Om 19.00 uur loopt de zaal van Tolhuistuin vol. Er wacht een rustige rij voor de kassa, de gastenlijst is zo goed als leeg. De sfeer is rustig. Er hangt geen spanning in de lucht. De bezoekers weten wat ze krijgen.
Bernard Butler [foto rechts] stapt tien minuten te laat het podium op. De singer-songwriter plukt en tokkelt een eerste nummer uit zijn gitaar. Butler bedankt Hawley en speelt nog een liedje. De gitarist die ooit carrière maakte in Suede, voelt zich als een vis in het water op het podium. Na vier liedjes vraagt hij aan de technicus hoeveel tijd hij nog heeft. “Five songs?” antwoordt hij op de mededeling “five minutes”. Butler stemt nogmaals zijn gitaar, heeft nog net tijd voor ‘Not Alone’ en zegt aan de bar te vinden zijn. Een weinig overtuigend optreden krijgt een mager applaus.
Vlak voor het optreden van Richard Hawley [openingsfoto en foto links] buigen drie technici zich over een stekker op het podium. Precies op tijd is de apparatuur in orde en komt de Engelsman met zijn begeleider het podium opwandelen. Hij klikt een tablet voor de teksten aan, de begeleider pakt zijn gitaar.
Richard Hawley debuteerde in 2001 met het album Late Night Final. Langspeler In This City They Call You Love verscheen eerder dit jaar. Intussen heeft hij gespeeld met onder meer Paul Weller, Jarvis Cocker, Arctic Monkeys, Elbow en Duane Eddy. Bij elk optreden van Haley is er goede muziek en relativerende grappen. “There’s a lot of you. Last time I played at De Melkweg, there were more people behind the bar than in the audience. Was anybody there? Lying bastards” zegt hij na gejuich en hij zet een volgend liedje in.
Richard Hawley is een ervaren podiumartiest. Hij geniet van het contact met de bezoekers, scoort applaus met goede grappen en laat keer op keer weten uit Sheffield te komen. Daarbij is hij een overtuigend goede gitarist en prima ingespeeld met zijn begeleider. Hij speelt rustige rock, ballades met af en toe intieme teksten en heeft genoeg verhalen te vertellen.
Na zo’n balladerockliedje is het opnieuw tijd voor een verhaaltje en dus een relativerende grap. “I saw some people dancing, nearly a moshpit.” Na weer twee nummers is er de vraag hoe het gaat met de aanwezigen. En natuurlijk is er een eigen antwoord. “We’re good. We don’t do stress.” Zo laveert Hawley tussen contact met zijn publiek, anekdotes die wat lucht geven aan zijn typisch Engelse stem en songs die hij heeft gekozen uit een loopbaan van bijna vijfentwintig jaren.
Voor ‘Lady Solitude’ meldt hij dat het het stilste nummer is dat hij heeft geschreven. “If you’d talk all the way through it … that would be fucking brilliant!” Een brede grijns volgt en natuurlijk is het publiek ademloos stil.
De eerste toegift ‘For Your Lover Give Some Time’ heeft Hawley geschreven voor zijn vrouw. Er is een verhaaltje. Hij had thuis gekookt en de tafel gedekt. “I’m soft as shit.” Achter al die aandacht zat de wens om met mevrouw Hawley tussen de lakens te belanden. Eerst was er echter een nieuw liedje, speciaal geschreven voor zijn geliefde. Na het spelen van de song wachtte Hawley in spanning. “What do you think?” En mevrouw Hawley antwoordt: “What’s for dinner tonight?”
Onder luid gelach zetten Hawley en zijn begeleider de eerste van twee toegiften in en sluiten een bijzonder en zeer geslaagd optreden af. Luister naar zijn nieuwste release In This City They Call You Love, een van de betere albums van 2024.