The Homesick – Youth Hunt Eigenzinnig, vreemd en uitdagend

Verwacht bij The Homesick geen überhipsters die hun kledingstijl aanpassen aan het genre dat ze produceren. Uiterlijk vertoon speelt bij deze nuchtere plattelandsjongens absoluut geen rol. Friesland is nu eenmaal een enorme tegenstelling met de Randstad en de heren van The Homesick zijn zich daar uitermate bewust van. Trendy zijn en in een hokje passen sluit nu eenmaal niet aan bij de cultuur van het platteland. De dingen zijn zoals ze zijn op het platteland, dat in het westen des lands vaak bestempeld wordt als ‘onwetend’ of ‘kortzichtig’. Genrewijs kunnen er ook niet echt labels op de formatie worden geplakt, al komt indiepop wel redelijk dicht in de buurt. Na songs als ‘Boys’, ‘Breakfast’ en ‘Cut Your Hair’, met bijbehorende clips van dubieuze kwaliteit, komt het trio nu met een volwaardig album: Youth Hunt. De naam komt van een bevriende punkrockband die inmiddels opgeheven is.

Het pittoreske Elfstedenstadje Dokkum kent welgeteld negentien kerkgenootschappen en mag dan ook met recht erg christelijk genoemd worden – een thema waar de jonge honden van The Homesick goed mee uit de voeten kunnen. In het gros van de nummers van Youth Hunt zijn onmiskenbaar religieuze referenties te horen. Het christendom voert dus hoogtij onder de middenstand in Dokkum. Een van de meer uitzonderlijke religies in deze stad, metal, trekt veel meer de aandacht van de jeugd in het dorp. Het genre leeft enorm in Dokkum en omstreken. Dat de jonge generatie metal verkiest boven de Heer steekt behoorlijk af tegen de gevestigde christelijke orde, die metal meer als een satanisch gebeuren ziet. Deze tegendraadsheid van de jeugd en de invloed van metal vindt zijn uiting in de indiepop die The Homesick produceert. Elk nummer op Youth Hunt vertelt een eigen verhaal, elk nummer heeft een eigen sfeer die past bij het onderwerp van de tekst.

Albumopener ‘Half Aryan’ laat al snel een herkenbaar gitaargeluid horen, dat nog het meest binnen shoegaze te plaatsen valt. Dat geluid vormt de rode draad in het zes minuten durende nummer. Drummer Erik Woudwijk fungeert als steady basis voor het uitgesponnen en meest veelzijdige nummer van Youth Hunt. Door alle vreemde en absurde details, zoals het gebruik van veel verschillende effectpedalen in combinatie met de vage kreten van Elias Elgersma, bewandelt The Homesick een eigen pad, maar zijn invloeden van bands als Car Seat Headrest ook niet ver te zoeken. Het eerste nummer van Youth Hunt fluctueert van zweverig tot staccato en de echoënde duistere zang van Elgersma staat haaks op de fleurige gitaarmelodie. Deze paradox roept een humeurige maar toch opmonterende sfeer op.

Dat de leden van The Homesick opgegroeid zijn in een christeljke omgeving komt duidelijk naar voren in de titel en de songtekst van het tweede nummer van het album, ‘The Best Part of Being Young is Falling in Love with Jesus’. De opzwepende baslijnen gecombineerd met upbeat drums vol met tempowisselingen zorgen voor een positief geladen track. De tekst is daarentegen negatiever van aard en beschrijft, voor zover dat te horen is door al het geweld van talloze geluidseffecten, in een minimaal aantal woorden de beslommeringen van het opgroeien in een christelijke omgeving.

Dokkum is een plek in Friesland waar het vermaak vanuit de jeugd zelf moet komen en waar uit verveling de mooiste dingen kunnen ontstaan. Deze sfeer komt zeer duidelijk naar voren in ‘Near the Water’, waar muzikaal en zangtechnisch verveling de boventoon voert. Het bijna clowneske, circusachtige orgeltje draagt hier het meest aan bij en is mede bepalend voor de extreem nonchalante sfeer van het nummer. Het tegen de meute aanschoppen en het zich verzetten tegen de conservatieve elite zijn elementen die de nummers vormgeven. Het zit hem vaak in de details, de inhoud en de opbouw van de teksten en zorgt ervoor dat de luisteraar zich gaat afvragen waar Elgersma in godsnaam zijn inspiratie vandaan haalt.

‘St. Boniface’ beschrijft de komst van een missionaris naar het Friese land die iedereen wel even zou bekeren, maar die juist om die reden vermoord werd. Met belletjes en een aandoenlijk gitaarlijntje begint het nummer lieflijk, maar langzaamaan krijgt het nummer een hoog postpunkgehalte en eindigt het in een krankzinnig hoogtepunt. Wederom is de tekst door alle elementen en galm op veel momenten moeilijk te verstaan, maar de kernboodschap komt in de refreinen goed naar voren.

Het nog geen drie minuten durende ‘War Cries’ begint in dezelfde lijn als bijna elk nummer op de plaat: een simpel gitaarlijntje ondergedompeld in een laag echoënde zang met zweverige toetsen. ‘Mattheus’ begint opzwepend, met rechttoe rechtaan drumritmes, en gaat steeds meer op in een muur van gitaargeluid, afgewisseld met heldere gitaarlijnen in de breaks. Elgersma vult het nummer met eindeloos gemompel en naar het einde toe vallen er stuk voor stuk elementen weg.

Afsluiter ‘Eater of Meat’ laat een grote diversiteit aan stijlen horen en na anderhalve minuut begint er ineens een compleet nieuw nummer met haastige riffjes en drums. Na menige interessante, snelle breaks eindigt ook dit nummer bombastisch, en daarmee tevens de plaat. Elk nummer op deze steengoede plaat vertelt een eigen verhaal, al is het tekstueel niet altijd even goed te horen door het geweld van vreemde geluidseffecten en de altijd aanwezige galm over de zang. Alles op Youth Hunt bewijst dat het Dokkumse drietal oog voor detail heeft en dat niets toeval is.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *