Het in oktober 2022 verschenen album Green Dream in F# brengt The Bug Club vanavond naar Paradiso. In eerste instantie lijken er vooral mannen van middelbare leeftijd op het Welshe indierocktrio af te zijn gekomen, maar naarmate de aanvangstijd nadert, blijken er toch ook wat meer jongere en vrouwelijke liefhebbers te zijn. De bovenzaal is niet uitverkocht, maar wel gezellig goed gevuld. Terecht ook wel, want het album (de opvolger van de in 2021 verschenen ep Pure Particles) is veelbelovend leuk.
De drie vrienden Sam Willmett (gitaar/zang), Tilly Harris (basgitaar/zang) en Dan Matthew (drums) verschijnen in spijkerbroek en shirt op het podium. Ze maken een relaxte doch geconcentreerde indruk. Toen ze de band in 2016 oprichtten spraken ze af dat hun liedjes niet langer dan twee minuten mochten duren. De nummers volgen elkaar dan ook in rap tempo op, in een fijne stijlmengeling die neigt naar rock, punk en indiepop.
Na ‘The Word of God’ (het een halve minuut durende intro van Pure Particles) wordt energiek geopend met ‘My Baby Loves Rock & Roll Music’. The Bug Club doet hier, net als in bijvoorbeeld ‘The Fixer’, wat denken aan The Velvet Underground. Ook Pavement en een enkele keer Courtney Barnett zijn referentiekaders die opkomen bij de lekker los gespeelde gitaarsongs. Andere liedjes zijn nog weer iets lichter van toon, zoals ‘Six O’Clock News’ en ‘Intelectuals’, die opvallen door de lieflijke samenzang tussen Wilmett en Harris. In dit soort nummers is extra goed de balans tussen nonchalance en verzorgdheid te horen die de muziek tijdens dit optreden kenmerkt.
Welke stijl ook de boventoon voert in de liedjes, ze zijn allemaal even aanstekelijk, en het is moeilijk de hoofden en heupen stil te houden. De op indieradiostations regelmatig gedraaide singles ‘If My Mother Thinks I’m Happy’ en ‘It’s Art’ worden door het publiek enthousiast herkend en meegezongen. En ook de bandleden zelf dragen bij aan de opgewekte sfeer: Harris levert droge commentaren tussen de liedjes door wanneer Wilmett zijn gitaar staat te stemmen en maakt tijdens de nummers stoere loopjes over het podium terwijl ze op haar bas speelt. Wilmett geeft regelmatig een gierende gitaarsolo ten beste en Matthew drumt er met een vrolijke glimlach op zijn gezicht lustig op los.
Die vrolijke glimlach is er ook bij het publiek. Uiteraard door de muziek, maar ook door de uiterst sympathieke uitstraling van de band (waardoor je bijna het gevoel krijgt dat je op een avond met vrienden onder elkaar bent) en het spelplezier dat van hen afspat. Een festivalorganisator zou geen slechte keuze maken door The Bug Club te boeken voor de komende zomer.
Beeld: Peter