Er hangt een bijzondere sfeer in Ekko op deze koude woensdagavond. Binnen is het warm en knus, de ideale avond voor mooie sfeervolle muziek. Morpheus is voor het eerst op een echte tournee en zijn reputatie is hem vooruitgesneld met bijzondere optredens in het voorprogramma van bijvoorbeeld Thomas Azier en Kovacs. Daar had hij het publiek met minimale bezetting meestal direct in de greep met zijn emotioneel doorleefde nummers. Nu toert hij met een volledige band. In zijn voorprogramma staat Will Knox, de uit Haarlem afkomstige Engelse singer-songwriter, die onder andere meeschreef aan hits van Dotan, Son Mieux en songfestivalwinnaar ‘Arcade’ van Duncan Laurence. Dat moet goedkomen!
Will Knox [foto rechts] is een rasechte singer-songwriter met een hoge gunfactor. Zo een die slechts een gitaar en een lamp nodig heeft om zijn verhalen te vertellen. De liedjes gaan over zijn eigen leven en hij heeft met die liedjes inmiddels 2 albums en een ep gemaakt. Na het eerste nummer bedankt hij de zaal dat er zo stil en aandachtig geluisterd wordt. Iets wat in Nederland met de door muzikanten gevreesde Dutch disease zeldzaam is. Toch is het ook de kwaliteit van Knox zelf. Zijn gitaarspel is eenvoudig maar effectief en legt daarmee nog meer de nadruk op zijn stem en de tekst. Hierdoor is hij echt een muzikale verhalenverteller. Terwijl hij vertelt over de dilemma’s van het jonge vaderschap en hoe dat interfereert met zijn eigen “inner child” is de zaal de hele set doodstil en is het echt ouderwets genieten van mooie livemuziek. Waarbij complimenten aan het geluid niet mogen ontbreken.
Na een korte pauze beklimt Morpheus [bovenste en onderste foto] het podium. Als altijd strak in zwart gekleed, de haren steil en vet achterover. In een waas van rook en met minimale belichting staat hij achter zijn met takken omhulde microfoonstandaard. Opnieuw heeft hij de zaal direct te pakken als hij opent met de meer dan zeventig jaar oude jazzstandard ‘Nature Boy’. Martijn Verhagen, zoals Morpheus in de gewonemensenwereld heet, kent zijn klassiekers en vertolkt dit nummer met respect en durf. De overgang naar het volgende nummer laat een pianoriedeltje horen dat een verwijzing lijkt naar een andere standard: ‘Song for You’. In ‘Morphosis’, van zijn debuut-ep, kan hij direct laten horen wat een prachtig stemgeluid hij heeft. Dit nummer heeft hij helemaal doorleefd. Dat geldt ook voor ‘Gold’ van dezelfde plaat. Hij zegt verbaast te zijn dat de zaal zo vol is bij het tweede optreden van zijn eerste tour. Dat antwoord is simpel: omdat hij overal zoveel indruk maakt.
Dit keer met een band die naast Morpheus en zijn pianist bestaat uit een cellist-basgitarist en een drummer. De cello zorgt voor prachtige accenten en contrasten in ‘Kingdom Tonight’. ‘The Blue Hour’, van de tweede ep Ascent, is geschreven met neo-klassiekpianist Joep Beving. Dat nummer klinkt wat minder vanzelfsprekend. In ‘I’d Call You Again’ lijkt het soms zelfs wat stroef. De zachte zang met de heftigere begeleiding lijkt soms nog even wennen. Alsof je voor het eerst een bigband of groot orkest tegenspel moet bieden. ‘Ascend to Heaven’ is meer uptempo waarbij Morpheus zich stemtechnisch wat meer kan laten gaan. Dat brengt direct ook meer energie in het optreden. ‘Ride or Die’ begint rustig en wordt daarna zo lekker opgebouwd dat je op een bepaald moment hoopt dat Morpheus de controle over zijn stem even kwijt zal raken. Via ‘Pearl’ en het uitstekende ‘Sunrise’ sluit Morpheus af zoals het begon, met piano zingt hij het prachtige ‘Watching over Me’.
Nummers die langer op het repertoire staan kunnen de stevige begeleiding ondertussen makkelijk aan, maar wanneer het nog een beetje zoeken is hoop je dat Morpheus wat losser wordt en de controle over zijn fabelachtige stem wat vaker los zou kunnen laten. Zodat de rafelrandjes het fluweel nog meer karakter kunnen geven. Ga deze band wél zien deze tour. Het kan alleen maar nóg beter worden dan vanavond in EKKO!