Het is stil in de hal van de Tolhuistuin. Er staan zeven bezoekers voor de deur naar de Tuinzaal, waar Steve Gunn een concert zal geven. Om 19.30 uur duwt een medewerkster de ingang naar de trap open. Zeven mensen zoeken eerst een stoel en halen daarna een drankje bij de bar. In de hoek van de zaal staat een tafel met merchandise. Er ligt slechts vinyl op. Steve Gunn heeft geen nieuwe releases meegenomen naar Amsterdam. Hij plukt nummers van bekende releases.
Bijna een uur later is de zaal volgelopen. De tachtig stoelen zijn bezet en er staan mensen achter in de zaal. Er is een Spotifyspeellijst met zangeressen te horen geweest. Nina Simone met een cover van ‘Suzanne’, de compositie van Leonard Cohen en dan in een moderne mix. Verder in de lijst veel zangeressen die filmmuziek uit de jaren vijftig zingen.
Steve Gunn kijkt wat stuurs als hij het podium betreedt, groet het publiek, trekt zijn jas uit en checkt de luidsprekers. Het eerste nummer is instrumentaal, het is alsof Gunn even wil landen. Hij kondigt het tweede nummer aan. “This is a new one. These are worrying times. The song is a message of hope for a friend and for me. The friend is no longer on this earth, he couldn’t find the hope.” Gunn heeft intussen zijn gitaar gestemd en zet in. Hij speelt folkrock, americana met emotie, psychedelische rock met verhalen in de teksten.
Gunn speelt lange, uitgesponnen nummers. Hij kijkt na elke gespeelde song met een bezorgd gezicht naar de apparatuur. Hij vraagt de technicus wat te schuiven aan het geluid, maar lijkt niet tevreden te stellen. Gunn heeft intussen aardige dingen over Amsterdam gezegd. “It’s one of my favorite cities. I know I could say that every evening”, zegt hij glimlachend.
Tweemaal tijdens het concert lijkt Gunn te vergeten dat hij de mensen moet vermaken met zijn virtuoze gitaarspel. Tweemaal laat hij zijn gitaar ontploffen, neemt hij de zaal mee in een muzikaal avontuur en lijkt hij de controle uit handen te geven. Op die momenten is Gunn niet alleen een fantastische muzikant, maar ook een aandoenlijke verteller.
Na elke gespeelde song is er een moment dat de zaal een verhaal verwacht. Die verwachting wordt met elk gespeeld nummer groter. Na het verhaal van de vriend die zelfmoord pleegde, is er het overlijden van zijn vader. Het zijn heftige verhalen, maar ze worden wat afstandelijk verteld. Het zij zo.
Na minder dan een uur kondigt hij het laatste liedje aan. “Thanks for coming.” Na afloop zet hij zijn gitaar weg en loopt de zaal in. Het publiek wil een toegift en blijft klappen. Bijna verontschuldigend komt Gunn terug op het podium. Hij zegt nog één liedje te willen spelen. Ook na de toegift is er hetzelfde gebaar met de handen. Gunn loopt naar de tafel met merchandise en wacht op een praatje. Zijn optreden in Amsterdam was kort, bij vlagen heel erg goed en af en toe ongemakkelijk.