Welcome to the Village: de zaterdag (16-07-2022) Een mondboog, vapende zangers en onverzadigbare nachtvlinders

Nothing

Rond de middagthee is het Amerikaanse Nothing [bovenste foto] aan de beurt om de zaterdag te openen in de grootste zaal van Welcome to the Village. Ze hebben lang moeten rijden om in Leeuwarden te komen, maar ogen alleen lethargisch door het staren naar hun effectpedalen op de grond. En ja, ze spelen dan ook shoegaze die bij momenten doet denken aan de vroege My Bloody Valentine. Dat betekent compacte songs met flink gierende gitaargeluiden waarbij de trommelvliezen een flinke optater te verduren krijgen. De trillende broekspijpen kunnen alleen niet verhullen dat de songs niet altijd even sterk zijn.

De klassiek geschoolde muzikante Maarja Nuut [foto rechts] uit Estland heeft geen oogkleppen op. Ze bekwaamde zich eveneens in looping, sampling, Estse volkmuziek, dans en Hindoestaanse muziek. Haar batterij aan apparatuur is pas een uur (!) voor het optreden vanaf Schiphol aangekomen in Leeuwarden. Toch is haar indrukwekkende optreden een oase van rust, met zeer inventieve ambientpop waarin ze natuuronderwerpen in gelaagde muziek weet te vangen, en waarbij bands als The Orb en Orbital opborrelen. Het gaat van serene vogelgeluiden en geloopte zang naar getrapte en tribale beats, met als gemene deler een academisch geschoolde droomsfeer.

De zaal is prima gevuld voor Dool [foto hierboven], de band van Raven van Dorst. De band haalt het beste uit metal- en postpunkinvloeden, en voegt dit samen tot een meestal melodieus geheel. Het leidt onder andere tot een prettig slepende cover van ‘Love Like Blood’ van Killing Joke. Ondanks drie gitaristen verzuipt Dool niet in overdadig muzikaal spierballenvertoon, maar blijft ook de riff overeind. Van Dorst blinkt uit met fraaie vocalen. De drums klinken echter hol en lomp en daarnaast zijn de rock-‘n-roll-poses van de bandleden aan de overdadige kant. Onder de streep geeft Dool een gloedvol en geïnspireerd optreden.

Een niet-alledaagse samenwerking is die tussen multi-instrumentalist Kaito Winse uit Burkina Faso en de Brusselse noisepunkformatie Le Jour du Seigneur. Ze noemen zich Avalanche Kaito [foto hierboven] en maken verpletterende afropunk. En het werkt uitstekend: voor een enthousiast publiek gaan fluit, trommel en traditionele zang organisch op in de dwarse tonen van Le Jour du Seigneur, die het compromisloze van Lightning Bolt oproepen. Maar de mooiste integratie van Afrikaans en westers is wanneer de karakteristieke tonen van de mondboog van Winse fraai worden verweven met elektrische gitaar. Het energieke en vindingrijke optreden is een hoogtepunt van het festival.

Een van de meest merkwaardige optredens van Welcome to the Village komt op naam van een trio uit Londen, genaamd Famous [foto hierboven]. De druk vapende zanger, met de uitstraling van een kantoorklerk op zondagmiddag, ijsbeert over het podium. Ondertussen murmelt en schreeuwt hij afwisselend met een eikenhouten stem absurdistische teksten de nog niet voor de helft gevulde zaal in. Op band staan orkestrale geluiden, terwijl een bassist en een drummer soms tegendraadse, maar meestal rechttoe rechtaan ritmes spelen. Misschien wil Famous er bewust voor zorgen dat je geen vinger krijgt achter wat de band aan het doen is. Het anti-optreden heeft iets intrigerends en de druk pratende zaal loopt niet volledig leeg.

