De gemeente Leeuwarden blijft het festival Welcome to the Village nauwlettend in de gaten houden. Zo werden bij voorgaande edities de geluidsnormen ter plekke gehandhaafd en moesten concerten gecanceld worden bij overschrijding ervan. Ook dit jaar moeten optredens die op een buitenpodium gepland stonden, naar binnen verplaatst worden bij te veel decibels. Tel daarbij op dat bands op het laatst – meestal wegens ziekte – niet komen en je hebt behoorlijke verschuivingen in de planning.
Zo’n band die op het laatst is toegevoegd aan het programma is Laster [foto links] uit Utrecht. Het gemaskerde drietal is al tien jaar samen, maakt blackmetal zonder oogkleppen en toerde al eens in China. Het blijft vrijwel het hele optreden zoeken naar de juiste afstelling van het geluid. De vocalen zijn soms nauwelijks te horen in de relatief korte nummers. Valt alles wel op zijn plek bij Laster, dan viert variatie hoogtij in vernuftige composities met hard-zachtdynamiek waarin bijvoorbeeld een jazzintermezzo volgt op schreeuwzang. Toch krijg je de indruk dat de zaal iets te groot is voor de niet makkelijke muziek van Laster.
Het duurt tot ruim na aanvangstijd voordat het geluid van Star Feminine [bovenste foto] juist is afgesteld in de soundcheck. Maar het geduld wordt ruimschoots beloond, want Star Feminine geeft zowel visueel als muzikaal een weergaloos optreden. Het is een heuse tienermeidengroep uit Benin die niet zingt over knappe jongens, maar over serieuze onderwerpen als vrouwenbesnijdenis of gedwongen huwelijk. Allerlei muzikale stijlen komen voorbij, zowel Afrikaans als westers. Fraaie samenzang is hierin de gemene deler, tezamen met een onweerstaanbare groove waarop het moeilijk stilzitten is. Prachtige authentieke kleding en dans maken het helemaal af, zodat Star Feminine dé ontdekking van Welcome to the Village is.
Voor groepen als het Britse Jockstrap [foto hierboven] is het woord ‘eclectisch’ uitgevonden. Jazz, house, klassiek, pop: de twee conservatoriumstudenten uit Londen maken er een ongrijpbaar maar melancholisch geheel van, waarbij het fragmentarische karakter van de muziek tevens de kracht is. Zo beland je achteloos van lieflijk vioolspel in een verzengende housedreun die door heel je lijf trilt. Georgia Ellery laveert loepzuiver tussen geheimzinnige en gepassioneerde vocalen en verdient hiermee de prijs voor de beste zangeres van het festival. Producer, knoppen- en effectenman Taylor Skye is geen blikvanger zoals Ellery, maar doet relaxed en zeer bekwaam zijn ding. Jockstrap geeft een fraai optreden voor veel te weinig mensen.
Het Vlaamse The Haunted Youth [foto rechts] betreedt het podium uiterst professioneel met een heus opkomstmuziekje. Ook de geluidsafstelling is afgesteld op een grote zaal zoals pakweg de Afas Live, met een oorsplijtend volume. De lieflijke sfeer van de dromersmuziek tussen postpunk, dreampop en shoegaze van het studiowerk verdwijnt zo op het podium wat naar de achtergrond. Ondanks de niet mis te verstane ambities van The Haunted Youth is de kwaliteit van de nummers nogal wisselend. Maar we blijven uiteraard positief, want de betere songs zijn dan ook écht goed. Zoals een prachtig golvend ‘Shadows’, waardoor de wijzer uiteindelijk toch doorslaat naar een prima optreden.
Net als Library Card een dag eerder oogt de Amsterdamse damesband The Klittens [foto hierboven] wat bedeesd, ondanks dat op het dit jaar verschenen Citrus prima nummers staan. De ep bevat op voornamelijk Britse leest geschoeide rammelpop met kronkelende melodielijnen. Voor een goedgevuld café vol enthousiast hipsterpubliek gooit het vijftal de schroom steeds verder van zich af, ondanks dat het volume van het geluid wel wat hoger had gemogen. Ze eindigen met een aantal hecht gespeelde, stevige punkrocknummers waarin de band wel degelijk de tanden laat zien. Ook voor The Klittens geldt: veel optreden gaat de band goed doen.
Festivalclichés zijn waar, en dus ook tijdens Welcome to the Village: je loopt ergens naar binnen, waarna daar toevallig een hele goede band staat te spelen. Het optreden van Marathon is zo’n gevalletje. Een band die eigenlijk helemaal niet geprogrammeerd stond, maar kon invallen omdat een andere groep afzegde. Ze komen uit Amsterdam en niet uit Engeland, maar klinken en ogen Britser dan Brits: een quasi-onverschillige zanger, een niet te peilen bassiste en een stoïcijnse drummer. Elk nummer is pakkend, met als vergelijkingen Shame en het dreinende van The Wedding Present. Marathon is gewoon een hele goede band, die met energieke indiemuziek het publiek in beweging krijgt.
Dankzij een televisieserie is Kate Bush ineens weer heel hip aan het worden. En misschien heeft de Vlaamse Sylvie Kreusch [foto hierboven] dan ook een prima moment gekozen om in een tentgewaad het podium van het Ravenswoudpodium te betreden en haar theatrale muziek te ondersteunen met bewegingen die zo uit een oude videoclip van Kate Bush kunnen komen. Naast werk als fotomodel maakt ze ook deel uit van Belgenpopband Warhaus. Vanavond doet ze het alleen, geflankeerd door haar eigen band. Soms op het overpretentieuze af, blijft haar muziek toch te veel hangen in goede bedoelingen die in België wellicht eerder gepruimd zullen worden dan in Nederland.
Een damestrio uit Engeland oogt voor tweederde als riot girl, gecompleteerd met een degelijk geklede drumster. Ze noemen zich deep tan [foto hierboven] en maken minimalistische, aan mathrock herinnerende gitaarpop. Ook Arabische en punkinvloeden lijken niet ver weg. Het geluid van de uitblinkende bassiste Celeste Guinness is topzwaar als op een gruizig opgenomen zeldzame punksingle uit 1977. Ze vormt een uitstekende tandem met de roffeldrums van Melia Beaudoin. De kronkelende, repetitieve gitaar- en zanglijnen in het Engels en het Frans van Wafah Dufour maken dat de nummers van deep tan zich als oorwurmen in het onderbewuste nestelen. Knap gedaan.
Wie op zoek is naar hooliganvibes op dit festival zit gebakken bij Crows [foto rechts] uit Londen. De band straalt gevaar uit, en dan met name zanger James Cox, in zowel zijn dominante bewegingen als zijn sloganeske zang in de stijl van Sex Pistols’ Johnny Rotten. Postpunk is wel degelijk een grote invloed, maar met de lage tonen dominant in de geluidsmix en de golvende tonen van de gitaar is Nirvana ook niet ver weg. Cox verdwijnt een paar keer het publiek in en de dreinende muziek kan een voorzet zijn voor een dampende moshpit. Die komt er niet, zodat volledige overrompeling uitblijft.
My Baby [foto hieronder] gaf volgens de overlevering een legendarisch optreden tijdens een van de voorgaande edities van Welcome to the Village. Ook nu is de zaal afgeladen vol wanneer de band het festival afsluit. Het enthousiaste publiek sluit de band wederom in de armen. My Baby weet ondertussen wel hoe ze een grote zaal moet bespelen. Antister en prima gitarist Daniel de Vries isoleert een bluesriff en herhaalt deze, waarbij een onweerstaanbare groove ontstaat die tot dansen aanzet. Zangeres en bassiste Cato van Dijck dikt de muzikale energie bij momenten nog eens extra aan met doeltreffende vocale uithalen. Het publiek is dolenthousiast en er ontstaat zelfs een plakkerige moshpit. My Baby flikt het weer om Welcome to the Village met een feel good vibe af te sluiten.