Beeld: Joséphine Kurvers
Na de vorige editie, waarin de beruchte rijen mensen voor zalen als Vera, Huize Maas en Grand Theatre langer dan ooit waren, belooft de organisatie van showcasefestival Eurosonic dit jaar beterschap met meer zalen en hetzelfde aantal verkochte kaarten. De woensdag vindt zelfs alleen in De Oosterpoort plaats. Een goede zet, want het is nergens té druk. Make A Fuzz doet drie dagen verslag, te beginnen met de woensdag.
Het Ierse Search Results geeft een van de eerste optredens van Eurosonic 2025. Het jonge drietal schakelt tussen ongedurige uptempo punk en hypnotiserende pop in de lijn van The Feelies en The Wedding Present. De zang gaat tussen alle drie de bandleden, waarbij de drummer vocaal de meeste indruk maakt. Uiteraard zit de meeste muzikale energie in het punkgedeelte, maar interessant wordt het pas wanneer ze gas terugnemen met de kracht van de herhaling in gitaarlijnen. Ritmisch is het prima wat Search Results laat horen, waarbij mondharmonica en koebel eveneens de revue passeren. Het is echter niet genoeg om een onuitwisbare indruk achter te laten.
Een muzikale reis door Europa, dat beloven Tuulikki Bartosik & Sander Mölder. Het Estse duo, op onder andere accordeon en toetsen, bouwt zorgvuldig aan schetsmatige soundscapes die reisindrukken door onder andere Londen en Stockholm in muziek omzetten. Beeldprojecties hadden het plaatje letterlijk compleet gemaakt, maar de composities die ze op het schaarsverlichte podium spelen, zijn beeldend genoeg om weg te dromen. Het geluid is perfect afgesteld, zodat alle geloopte geluiden hun weg vinden naar een aandachtig publiek. De muziek lijkt ontleend aan traditionele klanken, vooral wanneer de Estse zither (een snaarinstrument) bespeeld wordt. Het dikt de geheimzinnigheid, maar vooral de ongrijpbaarheid nog eens extra aan. Het duo slecht de grenzen tussen traditioneel en modern, met een zeer boeiend optreden als resultaat. De reis eindigt uptempo, met een ritme dat doet denken aan Kraftwerks ‘Trans Europa Express’.
De postpunk van het Groningse Real Farmer klinkt op de intense plaat Compare What’s There brutaal en vooral Brits. De band tekende dan ook bij het label van, jawel, Pete Doherty. Het viertal heeft met wat relatief rustige nummers tijd nodig om op gang te komen. Maar wanneer de galmschuiven ver opengaan, komt het optreden goed los. Langzaam gaan de felle songs onder je huid zitten, en de sloganeske zanger Jeroen Klootsema drentelt steeds sneller over het podium. Real Farmer spelt hecht en onontkoombaar, waarbij de spelplezier uitstralende ritmesectie keer op keer klasse toont, met als uitschieters zeer dynamische uitvoeringen van ‘Perry Boys’ en ‘Never Enough’. Ook gitarist Peter van der Ploeg blinkt uit, met enerverende postpunklijnen. Real Farmer is een vroeg hoogtepunt van Eurosonic.
Ondanks alles zijn echt goede zangeressen nog steeds dungezaaid tijdens Eurosonic. De Britse Amie Blu, met Franse roots, is er wel zo eentje. Met haar laidback klinkende popnummers geeft ze een aangenaam optreden. Het publiek gebruikt de gelegenheid om luid en duidelijk bij te kletsen, zodat de essentie van het optreden af en toe in de lucht blijft hangen. Amie houdt de moed erin door te benadrukken hoe geweldig ze het wel niet vindt om op Eurosonic te spelen. Haar prima, eveneens jonge bandleden neigen af en toe naar een rockgeluid dat fraai contrasteert met de ontwapenende zang. Amie Blu had een aandachtiger publiek en een meer sfeervolle zaal verdiend.
Het is dansen geblazen met de soul, funk, disco en gospel van Arp Frique & The Perpetual Singers [foto hierboven en openingsfoto], gewoon afkomstig uit Holland. Het duurde even wat langer met de soundcheck van het veelkoppige gezelschap, maar de meerstemmige zang komt uitstekend over. Net als de stroperige tonen van de twee keyboardspelers. En hoewel niet alle nummers even sterk zijn, geeft de formatie met dit opzwepende feelgoodoptreden de garantie af dat ze een ingedut zomerfestival weer tot leven kunnen wekken. Vreugde in het muziek maken en een bij momenten tegen rock aanschurkend geluid doen de rest.
Op het eerste gehoor maakt het Ierse Cliffords niet eens zo heel bijzondere, beladen pop. En toch: het geheel is meer dan de som der delen. Gruizige, naar shoegaze en Joy Division neigende gitaarlijnen, beeldende keyboardtonen, maar vooral de prachtige, emotioneel beladen vocalen van de ontwapenende Iona Lynch maken indruk. Die zingt soms als een ijskoningin over bijvoorbeeld spijt en fouten. De afgeladen volle zaal eet uit de hand van de band en klapt enthousiast mee. Wanneer Gavin Dawkins de trompet ter hand neemt, neigt de gedragen muziek naar het beeldende van Sea Power. Het fraaie optreden van Cliffords groeit langzaam toe naar een onverwacht hoogtepunt van de Eurosonicwoensdag.
Bij de Franse band Gwendoline is het weer 1982. Met behulp van een kraakhelder geluid leggen ze een fraai staaltje synthwave aan de dag. Maar het zijn niet alleen toetsen en beats die overtuigend de klok slaan. Ook de elektrische gitaar laat de echo van The Cure fraai nagalmen. En de Franstalige zang past wonderwel in de donkere tonen, die nergens echt topzwaar worden. Met twee zangers die elkaar afwisselen in af en toe naar rap neigende vocalen en daarnaast met mediterrane klanken, gaan de coldwave-oogkleppen af. Het resultaat is het beste optreden van de dag. Over twee weken is vleermuizenfestival Grauzone. Gwendoline zou daar zeker geen modderfiguur slaan.
Terwijl een penetrante, verbrande tostilucht de Bovenzaal van De Oosterpoort vult, doet het Italiaanse Post Nebbia zijn eigenwijze ding voor niet eens zo heel veel mensen. Het antikapitalistische kwartet zet dat publiek graag op het verkeerde been met psychedelische indierock die doordrenkt is van verrassende synthwendingen. De zang van Carlo Corbellini houdt niet over, maar de ongrijpbare muziek vergoedt veel. Ook postpunk komt voorbij, waarbij gortdroge gitaarlijnen het destijds eveneens activistische Gang of Four in herinnering roepen. En alsof het nog niet genoeg is, komt The Velvet Underground ook nog voorbij. Genoeg voor een origineel en onderhoudend optreden.
Foto Cliffords: André Rozendaal