Foto’s: Peter
De drie muzikanten van voorprogramma SWEETGODANIMALS [foto hieronder] lopen door de zaal naar het podium. Het trio zet ‘Rat Eats Snake’ in. De band uit Dokkum maakt rustige popmuziek, of zoals ze zelf zeggen “droompop”. Op de merchandisetafel ligt een ep met acht liedjes. Het merendeel van de nummers wordt gespeeld. Als laatste song wordt zelfs nieuwe muziek ten gehore gebracht. De band is nog wat onervaren. Tijdens het vierde nummer ‘Values’ stapt frontman Stefan Boorsma even de zaal in. In plaats van een stampende solo te spelen stapt hij te snel weer terug op het podium. SWEETGODANIMALS mag met nieuw materiaal terugkomen, de nummers gewoon in het Nederlands aankondigen en de zaal overhoop spelen.
De pauze waarin het podium moet worden omgebouwd is vooral hilarisch. Er is geen zaal en weinig ruimte achter het podium, dus moeten de muzikanten van SWEETGODANIMALS de spullen naast het plankier stallen. The Pink Monkey Birds komen met apparatuur en instrumenten naar het podium. Alles moet langs het publiek. De groep stemt even, er worden wat setlijsten op de grond gelegd en Kid Congo and The Pink Monkey Birds [openingsfoto, foto links en foto’s hieronder] zijn klaar om te beginnen. Ze zijn in Nederland om de nieuwe langspeler That Delicious Vice te promoten.
Kid Congo Powers is van zevenentwintig maart negentiennegenenvijftig. Hij was ooit president van de fanclub van The Ramones. Belangrijker is dat hij speelde met Jeffrey Lee Pierce in The Gub Club, lid was van The Cramps en meewerkte aan een aantal releases van Nick Cave & The Bad Seeds. Powers is naast muzikant acteur.
De groep opent met twee tracks van de nieuwe langspeler. ‘The Boy Had It All’ en ‘Silver for My Sister’ zijn prima te verteren punkrocksongs. De band heeft plezier en het publiek wiegt mee. Direct na de twee liedjes is er een pauze om te stemmen. Uiteindelijk speelt de groep veertien tracks en twee toegiften. Na zo ongeveer de helft van de songs moet er gestemd worden. De ritmesectie helpt af en toe met een lang intro en Powers babbelt over de muzikanten waar hij mee samen speelde. Zo vertelt hij dat ‘Good Taste’ misschien wel het laatste liedje was dat hij met The Gun Club heeft opgenomen. Het is een leuke anekdote, een detail om mee te nemen naar een popquiz maar het haalt ook alle vaart uit het concert in de Toekomstmuziek. Op andere momenten gedraagt hij zich als de wat verwijfde dandy die flauwe grappen uit de mouw schudt.
Na de reguliere set gaat Powers even op de rand van het podium zitten. Na minder dan een minuut gaat hij weer staan, moet er opnieuw gestemd worden en is er tijd voor twee toegiften. Hij nodigt de bezoekers uit te dansen. Hij besluit zijn uitnodiging met de prachtige regel: “You can dance in any language.”
Kid Congo and The Pink Monkey Birds zetten ‘Primitive’ in, een lekker snel nummer van The Cramps. ‘Never Said’ is daarna langzaam slepende blues en totaal ongeschikt om een concert opwindend af te sluiten. Na ‘Never Said’ stappen de muzikanten van het podium en staan direct tussen de fans. Congo Powers gaat gewoon door met het vertellen van verhalen. “Ken je Knoxville Girls? Mark Eitzel?”