gruisgitaren

De Nieuw-Zeelandse bands zoals die eind jaren tachtig en begin jaren negentig furore maakten op het label Flying Nun zijn een grote inspiratiebron van twee bands die vanavond acte de présence geven in Vera. Dat kan haast niet anders dan een fijn avondje worden voor liefhebbers van melodieus twinkelende gitaarmuziek. En ondanks een matige zanger en af en toe wat eentonigheid lossen beide bands die belofte in.

Uit Los Angeles komt Froth om de avond te openen. Het viertal maakte drie albums gevuld met aan krautrock en shoegaze gelieerde spacerock, waarvan het dit jaar verschenen Outside (Briefly) het meest experimentele is. Met behulp van toetsen en gitaren legt de band een zeer aangenaam geluid neer, waarin telkens een van de vele muzikale invloeden centraal staat. Zo ontstaat een bij vlagen boeiend maar vooral gevarieerd optreden.

Froth opent sterk met fraai verweven kraut- en psychedelische rocknummers, maar daarna zakt het concert in met langzame dertien-in-een-dozijn gitaarrocksongs. En hoewel de zang van Joo-Joo Ashworth bij momenten fraai opgaat in het totaalgeluid, blijken zijn iele vocalen de achilleshiel van de band te zijn. Het introverte voorkomen van Ashworth helpt hierbij ook niet mee: de zang blijft grotendeels onverstaanbaar en krachteloos.

Tegen het eind van het optreden krabbelt Froth weer op met een aantal schitterende gitaarsongs die bol staan van de fraai golvende melodieën die je hoofd niet snel verlaten. Froth is op het podium een dromerige en ongrijpbare band die uitstekende nummers afwisselt met degelijke. Natuurlijk maakt de formatie geen spierballenrock, maar iets meer overtuiging en uitstraling zouden Froth op het podium goed doen.

De drie dames van The Courtneys uit Canada stralen spelplezier uit en dat geldt met name voor de zingende drumster en giechelkont Jen Twynn, met als bijnaam Cute Courtney. Het  uitstekende, dit jaar verschenen tweede album II staat vol met uplifting gitaarrocknummers met een garagetwist, met teksten over jongens en de zomer, die af en toe toch wat dun klinken. Op het podium van een redelijk gevuld Vera voorkomt met name de gitariste met bijnaam Classic Courtney dat de nummers niet verder reiken dan de eerste rijen.

Ze draait de fuzzkraan volledig open en geeft zo vrijwel elke song een rauwe en gruizige meerwaarde, met als hoogtepunt een prachtig opgebouwd ‘Lost Boys’, dat positief ontaardt in een gitaarstorm en logge drums. De meerwaarde van het concert zit hem op die manier in het combineren van lichtvoetige liedjes en teksten met bij tijd en wijle donkere gitaartonen, die af en toe doen denken aan de dissonanten van het Nieuw-Zeelandse Bailter Space of de begindagen van het Britse Stereolab.

Het geluid is prima afgesteld zodat de heldere meisjeszang van Twynn niet verzuipt in het massieve gitaargeluid, en daarnaast komt de samenzang van het trio uitstekend uit de verf. Uiteraard ligt de nadruk in de songkeuze op nummers van II, en de band houdt zelfs grotendeels de volgorde van de nummers aan. Zo sluipt er gaandeweg het optreden toch iets van eenvormigheid in het optreden, ook omdat Twynn telkens hetzelfde ritme lijkt te drummen, in een enigszins onvaste stijl. Het neemt niet weg dat de snedige gitaarlijnen je van begin tot eind bij de les houden, met als resultaat een boeiend optreden.

Beeld: Bob de Vries

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *