Het rondreizende festival Vikendica doet voor de derde keer Vera te Groningen aan. Naast deze stad, kunnen bands uit voornamelijk Oost-Europa hun kunsten vertonen in Leiden, Amsterdam en Rotterdam. In dat deel van Europa gebeuren muzikaal interessante dingen, zo bleek vorig jaar al tijdens de tweede editie. En ook op Eurosonic spelen steeds meer bands uit Oost-Europa. Het is alleen nog aan het publiek om dit te ontdekken én serieus te nemen. Zes acts van divers pluimage tonen dit andermaal aan.
Het is nog niet echt druk in de zaal wanneer Avemaria uit Estland aantreedt. Het viertal maakt rammelpunk die herinnert aan eind jaren tachtig. Ook de groene overall die de straf spelende bassist Alexander Kaseste draagt, gaat terug naar die tijd. De dunne en lange vlecht die zangeres en gitariste Riste Sofie Käär in haar nek draagt, brengt eveneens dat decennium in herinnering. En hoewel tevens ska en reggae voorbijkomen, is het muzikaal niet echt memorabel wat Avemaria laat horen. Tot het moment dat Käär melodie en emotie in haar zangt legt in boeiende indiepopsongs. En wordt het op de valreep toch nog een interessant optreden.
In de Kelderbar doet de Nederlandse maar in Berlijn residerende Liú Mottes het solo. Met zang, een elektrische gitaar, pedalen en effectapparatuur. Als Alienbaby Collective samplet en loopt ze live, van bosgeluiden tot voicerecorder tot noise. Het resultaat zijn soms spookachtig klinkende, gitaargeleide geluidscollages. Ze bouwt de set zorgvuldig op met minimalistische, verstilde slowcore, waarna in een nieuwe compositie noise en gruis langskomen. Wanneer ze beide combineert in door twanggitaargeluiden gestuurde tonen, ontstaat een vervreemdend en muzikaal interessant effect. Ze uit haar twijfel over of het allemaal wel gaat lukken vanavond. Maar na dit originele en onderhuidse optreden blijkt die twijfel ongegrond.
Atol Atol Atol is een viertal uit Wroclaw, Polen. Het genre no wave komt dicht in de buurt van de tegendraadse muziek, maar ook dat dekt de lading niet van de elastieken klanken in de hoogste versnelling. Klanken zoals achterstevoren gespeelde roffeldrums, gitaargeluiden die klinken alsof er een breuk in het gitaarsnoer zit, rollende bastonen, staccato zang, en allerlei samples en vreemde geluiden. De band klinkt als een bastaardzoon van The Lapse, of The Feelies op lsd. Ze zoeken bewust de irritatiegrens op door zangkreten minutenlang aan te houden. En toch is het uitermate dansbaar. We zouden de formatie maar wat graag eens wat langer aan het werk willen zien dan veertig minuutjes.
De meest opvallende verschijning van de avond is Elizabete Balčus [openingsfoto en foto hierboven] uit Letland. Gekleed als paradijsvogel verandert ze de Kelderbar in een sprookjeshof. Ze samplet en loopt naar hartenlust. Zo ontstaat een zorgvuldig opgebouwde set vol dromerige elektronische muziek, die laveert tussen Björk en Anne Clark. Haar veelzijdigheid is indrukwekkend. Zo wisselt ze bijvoorbeeld operazang af met dwarsfluitspel. Daarbij is elke knop die ze indrukt, raak. En danst ze als een robot, maar ook uitbundig. Ze studeerde aan het conservatorium van Riga en dat is te merken. Wat Elizabete Balčus laat horen én zien, is razend knap. Een lang applaus is dan ook haar terechte deel.
Het Roemeense K not K [foto hierboven en onderste foto] heette eerst Karpov Not Kasparov, naar de schaakgrootmeesters. Toch zetten ze het publiek wel degelijk schaakmat met minimalistische, dansbare electropop. Schurend langs de afgrond van kitsch, krijgt het duo iedereen in beweging. Daar zorgen oosterse muzikale invloeden voor, net als krautrock of Italo disco. De zalvende zang van Valeriu Borcos houdt de aandacht vast, en straffe livedrums zijn een meerwaarde. Elizabete Balčus komt daarbij aanvullend haar niet geringe danskunsten etaleren. K not K lijkt zichzelf niet al te serieus te nemen, maar weet verdomd goed waar het mee bezig is. Ze spelen letterlijk met de muziek; een zeer prettig optreden is het resultaat.
Het is weer eens wat anders: darkwave met blackmetalzang. Het Servische duo Worm Man doet het, en het werkt uitstekend. Met een energie die Aux Raus in herinnering roept. Het optreden van K not K loopt uit, dus de Kelderbar is vrijwel leeg. Het gemaskerde duo wacht daar niet op en begint gewoon. Want opgekropte woede moet eruit, zo snel mogelijk. Daarom beukt de zanger ook regelmatig zittend op de vloer met zijn microfoon op de grond. Daarnaast stuitert hij heen en weer, met ogen vol vuur. De kelder is ondertussen gevuld met wild dansende mensen. De energiestoot van Worm Man is een perfecte afsluiting van Vikendica.
Zoals menig festival moest ook Vikendica even op gang komen. De grote variatie aan spannende acts toont de rol als voortrekkersfestival voor de rest van Europa echter opnieuw aan. Niet gehinderd door genres of vastgeroeste ideeën, zijn bands en artiesten uit Oost-Europa ook in het alternatieve circuit een zeer welkome aanvulling in het aanbod. Want de laatste groepen uit Engeland kun je overal zien nietwaar?