‘We want you to see and enjoy this evening with us. So please don’t watch this through your cell phones.’ Op de pilaren en de deuren van Paradiso staat deze mededeling. Vroeger waarschuwde Greg Dulli van The Afghan Whigs voor het volume van het concert. Vandaag de dag vraagt hij de bezoekers de mobieltjes in de zak of de tas te houden en met eigen ogen naar het concert te kijken. Opmerkelijk.
Voorprogramma Ed Harcourt stapt precies op tijd het podium op. Hij opende in 2008 al voor The Gutter Twins, de gelegenheidsformatie van Mark Lanegan en Dulli. ‘Occupational Hazard’ is een nummer van Harcourts laatste langspeler Furnaces (2016). Hij heeft een halve studio meegenomen naar het podium. De Engelse singer-songwriter schuwt het experiment niet en raakt snel verveeld bij gewone rockmuziek. Hij speelde met Patti Smith en Marianne Faithfull. Harcourt wil vooroplopen maar kan ook genieten van burgerlijke kwaliteit. Hij is in alle gevallen kritisch op zijn eigen presteren.
Op het podium neemt hij stukjes gitaar op en zet hij deze in een loop. Eerdere delen van de composities trekt hij uit de laptop. Zo bouwt hij zijn nummers op: uniek, nooit hetzelfde en altijd Harcourt. Voor ‘Furnaces’, het titelnummer van zijn album uit 2016, kruipt hij achter de piano. Na een eerste refrein en een foute aanslag steekt hij zijn handen in zijn haar. “What are you doing?”, vraagt hij. Harcourt neemt zichzelf de fouten kwalijk. ‘Wichita Lineman’ is een nummer van de onlangs overleden Glen Campbell. Harcourt herdenkt een van zijn helden met een ontroerende versie van een van zijn hits.
Bij ‘You Give Me More Than Love’ schudt hij na twee minuten het hoofd en stopt. Het licht gaat uit en Harcourt zet de laptop aan. Als een crooner loopt hij voor ‘Until Tomorrow Then’ met een microfoon in zijn hand rond. Uiteindelijk belandt hij achter de piano en slaat hij met een hand wat toetsen aan. Na nog een loopje is er het einde. Harcourt neemt wat ontevreden afscheid. Bij de Engelsman is niets zeker: er gebeurt veel en er gaan dingen mis. Dat maakt zijn optredens en releases verrassend en spannend. Ook na het optreden in Paradiso is er de wens om in de huiskamer verder naar zijn muziek te luisteren.
Voor het optreden van The Afghan Whigs neemt een roadie van de groep de microfoon en spreekt hij de zaal toe. “The first rule is no flash lights. Take as many photos as you like, but no flash lights. The second rule is you have to have a good time.”
Het intro van ‘Birdland’, het openingsnummer van de dit jaar verschenen cd In Spades, klinkt hard en gedragen. Dulli stap in smetteloos zwart na meer dan een minuut het podium op. De entree is theatraal, de muziek gaat door merg en been en dieper. Dan komt The Afghan Whigs het podium op. Ed Harcourt is er ter versterking. De groep trekt een muur van gitaargeluid op. Kippenvelmomenten volgen elkaar razendsnel op. De muur brokkelt af en wordt telkens weer opgebouwd. De band dendert door met ‘Arabian Heights’, opnieuw een track van In Spades. Het publiek wordt nog strakker bij de strot gegrepen. Tijdens ‘Matamoros’ krijgt het publiek nog steeds geen tijd om naar adem te happen en is er geen plek voor applaus. Pas dan is er de vraag “How are you doing, Amsterdam?” Voordat er een antwoord gegeven kan worden, is er het intro van ‘Fountain And Fairfax’. Op het podium staat een muziekmachine die met zoveel kwaliteit geen overdosis volume nodig heeft.
Voor ‘You Want Love’, een nummer van Pleasure Club, plakt de roadie de zinnen geschreven op een groot wit papier op een speaker. Dulli lijkt wat onzeker bij de teksten van anderen. ‘You Want Love’ en ‘Honky’s Ladder’ vormen een bijna saloonachtig tweetal nummers. De muziek is staccato en in de zaal bewegen al veel meer dan alleen de hoofden van de meeste toeschouwers.
Voor ‘Going To Town’ stapt Dulli naar de piano. In zijn kenmerkende stijl, de vingers strak en recht en op de toetsen beukend, zet hij het nummer in. Het nummer van de ep Bonnie & Clyde (1996) krijgt een kwetsbare uitvoering. Na ‘It Kills’ is er genoeg emotie geweest. Dulli loopt naar de microfoon; het is tijd voor wat communicatie. Hij spreidt de armen. “Are you not entertained?”, vraagt hij de bezoekers. De zaal ontploft bijna. Dulli houdt zijn hand bij zijn oor – daar zijn toch de oordopjes – en lijkt niets te verstaan. Het is een prachtig spel van een dirigent en een orkest bezoekers. In hoog tempo en strak musicerend werkt de groep daarna naar afsluiter ‘Lost In The Woods’ toe. Het eerste couplet uit ‘Penny Lane’ van The Beatles aan het einde is een leuk grapje.
Het publiek moet werken voor de toegiften. Zeker twee minuten laat de groep op zich wachten. Dulli stapt opnieuw alleen het podium op. “Let’s have a warm welcome for Afghan Whigs.” Het is groots hoe hij de muzikanten vlak voor het einde van het concert in het zonnetje zet. En de onvermoeibare roadie wordt zeker niet vergeten en krijgt applaus van het publiek en de groep.
The Afghan Whigs zorgt in Paradiso voor vijf kwartier uitstekend vermaak. Muzikaal is het fantastisch, theatraal is het groots, zelfs af en toe uiterst komisch, en vocaal kent Dulli slechts de stand hard en rechtuit. Hij sluit de avond mooi af. “Amsterdam, what a magical evening. Take me away.”
Beeld: Peter