Van een Belgische site: “Hi Hawai [foto hierboven] is het Brusselse fizzpopexplosion-duo Jens Bouttery en Lennart Heyndels, vroeger bekend onder de naam Geroezemoes. De kern van Hi Hawai draait om catchy popsongs en drum-bass-synth-sing-a-longs, met daaromheen een hoop ongebreidelde improvisatie en wilde solo’s.” Veel Engels in deze introductie en op het podium van Tolhuistuin gaat dat gewoon door. Twee Belgen die communiceren in redelijk Engels met dertig bezoekers uit Amsterdam. Het is een vreemd en komisch gehoor. In België zou men het “zot” kunnen noemen.
Nog een citaat: Hi Hawai heeft kennis van free jazz, pop, theater en filmmuziek. De habitat bevindt zich tussen catchy pop en grenzeloze improvisatie. De uiterst meezingbare teksten verwijzen naar absurditeit, het geluk en het ongeluk des levens.” En met die teksten gaat het mis in de zaal van Tolhuistuin.
Hi Hawai heeft een kleine drie kwartier. Tien minuten lang gaat het redelijk. De muziek is ritmisch, het duo is op elkaar ingespeeld en het publiek kijkt nieuwsgierig toe. Daarna overspelen Bouttery en Heyndels de Belgische handen. De onderbroekenlol in de teksten is groot en de vraag aan de bezoekers om mee te zingen misplaatst. “Do You Wanna Move For The Milkman?” en dat talloze malen herhaald. Alle vocalen daarna zijn zwak, Bouttery heeft nog geen octaaf bereik. Flauwiteiten houden aan. Ritmische kunde sneeuwt onder in flauwiteiten.
Twee duo’s
Artificial Horizon is de nieuwe langspeler van het Belgische viertal TaxiWars. Robin Verheyen [foto hierboven] (saxofoon en toetsen), Nicolas Thys (contrabas) Antoine Pierre (trommels) zijn jazzjunks en aanwezig in veel bands en projecten. Tom Barman [foto hieronder] is frontman van dEUS, muzikant, filmregisseur en samen met Verheyen verantwoordelijk voor veel van de liedjes van TaxiWars. Artificial Horizon is de derde samenwerking en heeft wat tijd gevraagd. De extra maanden schrijven, overleggen en opnemen hebben een veelkleurig en rijk album opgeleverd.
Opener ‘Fever’ is het titelnummer van de tweede langspeler (2016). Barman stuitert, danst, klapt en perst op de planken de eerste adrenaline uit zijn systeem. De track ‘TaxiWars’ volgt. Pierre en Thys vormen vanaf de aanvang een ijzersterke ritmesectie, Verheyen en Barman mogen excelleren en hun ding doen. Het viertal heeft de voeten in de jazz staan, maar is veel meer dan een combo dat goede muziek maakt. Zo af en toe neemt het viertal afstand van mooie liedjes en mag er even worden getapt uit de kraan van de experimentele jazz. Met name Verheyen speelt een aantal malen een klaterende, stomende saxofoonsolo. TaxiWars is echter echt goed op de momenten dat de liedjes klein zijn, het ritmeduo het fundament legt, Verheyen zich inhoudt en Barman voor vier tikken een tamboerijn pakt en ingehouden zingt. TaxiWars is twee duo’s, twee solisten en twee giganten voor de muzikale bodem. Binnen Tolhuistuin groeit per nummer de bewondering.
Hoogtepunten
Er worden zestien nummers gespeeld en het zijn bijna zonder uitzondering hoogtepunten. ‘Irritated Love’ is een voorbeeld van klein, breekbaar en melodieus. Barman noemt het “een zacht liefdesliedje”. Zo musiceert de groep van dEUS-achtige songs naar experimentele jazz (‘Rosco Paje’), waarin Verheyen soleert op saxofoon.
Om 22.13 uur gaan onder klaterend applaus de Belgen van het podium. TaxiWars komt voor twee toegiften terug. Voor ‘Oh Day Three’ kruipt Verheyen achter de toetsen. Het viertal musiceert ingetogen en kiest niet voor een exploderende uitsmijter. Kwaliteit blijft voorop staan. ‘Safety In Numbers’ sluit af. En opnieuw is er geen extase, geen orgastische afsluiting. TaxiWars speelt gecontroleerd, fijnzinnig en met de nodige emotie naar het einde van een geweldig concert.