Veertig jaar: The Chameleons – What Does Anything Mean? Basically Stilte, zee, en lucht.

Albumcover What Does Anything Mean? Basically van The Chameleons

Onder de bruine rook en het machinale geratel van Engelse industriesteden ontstaan er begin jaren tachtig bands, die zo onversierd klinken als de plekken waar ze rond ontstaan. In de punk uit die tijd is weinig hoop te bespeuren. The Chameleons uit postpunkstad Manchester zijn wellicht geïnspireerd door het eerste moment dat er lichtstralen door de roetpluimen heen dringen. Reg Smithies speelt daarbij de drogere en nijdigere gitaarlijnen. Collega-gitarist en tegenhanger Dave Fielding geeft met een flinke lading reverb-effecten juist een contrasterende, dromerige inslag aan het bandgeluid.

Dit is later voor de nog dromerigere shoegazebands erg bepalend gebleken. En nog steeds zijn bij huidige postpunkbands contrasterende gitaarlijnen in trek. Beide zijn te horen op het weergaloze debuut Script of the Bridge uit 1983; dat is gejaagd, atmosferisch en toch opbeurend, bijna triomfantelijk. Qua geluid hoort het thuis in de grote stadions, niet alleen in de kleinere zalen waar de band vooral optreedt begin jaren tachtig. Het debuut is bijna een best of-collectie.

En in zekere zin is dat het ook. Van de nummers die het viertal vóór 1983 schrijft, verschijnt een deel uiteindelijk op plaat twee. Min of meer als contractuele verplichting met de platenmaatschappij verschijnt in 1985 What Does Anything Mean? Basically. De eerste tekenen zijn aanwezig van de richting die de band later nog eens zou inslaan: akoestische intro’s, sfeerelementen zoals kraaiende vogels en meer ruimte voor rustige opbouw. Maar dat onstuimige punkriffs een groot deel van het Chameleonsgeluid hebben bepaald, blijkt wel uit ‘Return of the Roughnecks’. De teksten zijn in de gehaaste consumptiemaatschappij van nu relevanter dan toen ze opgenomen werden:

They call it elevated living / A faster future for a faster breed / Unforgiving, unfulfilling / … / Vices embraced in times of crisis / That’s all

De combinatie van nummers maakt het album wel onsamenhangend. En de muzikale rookpluimen en lichtstralen van weleer zijn verborgen door een waterige mist van studiogalm. Er zijn wel degelijk ingewikkelde gitaarverwevingen, maar de productie doet ze weinig goed: het knoppengedraai in de studio had echt minder gekund. Bijvoorbeeld ‘Intrigue in Tangiers’ – live een van de beste – komt hierdoor vanaf het vinyl niet volledig tot zijn recht. Demo’s klinken ironisch genoeg soms beter dan albumversies, hier ook. Luister eens naar de demo’s op de albumremaster uit 2009.

Die demo’s klinken meer als de liveoptredens, waarin de etherische en nijdige kanten van deze donkere gitaarpop elkaar constant afwisselen. De veelzijdige muziek van The Chameleons verdraagt helemaal geen onnodig eenvormige productietechnieken. Het is juist het contrast in geluid en gevoelssfeer dat de band zo goed maakt. Met What Does Anything Mean? Basically illustreert de band nog steeds zijn eigen talent om deze contrasten in felle dreampop vast te leggen. Het dromerige is leidend: openingstrack ‘Silence, Sea and Sky’ bestaat zelfs uit alleen maar synthesizertonen. Net zo berustend als stilte, zee en lucht.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *