Je band vernoemen naar een lokale dönerzaak. Meer punk kan eigenlijk niet. Op ep I Don’t Sweat lag de focus van de Rotterdamse sensatie Tramhaus op keiharde punk, met een rauw undergroundgeluid. Met debuutplaat The First Exit levert de band een net zo prikkelend doch kernachtig werk af, maar ditmaal met minder politiek geëngageerde teksten. Volgens zanger Lukas Jansen gaan de teksten vooral over zijn uit de kast komen en de ervaringen daarmee de afgelopen tien jaar. Met openingsnummer ‘The Cause’ loopt de band gelijk als een trein, net als Jansen: met overwegend schreeuwzang brengt hij persoonlijke passages als “I am the one making mommy proud” of “smiles in the front, disorders in the back“.
Op ‘Once Again’ is de ontevredenheid en frustratie net zo voelbaar, al laat de band hier eerst de spanning toenemen, om daarna alsnog volledig loos te gaan. De denkbeeldige wielklem die de band zichzelf oplegt, ontploft steeds bijna, net als de versterkers; het samenspel van gitaar en bas is meer lawaai dan per se mooie muziek. De overstuurde, dissonante gitaarklanken van Nadya van Osnabrugge, die ze zelf beschrijft als “kijken of je van iets lelijks iets moois kan maken, of omgekeerd iets moois kapot”, contrasteren met de nettere benadering van medegitarist Micha Zaat.
De gitaarduels die ze uitvoeren zorgen voor een interessant kat- en muisspelletje, dat de denkbeeldige wielklem nog meer op spanning zet. Tijdens het pakkende doch noisy ‘Semiotics’ huilen de twee gitaren smekend naar elkaar, terwijl ze op ‘Ffleur Hari’ lijnrecht tegenover elkaar staan. Het gitaarwerk zit gewoonweg vol met details. Het moge duidelijk zijn dat het vijftal niet geneigd is één bepaalde richting op te willen. Dat laatste sijpelt wel af en toe iets te ver door in liedstructuren. ‘Beech’ en ‘Worthwhile’ voelen ietwat geforceerd en schetsmatig aan.
Het zou het vijftal zelf waarschijnlijk weinig kunnen schelen. Journalistentermen als ‘protestband’, ‘postpunk’ of ‘noiserock’ worden steevast afgewezen. Tramhaus is echt een liveband: opstaan en spelen, dan volgt de rest vanzelf. Is dat ook niet waar bands eigenlijk voor bedoeld zijn? Als je maar iets voelt bij de muziek, en het is aan jezelf om te bepalen wat.
Zoals het een goede punkband betaamt, is de debuutplaat helemaal geen debuutplaat. Vanuit de kleinste zalen in Nederland heeft de band zich op weten te werken naar het grote publiek. Na al aardig wat livemijlen door half Europa evenals Japan te hebben afgelegd, is de nieuwste van Tramhaus een prachtige inkijk in de doorontwikkeling van Rotterdams beste undergroundband van dit moment. Als dit de eerste afslag was, wat zal de volgende dan brengen?