Beeld: Joséphine Kurvers.
Zelfbenoemd Arctic Chanteur Sivert Høyem maakt eind jaren negentig als zanger van de Noorse popnoirband Madrugada indruk met de geweldige debuutplaat Industrial Silence. Zijn eikenhouten stemgeluid wordt het handelsmerk van de band, die in 2008 uit elkaar valt na het tragische overlijden van gitarist Robert Burås. Høyem gaat solo verder en bouwt een succesvolle carrière op. Recent verscheen zijn zevende plaat Dancing Headlights, met daarop acht prima songs die laveren tussen ingetogen en uitbundig. Wat volgt is een tour waarbij Sivert Høyem slechts gewapend met gitaar op het podium staat. Het brengt hem op bijzondere plekken, zoals het dorpje Runavík op de Faeröer Eilanden. Of een uitverkochte Nieuwe Kerk te Groningen.
De akoestiek van de zeventiende-eeuwse kerk leent zich uiteraard uitstekend voor de zalvende baritonstem van de Noorse zanger. Vanaf de eerste tonen van een zinderend gebracht ‘Blown Away’ is het optreden dan ook een vocale zegetocht voor Høyem, die de akoestische gitaar afwisselt met de elektrische. Daarbij ruilt hij fraai beeldende twanggeluiden in voor gruizige lijnen of ingetogen folktonen. Het aandachtige veertig- en vijftigpluspubliek, dat Madrugada ruim twintig jaar geleden wellicht al aan het werk zag tijdens zeer memorabele optredens in Vera, is muisstil. Slechts een enkeling steekt een mobiele telefoon in de lucht.
Het verhoogt de intieme sfeer van het indrukwekkende concert, waarin een dwarsdoorsnede van zijn oeuvre voorbijkomt, maar ook een aantal covers. Een prachtige uitschieter is de cover van ‘Just Be Simple’ van Songs: Ohia, waarin de vocale intonatie van Høyem de emotionele beladenheid van Jason Molina fraai benadert. Songs van de laatste plaat krijgen zonder band ook geslaagde uitvoeringen, zoals het ingetogen melancholieke ‘Hollow’, dat uitbundig eindigt.
Sivert Høyem voelt zich overduidelijk op zijn gemak in de pastorale omgeving van de Nieuwe Kerk. Tussen de songs door neemt hij dan ook ruim de tijd om uit te wijden. Over bijvoorbeeld de tijd die hij in de jaren negentig doorbracht in een hotel in Stockholm, nadat zijn toenmalige relatie op de klippen liep. Het leidde tot de volgens eigen zeggen zonder nadenken geschreven Madrugadasong ‘Majesty’, die hij daaropvolgend even geïnspireerd als onderhuids ten gehore brengt. Het andere nummer van Madrugada dat hij speelt is ‘Honeybee’, dat een prettig breeduit klinkende uitvoering krijgt.
Vuige rocknummers zoals op Madrugada’s Grit uit 2002 schrijft Sivert Høyem niet meer, zodat op sommige momenten de aandacht wat verslapt tijdens het bijna negentig minuten durende optreden. Maar al snel krijgt het unieke, donkere stemgeluid van de sympathieke Noor je weer bij de les. Vocalen die ook de komende jaren niets aan kracht zullen inboeten. Dat maakt dit prachtige optreden maar weer eens duidelijk.