Onder het oppervlak van de Nederlandse popscene met beroemde artiesten als Gordon, Broederliefde en Martin Garrix krioelen er in een donkere onderwereld honderden kleine Nederlandse bandjes. Veel van deze bands voelen zich daar comfortabel en hebben er weinig behoefte aan zich een weg naar boven te vechten. Het gras is toch niet altijd groener aan de andere kant: voor je het weet schrijf je een song voor Pearle en figureer je met een hippe bril op in de reclamespot.
Een etmaal lang – de eerste keer in de geschiedenis dat de poptempel zo lang aaneengesloten geopend is – opent Paradiso de deuren voor Nederlandse undergroundmuziek in de grote zaal, de kleine zaal en de kelder. Make A Fuzz kan met ondertitel ‘de bovenkant van de underground’ uiteraard niet wegblijven en doet verslag van een kwart van het etmaal, dat is opgedeeld in blokken die soortgelijke bands bij elkaar plaatsen. Voor veel optredens zijn twintig minuten ingeruimd. Een leuke constructie, want zo kun je in korte tijd met veel artiesten kennismaken.
Apneu
“Oh my god, you’re such a loser”, opent Apneu met ‘Siobhan’ in de kleine zaal, die door de concerten op de zaterdagmiddag al aardig is opgewarmd. Nou, dat ze losers zijn zal de bands en het publiek van vanavond worst wezen. Dit etmaal zijn het de losers die de dienst uitmaken. Het Amsterdamse Apneu speelt een thuiswedstrijd en heeft al twee albums op zijn naam staan, wat meer is dan de meeste bands die vanavond in de kleine zaal zullen optreden. De samenstelling van de band is standaard – zanger, gitarist, basgitarist, drummer – en de liedjes eigenlijk ook. Uiteraard passeert er dus ook een song met als titel een meisjesnaam (‘Jennifer’). Bij vlagen is het optreden van Apneu aanstekelijk, maar aan het eind van de avond kunnen sommigen zomaar weer vergeten zijn dat ze het viertal hebben zien optreden.
Naive Set
Dat Naive Set (ook afkomstig uit Amsterdam) tot de underground behoort, is niet per se vanzelfsprekend. Het kwartet, dat live een vijftal is, maakt aantrekkelijke gitaarpopsongs die ook zomaar een groter publiek zouden kunnen gaan bereiken. Vanavond krijgt de band dat publiek ook, want Naive Set treedt gekleed in gebreide truien en vesten op in de grote zaal. De muziek van Naive Set klinkt niet per se Nederlands en dat klopt, want zanger Mikey Casalaina komt uit de Verenigde Staten en gitarist Matthias Kreutzer uit Duitsland. In het nummer ‘Dieter Rams’s Wife’, dat in het begin ten gehore wordt gebracht, is de synthese daar: we zien een Nederlandse band die een Engelstalig nummer brengt met Duitse flarden tekst.
De popsongs die de groep speelt zijn subtiel. Kleine muzikale details – een percussie-eitje, het met een drumstokje slaan tegen de zijkant van het drumstel – maken de nummers interessant en gebalanceerd. Het vijftal straalt rust uit, maar moet af en toe wel oppassen dat het niet té rustig wordt. Afsluiter ‘Let Me Down’ mondt uit in een jamsessie en brengt nog wat opwinding aan het eind. Al met al zorgt Naive Set voor een prettige luchtige noot op deze gruizige avond en mogen we blij zijn dat de Amsterdammers nog tot de underground behoren. En misschien blijven ze daar wel, want, aldus Casalaina: “It feels good to be in the underground. Lots of assholes in the overground.”
Ottoboy
Volgens de omschrijving van Ottoboy op de website van Van Onderen is het “een band met Otto de Jong op gitaar en Otto de Jong op drums”. Ook wel een one man trash band genoemd. Ottoboy komt oorspronkelijk uit Enschede en zo ziet hij er ook uit: een man met een (niet-hipster)baard, een oorbel in het linkeroor en een pet op het hoofd. Zijn bril vliegt al snel af en dat was eigenlijk niet te voorkomen: Ottoboy gaat als een malle tekeer op zijn gitaar en drumstel. Aan het drumstel is met touw nog een tamboerijn geknoopt en wie met zijn ogen dicht luistert, zou niet verwachten dat deze swingende bak lawaai door één man geproduceerd wordt. Misschien dat Ottoboy bij een optreden van een uur zou kunnen gaan vervelen, maar vanavond weet hij in een kwartier het publiek plat te spelen.
