Een muzikant loopt met een drumstok en een glas drinken het podium op. Hij slaat op instrumenten en speakers, neemt regelmatig een slok en landt na meer dan een minuut achter een piano. Vanaf de zijkant schuifelt een kleine vrouw het podium op. Zacht en slecht verstaanbaar begroet ze het publiek. Paul Wallfisch, pianist van Swans, zet ‘Folsom Blues’ van Johnny Cash in. Little Annie, kunstenares uit New York, zingt schor en met af en toe overslaande stem de eerste zinnen. Ann Robie Bandes O’Connor a.k.a. Little Annie komt uit New York en opent voor Swans. Na een debuut in 1977 schuifelt ze vijftig jaar later in Paradiso naar de ene lichtbundel op de planken. Little Annie is op leeftijd.
Over het optreden van de vorige dag in Gent berichtte ze op social media: “Spectacular sound in Ghent – lovely encounters with old faces & new faces.” Wallfisch verandert intussen de zaal in een nachtclub. ‘Adriana’ en ‘Suitcase Full of Secrets’ zijn vaudeville nummers, die zich lenen voor het spel van de pianist maar niet (meer?) voor de stem van Little Annie. Het publiek voor het podium kijkt met stijgende verbazing naar de stramme, oude zangeres. De bezoekers achter in de zaal hebben alle aandacht verloren en babbelen vrijuit en tamelijk luid.
‘Shipbuilding’ van Elvis Costello krijgt een redelijke uitvoering en lijkt na een klein half uur een goed nummer om mee af te sluiten, maar Little Annie heeft nog een laatste liedje. In ‘Dear John’ zingt ze: “Dear John, dear John, dear John, don’t you know the show must go on.” Het is een bijna pijnlijke tekst na een veel te lang optreden. De oude zangeres neemt met een verlegen zwaai afscheid. Een optreden van Little Annie meemaken is toch een beetje als beschaamd kijken naar oma die nog zo nodig een liedje wil zingen tussen de schuifdeuren. Wallfisch neemt nog een slok en vertrekt. Little Annie laat via social media het volgende weten: “Loved it tonight in Amsterdam – loved this whole tour!”
Geen twee minuten later staat Swans op het podium. Wallfisch heeft zijn borrel op, Phil Puleo checkt of zijn drumstick retour is, gitarist Norman Westberg maakt zijn bril schoon en Michael Gira regelt de verlichting boven de muziekstandaard om zijn teksten te kunnen lezen. Het is als heren op leeftijd die het bureaulampje op kantoor controleren en de meegebrachte lunch in het koelvak van de vriezer leggen. Twee minuten later is het podium leeg.
Even later wandelen de leden van Swans de lichten in. Christoph Hahn regelt zijn steelgitaar en bassist Christopher Pravdica wacht, zoals basgitaristen dat kunnen, rustig af. Gira sjort de broek omhoog, stroopt de mouwen op, kijkt omhoog naar de glas-in-loodramen van Paradiso en geeft Hahn het teken te beginnen. Het niet officieel uitgebrachte ‘The Knot’ wordt ingezet. Swans speelt onbekend werk in een kerk. De hoogmis kan beginnen!
Michael Gira richt in 1982 Swans op. Hij wil muziek maken voor de monnik die naar rockmuziek luistert en voor de muziekfanaat die een optreden als een religieus gebeuren ervaart. Debuutalbum Filth verschijnt in 1983. In 2010 haalt Gira de originele bezetting van Swans bij elkaar om een laatste maal op tournee te gaan. Hij vertelt in interviews dat de groep ‘ergens in 2017’ zal stoppen. Bij optredens speelt de groep het niet-uitgebrachte nummer ‘The Knot’ en tracks van To Be Kind (2014) en The Glowing Man (2016).
Gira staat met zijn rug naar het publiek. ‘The Knot’ is drie minuten onderweg en alleen Hahn is te horen. Gira wiegt en wacht, geeft Wallfisch een teken en de pianist valt in. Gira wiegt en wacht, Pravdica beroert zijn bassnaren en Gira wiegt en wacht. Pas na tien minuten zijn er de eerste akkoorden van Westberg en Gira. Twee minuten later komt de noiserock tot een eerste explosie. Puleo roffelt, ramt en bonkt de klappen de zaal in en teistert zijn bekkens. ‘The Knot’ is twaalf minuten oud en Paradiso is opnieuw een kerk. Swans is thuis en de toeschouwers willen mee op deze trip van lawaai, rock en vooral keiharde muziek. Voor het podium steekt een bezoeker de handen in trance in de lucht. Een jongen legt zijn hoofd tegen de rand van het plankier en zal de muziek tot in zijn tenen voelen. Een wat oudere man legt zijn handen op een speaker en sluit de ogen.
‘The Knot’ is een voortzetting van ‘No Words No Thoughts’, een nummer uit 2010. Gira heeft de compositie sindsdien laten evolueren tot soms wel zestig minuten muziek. Vanavond duurt ‘The Knot’ iets minder dan een uur. Met kleine gebaren dirigeert Gira de groep door de laatste minuten van het nummer. Sardonisch lachend ramt Wallfisch zijn ellebogen op de toetsen, Pravdica staat nog tegen zijn speaker en Westberg denkt aan zijn schoongemaakte bril. Na de muziek steekt Gira zijn handen bewegend in de lucht. Hij applaudisseert zoals dove mensen dat doen. Een paar meter van het podium staat een groepje mensen dat op dezelfde manier applaudisseert. Muziek van Swans is luisteren, voelen en ondergaan. Swans is bezwerende noise.
‘Screen Shot’ is een track van To Be Kind. Bij Christoph Hahn heeft minutenlang de stekker naast zijn voetpedaal gelegen. Hahn ziet het technisch mankement, zakt onverstoorbaar door de knieën en steekt de stekker in het contact. Het is absoluut onmogelijk dat een van de bezoekers het verschil heeft gehoord. Na het nummer is er het eerste vriendelijke knikje van Gira naar het publiek.
‘Cloud of Unknowing’ is een nummer van The Glowing Man. Het is een rockende compositie. Massaal knikken de hoofden van de mensen in de zaal. Het is traag stompende muziek en veel mensen bewegen in trance. Natuurlijk moet met enige regelmaat het oordopje op de goede plek worden geduwd, maar de muziek is tot in de diepste vezel te voelen en alom hoorbaar.
‘The Man Who Refused To Be Unhappy’ is een volgend niet-uitgebracht nummer. Gira wil tijdens een afscheidstournee geen hits, maar vooral nieuwe muziek laten horen. De compositie zou naadloos op een van de latere langspelers passen. Ook deze track is er één van repeterende harde rock, waarbij de luisteraar de muziek in wordt getrokken. De ritmesectie zorgt voor een bijna eindeloos herhaalde groove, de gitaristen voegen spaarzaam akkoorden toe en Wallfisch vergrijpt zich opnieuw aan zijn toetsenborden. Swans staat minutenlang op repeat en werkt bijna onmerkbaar naar de onvermijdelijke apotheose.
Na veel langer dan twee uur is er nóg een nummer, laadt de groep zich nogmaals op. Een lange versie van ‘The Glowing Man’ sluit af. Minuten voor het einde gespt Gira zijn gitaar los. Hij dirigeert met kleine handgebaren de groep naar het einde van het concert. Na de muziek bedankt hij het publiek en stelt hij de bandleden voor.
Swans in een kerk. Er is geen betere plek voor Gira en de zijnen. Ruim tweeënhalf uur muziek in Paradiso was zelfs voor de ‘diehard’ fan wat aan de lange kant. Het afscheidsoptreden van Swans in Nederland was te lang, vaak oorverdovend mooi, bij momenten hallucinerend en vooral ziedend hard.
Beeld: Peter