De dj-set voor het optreden is warrig. The Equals, Agnetha Fältskog (ABBA) en George McCray schallen door de zaal. Na ‘Rock Your Baby’ is het gefluit van het publiek zo hard, dat het in de kleedkamer hoorbaar moet zijn. “Hello, hooray, let the show begin“, gezongen door Alice Cooper, knalt uit de boxen en de zes leden van The Growlers stappen in een uitverkochte Tolhuistuin het podium op.
De groep is opgericht in 2006 in Californië en debuut Are You In or Out verscheen in 2009. Bij eerder bezoeken aan Nederland bezochten de psychedelische surfrockers nog wel eens een coffeeshop. Vanavond is de groep nuchter en lijken de Amerikanen er vanaf opener ‘Rubber & Bone’ zin in te hebben. Gekleed in driedelig pak – de vouw scherp in de broeken – schakelt de groep door naar ‘Naked Kids’ van Hung at Heart (2013). De groep oogt geconcentreerd, de koortjes zijn zuiver en er gaat geen tijd verloren met het stemmen van gitaren. Na zeven nummers gaat het jasje van zanger Brooks Nielsen uit en zet de groep ‘The Daisy Chain’ in. De toetsen van Kyle Straka rammelen en Matt Taylor speelt een lome gitaarsolo, maar de groep speelt nog steeds in een wat lage versnelling.
Vijf albums hebben The Growlers inmiddels uitgebracht. Bij City Club (2016) kroop Julian Casablancas (The Strokes) achter de knoppen. De samenwerking heeft de groep goed gedaan: de vrijblijvendheid is uit het geluid verdwenen. The Growlers waren een echte surfrockgroep, maar hebben met de hulp van Casablancas het zand van de instrumenten geblazen. Op City Club laat de groep lef horen, is er een portie grootsteedse arrogantie aanwezig en speelt de groep met tempo’s en versnellingen. Het is met afstand het beste album van de groep.
Het intro van nummer ‘City Club’ is uit duizenden herkenbaar en nodigt uit tot wat voorzichtige danspassen. Nielsen zet wat stapjes, maar doet dat solo op het podium. Er is nauwelijks contact met het publiek en nog geen dertig seconden later kopieert de groep wat routineus de versie van de plaat. Een goed nummer zal op deze manier geen hoogtepunt worden tijdens een concert. ‘Gay Thoughts’, de single uit 2013, komt voorbij en is het vijftiende nummer van het optreden. Er gaan wat vuisten de lucht in en de eerste zin wordt meegezongen, maar er wordt niet gebruld en er is geen aanzet tot een moshpit. Een fan steekt een sigaret op voor het podium en geeft deze aan Nielsen. De bezoeker krijgt een glimlach van de zanger en een vriendelijk corrigerende vermaning van een beveiliger. Passende afsluiter ‘Tell It How It Is’, het drieëntwintigste(!) nummer, wordt wat tam ten uitvoering gebracht. De groep loopt van het podium af en het publiek klapt zonder veel enthousiasme voor toegiften.
The Growlers komen terug. Straka geeft een fan zijn glas drinken. Het is de eerste spontane actie van een van de groepsleden. Na een slokje geeft de bezoekster de beker terug. ‘Blood of a Mutt’, ‘I’ll Be Around’ en ‘Going Gets Tough’ worden plichtmatig uitgevoerd. Na het laatste nummer zwaaien de muzikanten wat onhandig naar het publiek en haasten ze zich van het podium. Binnen tien seconden springen de lichten in de zaal aan.
Zesentwintig nummers van The Growlers is te veel voor een feestje. De groep overtuigt in de studio en moet nu op het podium op zoek naar de juiste versnellingen.
Beeld: Guusje Thelissen