Welcome to The Village: de vrijdag (21-07-2017) Van Friese drumband tot sfeervolle postrock en kitscherige electrofreakshow

Het leek er heel even op dat de vijfde editie van festival Welcome to The Village in Leeuwarden vanwege gerechtelijke procedures door omwonenden wegens onder andere geluidsoverlast niet zou doorgaan. Alles kwam toch nog goed en daarom ging de eerste dag gewoon van start in recreatiegebied De Groene Ster. Make A Fuzz was erbij om verslag uit te brengen.

Zea & Kosten Koper vs Drumband Hallelujah Makkum

Arnold de Boer is zanger en gitarist van Neêrlands enige echte anarchopunkband: The Ex. Daarvoor was hij al actief in Zea, een band die schots en scheve indiepop maakte en wat tegenwoordig zijn soloproject is. Vandaag opent hij Welcome to The Village, en allerminst solo. Als Zea & Kosten Koper vs Drumband Hallelujah Makkum heeft hij de drumband waar hij als jongen in speelde uitgenodigd voor een optreden, met een compleet orkest van onder andere drummers en blazers. Met voornamelijk nummers in het Fries, waaronder eentje van zijn indrukwekkende laatste plaat Moarn Gean Ik Dea, levert het een opwindend halfuurtje totaalmuziek op.

Black Honey

Uit Brighton komt Black Honey om het eerste optreden in de Grootegast te geven. Het viertal maakt garagepop en verstaat de kunst om goede nummers te schrijven. Het duurt tijdens het wisselvallige optreden wel even voordat die voorbijkomen. Tot die tijd mag je je vergapen aan de bij momenten obligate rock-’n-rollposes van zangeres en gitariste Izzy Bee, die zich wel erg bewust is van haar imago als rockchick. Wanneer akoestische songs en veilige rocknummers uiteindelijk plaatsmaken voor het betere beukwerk, is er toch nog sprake van muzikale opwinding.

Ash Grunwald

Tijd voor bluesrock met Ash Grunwald, een sympathieke Austaliër die al meer dan vijftien jaar muziek maakt. Geflankeerd door een Canadese ritmesectie etaleert hij smerige, van fuzz doordrenkte bluesriffs. Achter zijn donkere zang schijnt een waterig zonnetje, zodat het nooit zwaar op de hand wordt. De uptempo songs zitten uitstekend in elkaar en zo geeft Grunwald een moderne draai aan de aloude blues, tot grote tevredenheid van het enthousiaste publiek.

Hooton Tennis Club

Een stel doorsnee ogende Britten genaamd Hooton Tennis Club komt uit Liverpool. Ze spelen in de fraaie, ronde en aan vervlogen tijden uit begin twintigste eeuw herinnerende spiegeltent Salon Perdu. Het kwartet brengt losjes gespeelde, charmante britpopsongs met een kop en een staart. Wanneer de ambachtelijke dreutelsongs bij momenten plaatsmaken voor meer furie, doet Hooton Tennis Club denken aan de tijdloze klasse van The Wedding Present. Niks nieuws, wel fijn om te ondergaan.

Paceshifters

Paceshifters gooit de muzikale knuppel in het hoenderhok met ouderwetse hardrock, psychedelica, wave en stoner. Hoewel de hoge schreeuwzang soms iets te veel van het goede is, speelt het trio uit het Overijsselse Wijhe de naad uit de broek. De opwinding raakt soms aan die van hun genregenoten – maar helaas ook ter ziele zijnde – Peter Pan Speedrock. Dat betekent een dijk van een drummer die rake klappen uitdeelt, een regelmatig uit de new wave citerende, straffe bassist, maar vooral vuige riffs en dreinende nummers. Een zweterige pit en hoofdknikkend publiek is dan ook hun terechte deel.

Cody Chesnutt

Het optreden van de Amerikaanse soulartiest Cody Chesnutt werd van tevoren met tam-tam omgeven als must see van het festival. En hoewel hij uit vele muzikale invloeden zoals rhythm-and-blues, pop, ska en gospel put, wil de muzikale vlam maar niet overslaan. Chesnutt doet met overdreven veel crowdpleasing meer dan zijn best, maar het publiek zet het eerder op een praten dan dat het volledig opgaat in het optreden. Het fragmentarische en lang uitgerekte karakter van de songs helpt daarbij ook niet mee. Het grote podium is niet de meest geschikte plek voor Cody Chesnutt en zijn overigens prima band. Op het laatst probeert hij het nog met wat opzwepende ska-invoeden, maar het is duidelijk dat Cody Chesnutt in een rokerige club beter tot zijn recht zou komen.

65daysofstatic

Wel op zijn plaats is het postrockgezelschap 65daysofstatic. De Britse band geeft in de Grootegast een weergaloos optreden. Ondersteund door prachtig stroboscooplicht in vele kleuren gaat de band niet voor verzengende gitaarcrescendo’s in de lijn van Mogwai, maar voor de kracht van de herhaling met ingenieus in elkaar stekende composities. Toetsen, gruizige gitaarlijnen en kletterende drums stoten elkaar af of trekken elkaar aan, en er is ruimte voor klassieke pianotonen en dreigende beats. Het geluid is piekfijn en net niet te hard afgesteld, zodat menigeen in het publiek dit prachtige optreden met gesloten ogen kan ondergaan. Het louterende, zeer sfeervolle optreden van 65daysofstatic is met afstand het beste van de dag.

Larry Gus

Larry Gus (zie ook foto bovenaan) wordt in een rolstoel het podium opgereden; hij heeft zijn onderbeen gebroken. Hij laat zich niet uit het veld slaan en beweegt op een gegeven moment op krukken over het podium. Aanleiding is zijn electrofreakshow, die alle kanten op stuitert met bijvoorbeeld tribale of oosterse ritmes. Gezeten achter een batterij aan knoppen en een half-af drumstel laat hij chaos en ritme elkaar afwisselen, terwijl hij ondertussen nogal hoog en bovenal gayfähig zingt. Hij zoekt hiermee de grenzen van kitsch en irritatie op, maar wie dat bereikt heeft het goed gedaan.

Club Guy & Roni

De tent is afgeladen vol voor Club Guy & Roni, een theatervoorstelling van Mechanical Ecstasy en Slagwerk Den Haag waarin een ode wordt gebracht aan de ravescene van de jaren negentig. Aan weerszijden van de tent voeren dansers in af en toe prachtige kostuums uitbundige dansbewegingen uit. Ondersteund door stuwende technoklanken is de beeldende choreografie bij momenten een lust voor het oog. Een actrice stuurt de voorstelling aan met de lege kretologie uit die tijd. Wanneer het uitzinnige publiek aan het eind wordt uitgenodigd om ook op het podium te komen en mee te dansen, is het feest compleet. (AR)

Meatbodies

Volgens het programmaboekje mogen we van het uit Los Angeles afkomstige Meatbodies de smerigste garagepunk verwachten. Salon Perdu staat al bomvol wanneer de drummer aftikt. In plaats van garagepunk komt er meer een walm van psychedelische rock naar voren. De garagerockinvloeden zijn wel duidelijk merkbaar, maar de sound klinkt wat meer ingetogen en toch iets zwaarder. De nummers zijn uitgemeten maar lijken zo nu en dan ook eindeloos door te gaan. Als het om overgave gaat, valt er niet klagen: de band staat zijn mannetje en weet het publiek te verrassen met veel instrumentale intermezzo’s. (SdG)

Gaye Su Akyol

Gaye Su Akyol is een zangeres uit Istanbul die traditionele Turkse en Griekse muziek combineert met invloeden uit de jaren zestig zoals surf. Met haar glittercape oogt ze als een personage uit de eerste Batmanfilm uit de jaren zestig, net als haar met boevenmaskers getooide bandleden. Die surrealistische sfeer heerst ook bij vlagen in de muziek, waarin haar fraaie Turkse vocalen en psychedelische orgelgeluiden de boventoon voeren. Het wrakkige cafégeluid haalt echter wel de angel uit het optreden, maar het is meer dan voldoende om een groot deel van het publiek aan het dansen te krijgen. (AR)

Tekst: André Rozendaal en Sannette de Groes
Beeld: Oscar Anjewierden

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *