Je noemt je band Fat Dog en vervolgens noem je de debuutplaat doodleuk WOOF.. De kans is groot dat het op die manier niet om een stel aan weltschmerz lijdende types gaat. En inderdaad: tijdens coronatijd werd Fat Dog opgericht om wat tegengas te geven aan bands die zichzelf iets te serieus nemen. Toch gaat het hard met het vijftal uit Brixton, Londen. Van hoogtepunt tijdens Eurosonic naar glansrijke optredens tijdens Lowlands en Into the Great Wide Open. Wat wil je ook met een energieke cocktail van rock, dance, klezmer en postpunk? Het brengt de formatie naar een uitverkocht Vera.
Voordat het feest losbarst, is het de beurt aan Ellis Dickson, alias ELLiS•D [foto hierboven]. De zanger-gitarist uit Brighton heeft vijf bandleden meegenomen om het publiek prettig op het verkeerde been te zetten met muzikale afslagen als krautrock, psychedelica en funk. De frontman oogt androgyn als een jonge Marc Bolan, en zijn hoge zangstem doet denken aan die van Brett Anderson van Suede. Tijdens de eerste nummers zoekt hij de randjes van de pathetiek op door nogal veel drama in zijn vocalen te leggen. Naarmate het optreden vordert, komt overduidelijk naar voren dat ELLiS•D uitstekende en spannende nummers maakt. Die daarnaast door een hechte band gespeeld worden. Ergo: er zijn mindere voorprogramma’s denkbaar dan de avontuurlijke ELLiS•D.
Het jonge gedeelte van het publiek staat al in de startblokken voor een moshpit die de opzwepende muziek van Fat Dog [overige foto’s] bij vrijwel elk optreden oproept. Ook in Vera is het al vanaf het tweede nummer raak, wanneer een groot gedeelte van het publiek opgaat in de kolkende massa. De quasi- nonchalante en in judopak zonder band gestoken zanger Joe Love, pookt de uitgelaten sfeer verder op met weidse armgebaren en bizarre teksten over bijvoorbeeld naaktslakken. Ook andere bandleden staan niet in hun zondagse kleding op het podium, zoals bijvoorbeeld Morgan Wallace, die in boksbroek de saxofoon prettig bespeelt.
Net als op WOOF. vallen er zeker op het podium weinig muzikale subtiliteiten te ontdekken bij Fat Dog. De band bezwijkt bij momenten bijna aan de eigen bombast. Zeker wanneer op plaat eveneens als muzikale bombardementen gebrachte composities als ‘Running’ en ‘King of the Slugs’, live nog dikker worden aangezet. Je kunt ook overdrijven, denk je dan misschien. Toch is het wellicht een voorbode voor de grotere zalen die straks ook voor de bijl gaan voor de dancepunk van Fat Dog. En hoewel het vijftal opwindend afsluit met een geslaagde cover van ‘Satisfaction’ van Benny Benassi, is er dan wel een langere setlist nodig dan een krappe drie kwartier.