Bonnie ‘Prince’ Billy + Mess Esque Paradiso, Amsterdam (13-05-2025) C’est la vie.

Bonnie 'Prince'Billy

Foto’s: Jan Rijk

Naarmate miljoenen mensen zich thuis voor de televisie verzamelen voor de eerste halve finale van het Eurovisiesongfestival – en Nederland zijn hoop richt op Claude en zijn lied ‘C’est la Vie’, waarin hij de levensles van zijn moeder bezingt dat het leven niet altijd makkelijk is – klinken in Paradiso heel andere verhalen en muziek.

Hier geen competitie, nauwelijks vlaggen, maar wel verhalen. Geen jury, wel oprechte emotie. Minder glitter, maar evenveel glans.

Popgeschiedenis in de Bovenzaal

In de Bovenzaal wordt het boek gelanceerd van voormalig VPRO-programmeur Martijn Stoffer, waarin hij de wortels van de popmuziek ontrafelt. Van Jamaica naar Cuba, van de blues naar rock-‘n’-roll, van liefde naar oorlog en vrede: verhalen als muzikale tijdreizen. Zijn verhalen worden luister bijgezet dankzij de livemuziek van Hallo Venray en DJ Crazy Crudesjev.

Mess Esque

Fluisterende klanklandschappen
In de Grote Zaal opent Mess Esque [foto hierboven], het project van de Australische zangeres Helen Franzmann (McKisko) en gitarist Mick Turner (Dirty Three). Hun muziek is fluisterend, zwevend, meer gevoel dan betekenis, meer sfeer dan structuur.

Franzmanns stem beweegt zich als een gedachte door Turners repetitieve gitaarlijnen. De teksten voelen als innerlijke monologen of dromerige flarden van herinneringen. Thema’s als verlies, verlangen, tijd en afstand worden niet uitgesproken, maar voelbaar gemaakt.

Percussionist Alex Neilson (Trembling Bells, Alex Rex) gebruikt zijn instrumenten op een verhalende manier: met vrije, vaak improvisatorische structuren, waarbij stilte, onverwachte accenten en klankkleur net zo belangrijk zijn als ritme. Zijn spel is beïnvloed door freejazz en folktradities, wat hem in staat stelt om muziek te maken die voelt als een dialoog als een actieve verteller in het muzikale geheel.

Bonnie 'Prince' Billy


Zeggingskracht

Na de change-over betreden de muzikanten het podium: Jacob Duncan (saxofoon, dwarsfluit), Thomas Deacon (gitaar, bugel, klarinet), Alex Neilson en Will Oldham zelf – alias Bonnie ‘Prince’ Billy [foto hierboven]. Allemaal met glitter op het gezicht, een knipoog naar het theatrale.

Oldhams werk is doordrenkt van existentiële thema’s: liefde, verlies, sterfelijkheid, verlangen. Zijn teksten zijn poëtisch, dubbelzinnig, spiritueel, cynisch én aards. Zijn zang is breekbaar en expressief, soms onvast, maar altijd raak.

Hij performt met grote gebaren: gebalde vuisten, stampende hakken, een mimiek die verraadt wat woorden niet altijd kunnen. In zijn ironie schuilt oprechte emotie; in zijn kwetsbaarheid schuilt zijn kracht.

The Purple Bird
Aanleiding voor de tour is het nieuwe album The Purple Bird (2025), geproduceerd door David Ferguson, met wie Oldham eerder werkte toen Johnny Cash zijn ‘I See a Darkness’ coverde. Dat nummer komt laat in de set, als intiem moment van melancholische zelfkennis. De duisternis in het lied is geen depressie, maar een gedeeld verdriet en dat vriendschap belangrijker is dan de genezing.

De set opent met ‘Queens of Sorrow’, waarin verdriet wordt omarmd, niet bestreden. Ook met ‘The Brute Choir / New Partner’ grijpt Oldham terug op zijn Palace-jaren. Wat klinkt als een liefdeslied, blijkt beladen met verraad en afstand. “You were always on my mind” klinkt hier niet als troost, maar eerder als verwijt. Het oude werk krijgt door de bezieling en de virtuositeit van de band een nieuw gezicht. Bekend, maar transformerend.

Van het nieuwe album spelen de muzikanten onder andere ‘London May’, een intiem spel tussen tijd en plaats, en ‘Guns Are for Cowards’, waarin machismo en geweld worden ontmaskerd. Oldham stelt morele vragen zonder te moraliseren. Hij legt menselijke kwetsbaarheid naast de schijn van kracht; een wapen is geen overwinning, maar een vlucht.

Samenzang en slotakkoorden
Halverwege de set nodigt Oldham Helen Franzmann en Mick Turner opnieuw uit op het podium. De zes muzikanten smelten samen tot één klanklichaam, zichtbaar genietend van elkaars energie. Net voor de toegift zingt het publiek op aanwijzing van Oldham luid mee met ‘May It Always Be’ (2001). Het nummer bezingt een liefde die blijft ondanks gebreken, en de wens om samen te zijn, ondanks alles. Het is een warm, verbonden moment.

De toegift bestaat uit drie nummers van The Purple Bird. Eerst ‘Boise, Idaho’, een lied over spijt, wroeging en kwetsbaarheid, muzikaal gedragen door een van de mooiste melodieën van de avond. Daarna volgt ‘Tonight with the Dogs I’m Sleeping’, een licht chaotisch honky-tonknummer vol zelfspot. Tot slot klinkt ‘This Is Far from Over’ – geen euforische climax, maar een bevestiging dat het werk van voelen, worstelen en begrijpen nooit ophoudt: C’est la vie.

Bonnie ‘Prince’ Billy

Bonnie 'Prince' Billy
Bonnie 'Prince' Billy
Bonnie 'Prince' Billy
Bonnie 'Prince' Billy

Bonnie 'Prince' Billy

Mess Esque

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *