Ogenschijnlijk lijkt Ken Yates de zoveelste singer-songwriter te zijn: zingend over zijn diepste zielenroerselen met een zachte stem, zichzelf begeleidend op een gitaar. Maar wie aandachtiger luistert, ontdekt een vindingrijke tekstschrijver die inventieve gitaarpartijen combineert met pakkende melodieën.
De Canadees brengt nu zijn vierde album Total Cinema uit. Zoals de titel doet vermoeden is het geluid groots en kleurrijk. Althans, voor Yatesbegrippen. Subtiliteit en terughoudendheid blijven bij hem vooropstaan. Vanuit zijn woonplaats – anderhalf uur rijden ten noorden van Toronto – spreekt hij over zijn nieuwste productie.
“Dit album is de volgende stap na Cerulean uit 2022. Daarop verliet ik de folkkant van mijn eerste twee albums. Dat akoestische geluid ontstond eigenlijk vanzelf omdat ik veel alleen met mijn gitaar toerde. Ik heb zelf juist meer met indiemuziek. Tijdens de pandemie heb ik thuis een studio gebouwd en had ik veel tijd om te experimenteren met geluiden. Ik deed ook veel zang-overdubs. Op Total Cinema hebben we daar in de arrangementen nog meer gebruik van gemaakt.”
Er staan ook meer uptempo nummers op dit album.
Daar heb ik bewust voor gekozen. ‘Under the Cover of Light’ en ‘Sidewinder’ waren bijvoorbeeld oorspronkelijk ballads. Ik heb veel met de tempo’s geëxperimenteerd. Ook hou ik erg veel van een constante groove en ruimte in mijn muziek. Hoe meer geluiden je opstapelt, hoe kleiner het aanvoelt. Zo zijn veel van de arrangementen bij de outro voor ‘The Great Resolution’ eruit gehaald of – zoals met de blazerspartij – achter in de mix gezet.”
Gebleven zijn de sterke teksten waarin je met een melancholische blik gesprekken uit je eigen leven naar boven haalt. Klopt dit?
“Ja, het begint vaak met gesprekken die ik heb gehad. Ik bewerk het wel sterk om het interessanter te maken. De waarheid moet een goed nummer niet in de weg staan.”
Een hoogtepunt is ‘The Great Resolution’, waarin elke zin een oneliner is.
“Dankjewel, dat is ook mijn favoriete nummer. Het is niet de meest persoonlijke tekst van de plaat, maar wel het meest niet-gefilterde. Ik liet al mijn cynische gedachten de vrije loop. Zo gaat een couplet over de Freedom Convey in Canada. De laatste keer dat ik in het westen op tournee was, reed ik door kleine bergdorpjes. Daar zag je teksten als ‘Freedom’ in de sneeuw staan, geschreven door rijke mensen die een gigantisch stuk land bezitten. Dat vond ik absurd.”
Heb je zelf favoriete tekstschrijvers?
“Jason Isbell is zeker een van de beste, maar ook Sam Fender heeft mooie zinnen. Charlotte Cornfield, een Canadese muzikant, vind ik ook erg goed.”
Op elk album haal je even Los Angeles aan. Heb je iets met die stad?
“Dat viel mij laatst ook op (lacht). Het representeert voor mij de keuze waar je als artiest voor staat: moet ik verhuizen naar een stad waar de industrie zich bevindt of kan ik het ook maken vanuit de plek waar ik wil leven. Het is een vraag die je wel blijft achtervolgen: wat als ik naar LA verhuisd was?”
En wat is je antwoord?
“Ik heb zelf die ervaring gehad door aan het begin van mijn carrière in New York te wonen. Nu ga ik nog wel elk jaar naar Los Angeles en Nashville om te spelen en contacten te onderhouden.”
Je hebt ook gestudeerd aan het befaamde Berklee College of Music, waar ook Gillian Welch naartoe is gegaan.
“Dat was in Boston ja. Ik ging daarheen als gitarist en wilde ontdekken of ik muzikant wilde worden. Pas in mijn derde jaar schreef ik mijn eerste nummers. Ik had niet het idee dat ik er goed in was, maar ik heb er hard aan gewerkt en kreeg support om hiermee door te gaan.
Mijn sterkste punt is gitaarspelen en daar komen mijn melodieën vandaan. Ik probeer er altijd iets interessants mee te doen. Alleen een G-akkoord spelen vind ik snel saai worden.”
Heb je als soloartiest ook sparringpartners?
“Ik heb een goede vriend, Brian Dunne – die het geloof ik vrij goed doet in Nederland – en hem stuur ik mijn demo’s. Vaak met de vraag of het zin heeft om verder aan het nummer te werken. Het is fijn om iemand te hebben die eerlijke feedback geeft.”
Op je albums werk je ook veel samen met zangeressen, zoals Katie Pruitt en Kathleen Edwards.
“Dat was voor Cerulean. De meeste van hen ken ik via tournees of ik heb ze gewoon een mail gestuurd. Zelf heb ik nu een aantal nummers voor het nieuwe album van Kathleen geschreven. Op Total Cinema werkten nu mensen mee die in de buurt waren. Zo zingt Jenn Grant mee en zij is de vrouw van mijn producer Daniel Ledwell.”
Speel je live nu wel met een band?
“De komende weken ga ik samen met Brian Dunne wat shows doen. In de herfst staat een tournee met een band gepland. In augustus word ik vader, dus het zal interessant worden hoe het toeren me dan zal vergaan (lacht). Voor Europa zijn er nog geen plannen, maar hopelijk gaat dat er van komen. Ik was daar voor het laatst voor mijn tweede album.”
Foto’s: Brittany Farhat / Good Job Hi Five