Het is pas het vierde optreden voor een viertal Rotterdammers genaamd Library Card [foto links] . En dat is te merken aan de bedeesde houding van zangeres Lot van Teylingen, die onder de indruk is van een vol café. Muzikaal is het wel degelijk interessant wat de band laat horen, met een hoofdrol voor de dwingende drummer Emre Karayalçin. Al praatzingend sleept de zangeres het publiek haar poëtische universum binnen. Bij momenten is Library Card dwars en scherp als The Fall, dan weer zweverig als Slowdive. Een jaartje toeren zou Library Card wellicht heel goed doen.

De atmosfeer van een theater met zitplaatsen past uitstekend bij de warme indiepop met folkrandjes van het Vlaamse damesduo Kids with Buns [foto hierboven] . De unieke, diepe keelstem van Marie van Uytvanck eist als vanzelf de aandacht op. Op het juiste moment komen een drummer en een gitarist Kids with Buns aanvullen, zodat de aandacht niet verslapt bij enkel akoestische uitvoeringen. De sympathieke dames krijgen de zaal volledig mee, en een staande ovatie is hun terechtedeel. Na een van de beste optredens van Welcome to the Village is overduidelijk: Kids with Buns schrijft uitstekende nummers die een groter publiek verdienen.

Voor de Amsterdamse upsammy [foto links] geen voorspelbare vierkwartsmaat en beukhouse, maar gelaagde elektronische muziek. In een donkere zaal ondergaat het publiek tribale ritmes die geluiden voortstuwen uit field recordings, opgenomen met haar eigen soundrecorder. Met als meest opmerkelijke voorbeeld: geluiden die met behulp van afval gemaakt zijn. Het is intrigerend om te zien hoe ze anderhalf uur lang onverstoorbaar de knoppen en schuiven bedient, wat leidt tot zalvende geluiden die soms aan Biosphere of Ralf & Florian van Kraftwerk doen denken. Upsammy is een verborgen hoogtepunt in een bovenzaaltje van Welcome to the Village, voor veel te weinig publiek.

Voor het eerst tijdens het festival is het door de drukte onmogelijk om nog een zaal binnen te komen. Niet geheel onverwacht gebeurt dit bij De Staat, een van de grote namen. Wachten loont niet, en dus komen we uit bij Doodswens [foto hieronder] uit Eindhoven. De naam van de band doet vermoeden dat de rozenblaadjes niet vanaf het podium zullen dwarrelen. Nee, in plaats daarvan is het hel en verdoemenis, bottenverzamelingen en kaarsen bij het trio, dat blackmetal in de beste Scandinavische traditie maakt. En Nederlandstalig, hoewel er uiteraard niets van te verstaan is. Het geluidsvolume is nog best draaglijk, zodat de ijle zang niet ondersneeuwt in de geluidsterreur. De drums van Inge van der Zon staan iets te hard afgesteld, maar haar technische vernuft met dubbele bassdrum komt zo wel onverbiddelijk aan de oppervlakte. Toch is drie kwartier Doodswens lang zat. Want hoewel het optreden indrukwekkend is, ligt eenvormigheid op de loer.

In de jaren tachtig werden elektronische instrumenten betaalbaar en dus voor een groter publiek toegankelijk. Versterkt door de tijdgeest van destijds ontstond zo het onheilszwangere genre minimal wave, waarin drumcomputer en zang elkaar vonden.  Onder andere met dank aan – ja, echt waar –  TikTok is minimal wave in Oost-Europa aan een opmars bezig. Zo verkoopt Molchat Doma uit Wit-Rusland met gemak De Melkweg in Amsterdam uit voor een optreden. In Leeuwarden moeten we het doen met het eenmansproject STADT [foto hieronder] , van Dmitry Filyushin uit Oekraïne. Ver na twee uur ’s nachts geeft hij een gloedvol optreden vol emotioneel beladen zang in het Oekraïns en opzwepende elektronicatonen. Het nachtvlinderspubliek kan terecht maar geen genoeg krijgen van het dansen op de vulkaan en STADT blijft toegiften geven tot hij niet meer kan.    

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *