De grootste hausse van de postpunkrevival leek inmiddels achter ons te liggen, maar ziedaar: in Engeland en Ierland wakkerde dit jaar het vleermuizenvuurtje weer aan met bands als The Murder Capital, Fontaines D.C. en Black Midi. Whispering Sons is al een aantal jaren de postpunktrots van België met als unique selling point de vrouwelijke bariton van Fenne Kuppens. Het brengt de band naar een bijna uitverkocht Vera.
Fornet
Net als Whispering Sons komt voorprogramma Fornet uit Belgisch Limburg. De band omschrijft de muziek als ‘provinciale postpunk’, met invloeden van new wave tot krautrock. Toch is er weinig provinciaals te bespeuren aan de muziek van Fornet: het klinkt eerder als broeierige grotestadsrock, als bastaardkind van Evil Superstars en Nasmak. De dansbare, dreinende nummers kennen vrijwel geen refreinen, en nog minder een kop en een staart. Het vervreemdende effect van het optreden versterkt Fornet met krassende gitaargeluiden en tegendraadse effecten op toetsen. Fornet is een interessante nieuwe loot aan de boom van de dwarse Belgenpop, zoveel is duidelijk.
Whispering Sons
Vlak voordat het vijftal het podium betreedt, heerst er een verwachtingsvolle spanning in de drukbevolkte zaal: de livereputatie van Whispering Sons is de band kennelijk vooruitgesneld. Vanaf de eerste duistere tonen is duidelijk dat hier een band staat die zijn livesporen door middel van optredens in heel Europa verdiend heeft. Een professionele lichtshow met bijvoorbeeld zoeklichten en een hard maar helder geluid: het bewijst dat het menens is met Whispering Sons sinds het geweldige Image uit 2018.
Een routineuze klus is het optreden allerminst te noemen, want de als altijd in maagdelijk wit geklede Kuppens neemt je al snel mee naar de donkerste krochten van de ziel. Soms kijkt ze onheilspellend de zaal in, dan weer danst ze als een marionet wanneer het tempo van een nummer omhoog gaat. Maar uiteraard maakt ze de meeste indruk met haar eikenhouten vocalen: al snel gaat ze in het ritmisch ijzersterke ‘Got a Light’ van onderhuidse praatzang naar gepijnigde schreeuwvocalen: “How are you feeling, good?”; meer louterend kan het bijna niet.
Wanneer het je lukt om de aandacht op de andere bandleden dan Kuppens te richten, dan valt daar eveneens veel te halen. De bedrieglijk achteloos gespeelde drums en percussie van Sander Pelsmaekers klinken even kil als stuwend, alsof Martin Hannett zelf achter de knoppen zit. Sander Hermans produceert vanachter zijn Moog-synthesizer zowel stroperige als ijle geluiden die bij momenten aan Clan of Xymox doen denken. Gitarist en sprinkhaan Kobe Lijnen produceert gierende newwavelijnen die soms platgetreden paden bewandelen; maar het voortdurende bijna-uit-de-bocht-vliegen van zijn spel dwingt bewondering af. Bassist Tuur Vandeborne is de rots in de branding wanneer de muziek bijna ten onder dreigt te gaan aan de eigen topzware lading.
Op die manier weet Whispering Sons prachtig te schakelen tussen dromerige, zonder drums aangezette nummers en uptempo, dansbare songs. Met als fraai voorbeeld het zorgvuldig opgebouwde ‘Waste’, dat eindigt in een draaikolk van emotionele zang en hamerdrums. Of het toegankelijke ‘Wall’, waarop het fijn dansen op een vulkaan is, door zowel ouderwets dubbeltjeszoekende veertigers als jonger publiek. Postpunk is voor alle leeftijden, zoveel is na dit enerverende optreden duidelijk.
Beeld: Bob de Vries