Welcome to The Village pakt het dit jaar anders aan: het feest begint al op donderdag. Toch kende het festival een valse start op die extra dag: wegens geluidsoverlast werd het programma aan het eind van de avond abrupt stilgelegd. Toch kon de vrijdag gewoon doorgaan. Make A Fuzz was er beide dagen bij.
De donderdag
Mozes and the Firstborn
Verstopt in de Blessumtent is het aan Mozes and the Firstborn [bovenste foto] om het publiek eens te laten zien wat er te verwachten valt in dit zomerse weekend. De vier Eindhovenaren, onder leiding van zanger Melle Dielesen, brouwen een zwoele mix van nineties highschoolrock, energieke garagerock en broeierige powerpop. Terwijl de heren druk bezig zijn met hun muzikale wereldreis, wordt er ook hard gewerkt aan nieuwe producties. Dat betekent nieuwe geluiden, die bij het publiek nog niet helemaal binnenkomen. Er valt echter niet te ontkennen dat de vier rockers retestrak spelen, wat ervoor zorgt dat de songs toch met open armen worden ontvangen. Het viertal zelf lijkt daar overigens niet echt mee bezig te zijn; Dieselen straalt met zijn neerslachtige blik en zijn wilde haren een attitude uit die perfect aansluit op de melancholische sfeer die de songs neerzetten. Het enthousiasme blijft heersen, of dat nu te danken is aan de liefde voor Mozes and the Firstborn, of aan het vrijheidsgevoel dat bovenkomt tijdens de festivaltijden.
Warhola
Inmiddels staat de Grootegast in het teken van Warhola. De loepzuivere stem van Oliver Symons wordt omgeven door feeërieke melodieën. Met een dromerige blik staart hij diep in de ogen van het publiek, puur en alleen om de aandacht te trekken. Dat lukt hem, zonder twijfel. De interactie tussen Symons en band geeft een vurige dynamiek. De Antwerpse synthpop vraagt om acceptatie en geduld wanneer de markante stijlen zich een weg banen door de tent. De muziek past precies in het straatje van Oscar & The Wolf, dus waar blijft de grote waardering voor Warhola?
Melange
Terug in Blessum is het wachten op de progressieve psychedelica van het Spaanse Melange.Het vijftal produceert zweverige melodieën met een lekkere dosis folk en jazz. Het lijkt precies de combinatie te zijn die men nodig heeft op deze broeierige avond. Hypnotiserend en dansbaar zonder te gelikt te zijn, waarbij iedereen zelf kan invullen waar de avond zal eindigen. Warmer kan bijna niet. (HW)
De vrijdag
Equal Idiots
Vroeg op de vrijdagmiddag is het al flink heet. Met name in de overdekte tenten, waarin een aantal podia zijn gebouwd, zijn de temperaturen flink gestegen. Misschien is het daarom dat het Belgische Equal Idiots [foto hierboven] wat lauw wordt ontvangen. Dat de zang de eerste twee liedjes wegvalt helpt ook niet echt mee. Als alles weer werkt zoals het moet, harkt het jonge duo er enthousiast op los, met grungy klinkende garagerock. Het is nergens heel bijzonder en soms zelfs wat voor de hand liggend, maar het
plezier van de twee Belgen maakt veel goed. (BB)
It Dockumer Lokaeltsje
Halverwege de jaren tachtig is Friesland voor even kloppend hart van de alternatieve popmuziek in Nederland. Een van de meest avontuurlijke groepen is avantgardepunkband It Dockumer Lokaeltsje, dat het slechts zestien minuten durende, maar wel twaalf songs tellende Wil-Met-U-Neuken! aflevert. Vorig jaar keerde de groep terug met het uitstekende Tonger, opnieuw gevuld met absurde Friestalige teksten. In een benauwde tent trekt het trio meteen fel van leer met het opgefokte ‘Brutsen Klau’, maar ook de meer rustige nummers zitten vol venijn, zoals de D.A.F.-cover ‘Der Räuber und der Prinz’.
De tegendraadse geluiden van gitarist Sytse van Essen klinken gortdroog en bij momenten dissonant, drummer Fritz de Jong speelt ontspannen en zonder opsmuk, de bas van Peter Sijbenga klinkt overdonderend, terwijl hij zowel drama als ontspanning in zijn zang legt. It Dockumer Lokaeltsje geeft een enerverend en avontuurlijk optreden en is een vroeg hoogtepunt van het festival. (AR)
EUT
In de Bontebok staat EUT klaar. De Amsterdamse indieband speelt precies wat de mensen nodig hebben op een wederom broeierige dag. De vrolijkheid van frontvrouw Megan de Klerk werkt aanstekelijk en met de catchy postpop danst het publiek de kater van gisteren van zich af. De Klerk bewijst dat de hype die inmiddels om het vijftal is ontstaan compleet terecht is. Onmiskenbaar strak en met een ijzeren dynamiek wordt er gespeeld alsof dit het laatste optreden ooit is. De band tussen EUT en het publiek is hecht en De Klerk laat zien dat ze gekomen zijn om te entertainen. Er komen kleurrijke explosies uit de boxen en niemand kan daar genoeg van krijgen.
Bitch Falcon
Welcome to The Village gaf zichzelf een quotum dit jaar – een vrouwenquotem om precies te zijn. Minstens 30 procent van de podiumbeesten zou van het vrouwelijk geslacht moeten zijn. Dat quotum is ruimschoots gehaald: dit jaar is het aandeel vrouwen in de line-up 38 procent. Waaronder Bitch Falcon. Het Ierse drietal wordt geleid door zangeres Lizzie Fitzpatrick en staat bekend om een meedogenloze mix van rock, metal, grunge en melodische electropop. Het optreden is over het gehele terrein te horen en iedereen heeft het door: hier wil je bij zijn. De reputatie klemmen ze onder chaotische controle aan zich vast: trillende trommelvliezen zijn de trots van Bitch Falcon. (HW)
Akua Naru
Aan het eind van een mooie zomermiddag is Akua Naru uitstekend geprogrammeerd op het hoofdpodium. De Amerikaanse combineert sociaal bewogen teksten met hiphop, jazz en funk in klanken die wel wat weg hebben van de muziek van Erykah Badu. De relaxte songs zijn soms dansbaar, soms zwoel, maar altijd met donkerbruine stem gezongen. Dat zorgt voor een fijne relaxte sfeer op het veld voor het podium. De begeleidingsband is zeer kundig en een sfeervolle solo op de saxofoon is een hoogtepunt van het optreden. Echt spannend is het optreden niet, maar wie maalt daarom wanneer de muziek en het weer uitstekend bij elkaar passen?
Shortparis
Shortparis is een jong gezelschap uit Rusland dat graag in supermarkten en lege fabriekshallen speelt. Luisterend en kijkend naar het tegendraadse optreden van de band is het voor te stellen dat supermarkten gauw zullen leeglopen. Het vijftal heeft als basis de synthwave uit begin jaren tachtig; de toetsenist heeft een fraaie Moog-synthesizer. Net zo belangrijk is percussie, maar de blikvanger is zanger Nikolay Komiagin, die vol drama en bij momenten als een operazanger zijn teksten declameert. Ondertussen danst hij als een verdwaalde kunstschaatser over het podium, en eindigt hij al tapdansend op de bar. Hoewel de nummers af en toe wat schetsmatig overkomen, geeft Shortparis een zeer boeiend en curieus optreden. (AR)
Stonefield
In de Grootegast komt men terecht in een overvolle tent. Stonefield, bestaande uit de zusjes Findlay, richt zich op het soort psychedelische rock waar je nooit genoeg van krijgt. Vanachter het drumstel horen we de zwoele vocalen van Amy Findlay, de oudste zus van het stel. De progressieve pop staat strak van de metal- en rockinvloeden en de setlist bevat een variatie waar je u tegen zegt. De psychedelische powerhouse voelt aan als een warme deken en de dames nemen het publiek mee naar hun roots. (HW)
Repetitor
Als het Servische Repetitor aantreedt, is de ergste hitte wel uit de lucht en heeft het merendeel van het publiek al flink wat bier in het lichaam zitten. De ongenadige bak herrie van het drietal komt precies op het juiste moment. Bij de eerste de beste moshpit duikt de zanger/gitarist maar direct de beukende menigte in. Met een fuzzende bas en een metalig klinkende gitaar haalt het drietal de
inspiratie uit de krochten van de jaren tachtig. Maar als de band zich verliest in lang uitgesponnen nummers, waarbij rammende gitaarriffs, voortjakkerende bas en raspende zang elkaar vinden, is het alsof je naar een Oost-Europese versie van The Stooges luistert. Dat de in het Servisch gebrulde teksten niet te verstaan zijn, maakt weinig uit. Repetitor raast over het podium en zorgt voor een hoogtepunt op de vrijdag.
Hannah Williams & The Affirmations
Op het hoofdpodium laten Hannah Williams & The Affirmations de orgels zoemen en het koper schallen. Met veel enthousiasme en een lekker soulgeluid krijgt de Britse zangeres het veld voor zich in beweging. Williams wordt omgeven door superlatieven en werd zelfs al enthousiast ‘de reddende engel van de Engelse soul’ genoemd. Dat lijkt vooralsnog iets te veel van het goede, al is haar talent als zangeres en performer onmiskenbaar. Heel erg onderscheidend is het nergens en het mag best eens vaker goed uit de bocht vliegen. Maar het is ook moeilijk om niet te worden ingepakt door de schmierende Britse, die al haar relationele perikelen uitschreeuwt over een zacht bedje van gloedvolle soul. (BB)
De Likt
In een afgeladen volle tent speelt De Likt van begin tot eind een gewonnen wedstrijd. Het publiek eet uit de hand van rapper Jordy Dijkshoorn, die zijn spitsvondige teksten vol branie voor het voetlicht brengt. Diepe synthtonen en stuiterbeats maken het feestje compleet voor een uitzinnig springend en op één moment massaal op de plaats zittend publiek. Het heeft iets weg van effectbejag, maar de constant in het rood staande muzikale energie maakt veel goed, zoals tijdens een gloedvolle uitvoering van prijsnummer ‘Ja, Dat Bedoel Ik’.
Strand of Oaks
Strand of Oaks is voor een exclusieve Nederlandse festivalshow naar Welcome to The Village gekomen en maakt de daarmee gepaard gaande hoge verwachtingen niet helemaal waar. Zanger Timothy Showalter heeft de ingetogenheid ingeruild voor een breed aangezet rockgeluid dat af en toe tegen dat van The War on Drugs aanschurkt. Toch mist Strand of Oaks de diepgang en gelaagdheid die The War on Drugs tot een betere formatie maken. De noeste arbeid van Showalter en zijn degelijke band ten spijt: Strand of Oaks vervalt te vaak in obligate solo’s en gezwollen rock.
Mykki Blanco
Vorig jaar maakte Zebra Katz al indruk op Welcome to The Village met queer-hiphop en een prachtige performance. Dit jaar is het de beurt aan Mykki Blanco, die uit dezelfde New Yorkse scene komt, een scene die wil afrekenen met vooroordelen, stereotypen en taboes rond homoseksualiteit. Uiteraard is ook Blanco een opvallende verschijning, maar muzikaal houdt het allemaal niet over. De begeleidende dj komt soms met fijn stroperige synthtonen, maar echt boeiend wordt het niet, ook al gaat Blanco tussen het publiek rappen. Wanneer Blanco naarmate het optreden vordert met hiphopclichés gaat strooien, komt het optreden over als een gemiste kans. (AR)
Shame
‘Dust on Trial’, dat is de song waar Shame zichzelf mee introduceert aan de overenthousiaste menigte. Al tijdens de eerste paar minuten staat het publiek te springen van opwinding, want de Londense heren sneeuwen iedereen onder in gitaargeweld en postpunk. De vocalen van Charlie Steen verdwijnen tussen de kletterende drums, maar hij schreeuwt er evengoed nog bovenuit. Welcome to The Village moet eraan geloven: de trommelvliezen zullen nooit meer hetzelfde zijn.(HW)
Tekst: André Rozendaal, Helen Wittebol en Bart Breman
Beeld: Oscar Anjewierden