The Black Cult
Helemaal uit Groningen komen voor een optreden van twintig minuten: daar verdient The Black Cult alvast wat credits voor. The Black Cult klinkt op plaat – debuutalbum The Black Cult kwam vorig jaar uit – hard en snel, met nummers van onder de drie of zelfs onder de twee minuten. Als dat al de omschrijving is van The Black Cult op plaat, hoe moeten we ze dan live nog omschrijven? In de kleine zaal worden alle nummers namelijk nog eens in een versnelling of twee hoger gespeeld – met uitzondering van ‘Riot’, een nummer dat simpelweg niet sneller kan dan op het album.
Op die manier krijgen de Groningers het voor elkaar om in twintig minuten meer dan tien nummers te spelen. Helaas worden concerten echter niet op kwantiteit beoordeeld. The Black Cult heeft enkele aanstekelijke nummers als ‘My Time’ en ‘I Don’t Want It’, maar de nummers lijken allemaal wel erg op elkaar en er is weinig variatie in het repertoire. De zang is daarnaast erg aanwezig en de groep zou er goed aan hebben gedaan een aantal nummers live wat op te rekken met wat instrumentale intermezzo’s. Hard en snel is het, maar ook niet veel meer dan dat.
Iguana Death Cult
Net zo snel als The Black Cult is Iguana Death Cult, dat in februari zijn langverwachte debuutalbum zal uitbrengen. In september stonden de vier Rotterdammers nog in het voorprogramma van King Gizzard and The Lizard Wizard in de grote zaal en dat geeft een beetje aan in welke hoek de band zich bevindt. Het geluid vertoont veel overeenkomsten met Thee Oh Sees, maar wie kan daar bezwaar tegen maken?
De band vliegt er in de kleine zaal in met ‘Seven Tongues’, dat net als de meeste nummers van vanavond uiteraard op debuutplaat The First Stirrings of Hideous Insect Life zal staan. Iguana Death Cult heeft meer te bieden dan andere snelle bands van vanavond als Apneu en The Black Cult. Het weet hoe het hits moet neerzetten die niet alleen maar aanstekelijk zijn, maar ook opwindend en interessant. Songs als ‘Can of Worms’ hebben uitstekende gitaar- en basgitaarloopjes en ook belangrijk is dat de zang niet te veel op de voorgrond treedt, maar zich tussen de andere geluiden schaart. Ten slotte heeft Iguana Death Cult begrepen dat niet alles om kwantiteit draait: een langer nummer als ‘Pyramids’ zorgt ervoor het publiek niet constant het gevoel heeft achter een wegrijdende bus aan te rennen. Als de nummers van de debuutplaat al van deze kwaliteit zijn, dan staat Iguana Death Cult nog een mooie toekomst in de underground te wachten.
The Homesick
Er ligt buiten een laagje ijs op straat, maar Dokkum is minder en minder slechts die plaats van de Elfstedentocht. Bands Yuko Yuko en The Homesick, met een overlap in bandleden, zijn de afgelopen jaren gestopt met klunen en vliegen nu het ijs over. The Homesick kwam in 2014 met ep Twst Yr Wrsts, maar sindsdien is het op wat optredens na redelijk stil gebleven rondom het drietal. Wellicht omdat het Yuko Yuko zo voor de wind gaat.
Dat zal ook de verklaring zijn voor het wat teleurstellende optreden vanavond. Er wordt wat nieuw materiaal gespeeld, maar echt spannend is het niet. Tijdens het luisteren word je bij het zien van het bandshirt van Rats on Rafts dat bassist Jaap van der Velde draagt afgeleid door de vraag: waarom zijn die hier eigenlijk niet vandaag? Tegen het eind van het optreden van de Friezen klimt een dikke man in wit shirt en met gebreide sjaal het podium op. Hij beweegt zwalkend mee met de muziek en doet wat het publiek al vreesde: hij duikt het publiek in. Er wordt nog wat bier gegooid en de dronkenlap baant zich lomp een weg door de menigte.
Concluderend
Voor sommige bezoekers was Van Onderen een kennismaking met nieuwe bands, voor anderen een weerzien van bands die ze eerder al in voorprogramma’s zagen optreden. Ook was het een familiefeest, want bij elk optreden was er wel een clubje mensen te herkennen als aanhang van de band. Bij een terugkeer van het evenement zouden wat eetstandjes de ervaring wellicht nog wat completer kunnen maken, want met zo veel moois op het programma wil je geen tijd verliezen aan het ophalen van je jas en het op zoek gaan naar eten buiten de poptempel.
De drempel was laag, het vermaak zeer hoog. Met een verkoopprijs van vijftien euro per kaartje voor het gehele etmaal zal niemand veel aan deze avond verdiend hebben, maar des te meer valt het initiatief van Paradiso te prijzen. En de lof gaat natuurlijk niet alleen naar Paradiso, maar in het bijzonder naar alle bands die voor een appel en een ei vanuit alle hoeken van het land naar Amsterdam kwamen om twintig minuten op te treden. Om de zanger van Naive Set nog maar eens te citeren: “It feels good to be in the underground.”