Het is ongelooflijk hoe snel de muziekwereld verandert door internet. Op sociale media zoals TikTok kan het toevallig opmerken van een band (ofwel viral gaan) door geavanceerde algoritmes de sleutel tot succes zijn. Zo ook voor Molchat Doma (Молчат дома), een band uit het Wit-Russische Minsk. Het wapenfeit van de band is ‘Судно (Борис Рыжий)’, een nummer over de veel te vroeg overleden dichter Boris Ryzhy. TikTok staat vol met terneergeslagen filmpjes van verlaten betonnen gebouwen uit het Sovjettijdperk, met het even sombere nummer op de achtergrond. Het kenmerkende geluid van het Wit-Russiche drietal, dat klinkt als allesbehalve het grootste budget of de vetste productie, is nog archaïscher dan het geluid van de bands uit de jaren tachtig waar de band inspiratie uit lijkt te putten. Vooral debuutplaat С крыш наших домов, lijkt wel een verzameling vergeten demotapes uit 1984, die na veertig jaar verstoffen op zolder het daglicht weer zien.
Als het eerdere werk ‘vroege eighties’ was, is de nieuwste plaat Belaya Polosa ‘vroege nineties’, De nummers zijn veel helderder geproduceerd, en openingsnummer ‘Ты Же Не Знаешь Кто Я’ had zo in de playlist van je typische jarennegentigdiscotheek gepast. Scherpe industriële ritmes gecombineerd met de dreigende baslijnen maken daarna van ‘Сон’ een dansbaar doch sfeervol hoogtepunt. Het zijn allebei nummers van de lange adem: het eerste is bijna vijf, het tweede meer dan zes minuten lang. Hierin ligt zowel de kracht als zwakte van de plaat: nummers als ‘III’ of ‘Черные Цветы’ zijn eigenlijk te lang en er gebeurt te weinig.
Na het sfeervolle titelnummer komt ‘Безнадежный Вальс’ (‘hopeloze wals’). Waar andere nummers wellicht beelden van verlaten warenhuizen voor de geest haalden, is dit het resultaat van het bespelen van de oude piano die daar nog stond. Het nummer heeft een andere, meer sinistere sfeer dan doorgaans van de band te verwachten is, die het beter gedaan had bij even grimmige nummers. Na de wals komen veel voortkabbelende nummers. De tweede helft van het album mist dynamiek. Het jammere is dat hierdoor het album in tweeën wordt gesplitst: nadat de intensiteit van de nummers een heel andere kant op gaat, komt het daarna nooit meer op het niveau van wat het daarvoor was.
Hoewel het drietal na de inval in Oekraïne van Wit-Rusland naar Los Angeles is verhuisd, is de bedruktheid van post-sovjet Wit-Rusland onder Loekasjenko nog beter te voelen dan op eerdere albums. De combinatie van baritone zang, dreigende baslijnen en ijskoude gitaarlijnen blijft niet altijd even spannend, maar wordt op overtuigender wijze gebracht. Waar vroegere albums dezelfde eentonige formule volgden, is de focus verschoven naar een gevarieerder geluid dat meer mensen zal kunnen aanspreken. Het aloude probleem van ‘hoe een groot publiek aan te spreken zonder de essentie van de band te verliezen’ geldt hier ook. Het is te hopen dat in de toekomst de band geen concessies aan zichzelf gaat doen in de naam van grote bekendheid. Dat zou zonde zijn van een van de meest unieke bands die afgelopen jaren in Europa is opgedoken.