Niets gemakkelijker dan het schrijven van een recensie na een optreden van The Stranglers. Uitverkochte zaal, goede sfeer en divers publiek. Ook fans die in geen veertig jaren naar een concert zijn geweest. Het oude punkjasje met badges is een paar dagen geleden uit een kelderkast gehaald en heeft een nachtje buiten gehangen. De playlist in Spotify is een aantal malen beluisterd om de teksten mee te kunnen brullen.
Voor het podium in De Melkweg staat een hekje. De fotografen mogen vrij bewegen. The Stranglers vinden het prima om het gehele optreden gefotografeerd te worden. Het hekje houdt bovendien de bezoekers op afstand. Geen wilde toestanden, fans zijn er om mee te zingen en, zo blijkt, afgeprijsde merchandise in de hal te kopen. Forse kortingen op T-shirts en hoodies aan het einde van de tournee, zo staat er op een blaadje geschreven. Op de tafel ligt verder alleen de laatste release Dark Matters.
The Stranglers is een naam uit het verleden. De Engelse groep heeft een aantal stevige hits op de naam. Bassist Jean-Jacques Burnel is van eenentwintig februari 1952 en het enige originele lid. Hugh Cornwell stapte in 1990 uit de groep en maakt al jaren redelijk succesvolle soloplaten. Ex-leden Jet Black en Dave Greenfield zijn overleden.
In De Melkweg hapert het materiaal even. De lichten gaan aan, er is even verwarring maar dan opent Burnel ‘Toiler on the Sea’ met zijn herkenbare basgeluid. De bekende punkrock vult de zaal. Na ‘(Get A) Grip (On Yourself)’ en ‘Duchess’ is er tijd voor een begroeting. Zanger en gitarist Baz Warne sneert een aantal malen “fuck you” de zaal in, waarschuwt de Engelse toeschouwers voor de gevaarlijke stad Amsterdam en zet ‘The Raven’ in.
The Stranglers putten uit een oeuvre van achttien langspelers. Op al die albums prijken hits. In De Melkweg blijken niet alle tweeëntwintig liedjes van de setlist even populair. Er staan vijftig of zestig grotendeels Engelse fans frontaal voor het podium. Elk woord, elke regel, elke beweging wordt uitgevoerd zoals dat bij talloze voorgaande concerten is gedaan. Ook deze trouwe fans moeten het doen met twee begroetingen van Warne en voor de toegiften een babbel van Burnel. Hij kondigt als eerste toegift het oudste nummer ‘Go Buddy Go’ aan. The Stranglers sluiten af met ‘No More Heroes’, de grootste hit van de groep uit september 1977. Bij de tweeëntwintigste song is er heel even in het contingent Engelsen een kleine moshpit.
Heel af en toe worden de fans verrast. ‘Princess of the Streets’, ‘Genetic’ en ‘White Stallion’ worden door de groep opgerekt. Het geeft de groepsleden de gelegenheid om wat op adem te komen. En alleen de allertrouwste fans mompelen de teksten van die wat onbekendere nummers mee en steken een hand in de lucht. ‘Tank’ sluit het concert af. Het is een wat anoniem liedje van de groep. Het is punkrock, maar bepaalt niet het fundament voor een zwetende pogodans.
Na afsluiter ‘No More Heroes’ is er iets wat op een gezamenlijke buiging lijkt en wandelt de groep van het podium. Het is een wat kil gebeuren, vooral voor de fans die vanuit Engeland naar Amsterdam zijn gereisd. Ze ballen waar gevraagd de vuisten en heel af en toe is er zelfs een middelvinger, maar dat is toch vooral een gebaar uit het verleden. Bij het naar buiten schuifelen blijkt er nog een exemplaar van Dark Matters op de tafel te liggen.
The Stranglers zijn “geen helden meer”. Thuis nog maar eens een goede Best Of opzetten.
Princess of the Streets werd niet gespeeld 🙂