Sinds haar debuutalbum De Koek uit 2011 heeft Eefje de Visser een enorme muzikale ontwikkeling doorgemaakt. De aanvankelijk voornamelijk akoestische, dromerige singer-songwritermuziek kreeg op latere albums steeds meer elektronische elementen. Kenmerkend voor De Visser is gebleven dat de poëtische, soms uit flarden opgebouwde, Nederlandstalige songteksten niet zozeer de boventoon voeren op de instrumentale begeleiding, maar eerder een melodisch onderdeel vormen van de muziek. Zeker in haar begintijd werd ze hierom nog wel eens met Spinvis vergeleken. Dat is eigenlijk onterecht, overigens niet omdat deze in kwaliteit voor haar onderdoet, maar omdat Eefje de Visser een geheel eigen stijl heeft.
Wat in de loop der jaren ook gegroeid is, is haar livereputatie: De Visser en haar band zijn bekend komen te staan om hun zorgvuldig opgebouwde en perfect uitgevoerde shows. Vanavond in Amare zit er, zoals De Visser later vertelt, familie in de zaal. Wellicht draagt dat er extra aan bij dat ook dit optreden, het een-na-laatste van de huidige tour, een prachtige ervaring zal worden.
De avond begint met Robin Kester [foto hierboven], die in een paar jaar tijd ook al een indrukwekkende muzikale reputatie heeft opgebouwd. Kester vindt het “fucking vet” dat ze voor “de fantastische Eefje de Visser” mag openen. Kester en haar band draaien hun hand echter ook niet om voor een optreden dat staat als een huis. Zelfverzekerd brengen ze de dromerige, van synths en beats voorziene muziek over op de uitverkochte zaal. Op ‘Blinds’ na zijn het allemaal nieuwe nummers, die zelfs nog niet uitgebracht zijn. De bezoekers fungeren dan ook als “testpubliek”, aldus Kester. Die test is geslaagd, want de subtiel gebrachte songs met een mysterieus tintje zijn een genot om naar te luisteren.
Robin Kester is niet alleen vol lof over het “lieve publiek” maar ook over de Concertzaal in Amare. Dit is inderdaad een mooie, ruimtelijke zaal met een uitstekende akoestiek. Die zich ook heel goed leent voor een concert van Eefje de Visser [openingsfoto en foto hieronder], zo blijkt. De felle lampen, die tijdens de geluids- en lichtcheck in het gezicht van het publiek schijnen, gaan aan terwijl De Visser en haar band zich in een halve cirkel achteraan op het podium positioneren, welhaast symmetrisch met Eefje de Visser en haar achtergrondzangeressen zittend in driehoeksvorm in het midden. Synths en drums zwellen mysterieus aan. Dan verandert het licht plots naar een warmere schakering en wordt ‘Heimwee’ ingezet. Het laatste nummer op het gelijknamige, onlangs verschenen album, waarvan uiteindelijk alle tracks voorbij zullen komen.
Na het triphopachtige ‘Gloeien’ stapt De Visser naar voren op het podium, en gaan haar zangeressen (tevens danseressen) staan. Elke opstelling en beweging tijdens de afzonderlijke nummers lijkt minutieus uitgedacht, en de sobere aankleding van zowel het podium als de muzikanten in hun uniforme antracietgrijze outfits wordt gecomplementeerd door een kleurrijke afwisseling in belichting. Ook de oprechte, persoonlijke praatjes van De Visser tegen het publiek dragen eraan bij dat het allesbehalve een kille, georkestreerde bedoening is, maar juist een warm bad. En natuurlijk is het vooral de muziek die daarvoor zorgt. Naarmate het optreden vordert lijken de zachte en tegelijkertijd diepe stem van de zangeres en het volle geluid van de muziek je steeds meer te omhullen.
De nummers afkomstig van Heimwee worden in het midden onderbroken door een blokje nummers van de twee vorige platen, Bitterzoet en Nachtlicht – zelfs de setlist is dus symmetrisch. Tijdens ‘De parade’ gaan voor het eerst de armen van het publiek de lucht in, en daarna zal er nog veel vaker bewogen en gedanst worden in de zaal. Dansen doen ook Eefje de Visser en haar achtergrondzangeressen, soms met slechts subtiele armbewegingen, dan weer met uitgebreidere choreografieën. Net als het spel met licht (en donker) zijn dit niet louter visuele toevoegingen; ze vormen een organisch geheel met de muziek.
Als op ongeveer driekwart van de avond – na een mooi uitgestrekte versie van ‘Ik Weet Dat Hij Het Wil’, voorzien van weidse muzikale intermezzo’s – De Visser wil beginnen iets te zeggen, beloont het publiek haar met een extra applaus en gejuich. “Het is een bijzondere avond”, zegt De Visser niet zomaar. Heimwee is volgens haar een plaat van hoop en levenslust, en die heeft ze samen met haar band zeker op het publiek weten over te brengen.
Want hoe perfect vormgegeven de show ook is, het geheel laat vooral een warme en intieme indruk achter en die balans is ontzettend prachtig en knap aangebracht. Met het melancholische ‘Hoe Doe Je Dat’ – waarmee het optreden eindigt met het eerste nummer van het album, ook hier weer symmetrie! – laat Eefje de Visser de bezoekers met verwarmde harten en zielen de koude nacht in gaan.