Foto’s: Peter
HOOFS is een band met een verhaal. Zanger Ramón van Geytenbeek stapte vorig jaar uit het leven. HOOFS [foto hieronder], lawaaipunkers pur sang, hadden twee ep’s op de naam staan en aan een derde werd gewerkt. De show in Tolhuistuin wordt opgedragen aan Van Geytenbeek. Jessie van Sambeek blijkt een waardige opvolgster achter de microfoon.
Het is vaak een beetje lullig om in het voorprogramma van een wat grotere band te staan. De zaal loopt vol, bezoekers willen een drankje en even bijpraten. Op het podium staan echter muzikanten die de avond belangrijk willen maken. HOOFS doet vanavond alles goed. Er is emotie op het podium rondom Van Geytenbeek en de zaal wordt betrokken bij het optreden. Van Sambeek stapt van het podium, maakt contact en is in alles een uitstekende frontvrouw. HOOFS speelt een prima show van dertig minuten. Titels van liedjes als ‘Queer’ en ‘Fists’ zeggen veel, zo niet alles. Het bereik van Van Sambeek is niet al te groot, maar dat is kritiek voor later in een carrière. Voor nu is het wachten op nieuwe muziek en optredens om die derde ep te promoten.
Hoewel debuut The Great Regression zeer lovende recensies ontving, is Ditz [openingsfoto, foto hierboven en foto’s hieronder] niet naast de schoenen gaan lopen. Het vijftal uit Brighton neemt een prettige DIY-houding mee naar Amsterdam. De groepsleden zetten zelf de microfoons en versterkers neer, stemmen even en hebben oog voor de fans voor het podium. Zanger Cal Francis ontbreekt, naar later blijkt omdat hij zich in een jurkje moet wurmen en wat make-up wil aanbrengen. De tweede langspeler Never Exhale is zojuist verschenen en overtuigt op vele fronten. Tekstueel en muzikaal heeft Ditz stappen gemaakt.
De band opent met ‘V70’ van Never Exhale. Het is een soundscape vol lawaai, zo’n nummer waar het publiek ingezogen wordt. Francis wandelt het podium op en alle ingrediënten voor een geweldige show zijn aanwezig. Na vier of vijf nummers begint het echter al te wringen. Francis stapt de zaal in, klimt naar de eerste ring, haalt gymnastische toeren uit en betrekt uiteindelijk ook de fans aan de bar bij het optreden. Even later klautert hij vanaf de eerste ring naar beneden. Het jurkje blijkt onflatteus kort. De bedoelingen van Francis zijn grappig maar vooral oubollig. De bezoekers volgen de reis van de zanger. Niet veel later is hij terug op het podium en betast hij het kalende hoofd van een bezoeker. Hij wil op de handen van fans staan en hoofden gebruiken voor evenwicht. Francis stapt minder dan een halve meter weg van het podium en zoekt balans. Er is herkenning in de zaal. John Coffey, Pinkpop! In Amsterdam is er echter niemand die een glas bier gooit.
Het optreden van Ditz valt verder vooral tegen. De teksten zijn slecht te verstaan, er is geen enkele muzikale explosie, nummers gaan alleen maar meer op elkaar lijken en de capriolen van Francis worden potsierlijker. De door de zanger gedirigeerde moshpit komt niet tot leven en blijft uiteindelijk beperkt tot een sjofele polonaise.