Inmiddels alweer twaalf jaar terug begon muzikant, en tegenwoordig ook huisfotograaf bij podium Vera, Richard Postma zijn DIY-label Tartarus Records. Het vizier is gericht op acts in het hardere muzieksegment, waarbij de experimenteerdrang niet wordt geschuwd. Aanvankelijk richtte het label zich op de release van tapes maar later ook op vinyl. Vanavond opent Vera opnieuw de poorten voor een Tartarus Records Presents… Met dus bands die materiaal hebben uitgebracht op het label. Postma zelf zal ook het podium beklimmen, in het kader van de terugkeer met zijn band Ortega. Hoofdact is de Duitse kruisbestuivende blackmetalformatie ULTHA.
Oud Zeer
Oud Zeer bijt zwaar mokerend het zwartgeblakerde spits af. Eerder deze maand zag de release onder dezelfde naam het daglicht; het is een eerste broedsel van Utrechtse bands Throwing Bricks en Ontaard, aangevuld met contributies van bevriende muzikanten (onder andere van Vulva). Het splitalbum staat vanavond dus centraal en kent in het eerste deel een sludgy doomteneur, die op momenten opgefokt wordt met driest black- en posthardcoregeprik, neergezet door Throwing Bricks. Met nader aangescherpte pijnpunten, in de vorm van de uit de tenen gaande screams van kale dramaturg Niels Koster. De pletwalspassages missen hun uitwerking niet; ze vallen heel lekker binnen. Een mooi extra – bij de eveneens langskomende, meer bezinnende postrockgevoeligheden die Throwing Bricks her en der toont – is het vioolspel van Johanna Kouwenhoven. Het vlecht fraai melodramatisch met de – naar een buitengrens gaande – tergzang van Koster in het emotioneel geladen ‘A Selfish Symphony’.
Ontaard doet de thematiek van te verwerken naslepende trauma’s en depressies verder branden. En daar zit dan toch ook wat het knelpunt. De Sonic Youth-achtige en postpunkende sferen die in de postmetal doorklinken zijn verfrissend, maar – evenals enigszins bij het gebodene van Throwing Bricks het geval was – er sluipt op den duur een zekere voorspelbaarheid in die hard-zachtopbouw van de songs. Verder schiet vooral bij dat ventileren van de emoties in de screams – zonder overigens te twijfelen aan de oprechtheid ervan – de beleving wat door naar het pathetische, een te dik willen aanzetten.
Ortega
Na vijf jaar afwezigheid van de podia en met nog nationaal als internationaal hoog aangeslagen laatste plaat Sacred States alweer uit 2016 stammend, zijn de Groninger doomers terug van weggeweest. En, mooier kan het bijna niet zijn, zanger/gitarist Richard Postma en zijn drie kompanen vieren die terugkeer op de labelfuif van de man in kwestie. En dan ook nog eens op het oude en vertrouwde ‘thuispodium’, alwaar de band in het verleden al meerdere malen succesvol mocht staan.
De slagkracht van Ortega’s granieten sludge/doom/postmetal laat zich meteen gelden, als het kwartet in een door geluidsman/Doolbassist JB van der Wal geweldig uitversterkte balans de dikke, potige riffs de zaal in klapt. De dicterende meppen van drummer Sven Jurgens liggen indrukwekkend in het midden van het geluidsspectrum en vormen met de gevaarlijk malende en schurende bastonen van Frank de Boer die dreigende stuwing in de kolossen van tracks die voorbijtrekken. Kolossen waarin de zware rifffundamenten geraffineerd in- en uitschuiven, als vervaarlijke tektonische platen. Het toont de sterke songwriting van de band, die er een spannende dynamiek op nahoudt. Een dynamiek die je ook weet te verrassen door soms bijna onopgemerkt, in een hypnotiserende flow, je van de ene naar de andere passage te brengen of zelfs, zoals vanavond, van het ene naar het andere nummer. Knap hoor, hoe de mannen veelal in die basis van hun tracks twee of hooguit drie sleutelriffs bezwerend rond doen draaien en er evenzo geraffineerd sfeerversterkende – geregeld in elkaar grijpende – mooie tragiek dragende gitaarlijnen doorheen vlechten. De diversiteit in de zang – mooi afgewogen en tegenhangende brulzang en blacky screams – en de inventieve, wat proggy en jazzy aanvoelende fills van Jurgens zijn dan de verdere smaakmakers in Ortega’s gelaagde spanningsbogen.
Passerend nieuw materiaal doet uitkijken naar de komende plaat. Met onder meer stoïcijns doorbeukende riffs en heerlijk intens galmende brulzang van Postma, die tezamen een bepaalde industrial feel erop nahouden maar tegelijkertijd weer prima aansluiten bij Ortega’s weltschmerz en de hang naar een beter bestaan op deze aardkloot. Een klasse terugkeer van de stadjers.
ULTHA
Het kwintet uit Keulen heeft vooraf aan zijn optreden even iets meer tijd nodig om de uitversterking van de zang naar tevredenheid te krijgen. Dan kondigt zanger/gitarist Ralph Schmidt droogjes aan dat ze vijf nummers zullen doen en vijftig minuten gaan spelen. Oké, “ganz gut.”
De blackmetal van deze Teutoonse stormram is niet van de lucht. De urgentie druipt er aan alle kanten van af en dat vindt vrijwel direct bijval in het publiek, alwaar de nodige gebalde vuisten en horns up ferm de lucht in gaan. Retestrak en góéd koud schieten pijlsnelle staccato rateldrums en riffs op je af. De kilte en naargeestigheid wordt dik en gitzwart onderstreept door de uiterst intense gromzang van Schmidt en de evenzo prikkende typische black screams van zanger/bassist Chris Noir. Die punten op de i vooraf bij de zangafstelling bleken dus zeker niet voor niets.
De atmosferische black laveert ergens tussen US blackmetal – denk aan een Wolves in the Throne Room – en oudere Noorse black, in de lijn van een Burzum (die slepende midtempo’s..) en Darkthrone. En, poeh… Eentje die je goed weet mee te nemen in een intrigerend gelaagd avontuur. Met daarin bezwerende draaikolken van blackmetalgeratel die fraai afwisselen of verweven met ambient-achtige klanken, de verheffende gotische keyboardklanken van toetsenist Andreas Rosczyk en doomy metalstukken. ULTHA laat zijn black boven zichzelf uitstijgen. Slotstuk ‘The Avarist (Eyes of a Tragedy)’ is dan de ultieme klapper die zich gevaarlijk sluimerend ontvouwt en je in zijn staart middels inprentende melodieuze black – vol van mooi meeslepende tragiek – volledig op je zij legt.
Foto’s van Vera huisfotograaf Cashmyra Rozendaal