Welk magisch ingrediënt zit er toch in het drinkwater rond Asbury Park waardoor oudere mannen kunnen blijven rocken als jonge honden? De grondleggers van de Jersey Shoresound lijken de eeuwige jeugd uitgevonden te hebben. Nadat we eind mei Bruce Springsteen (73 jaar oud), met in de E-street band ‘Miami’ Steve van Zandt (72 jaar oud), konden bewonderen in de Arena is het vanavond tijd voor de derde ‘Jersey Shoresound-musketier’. Southside Johnny is 74 jaar oud, maar springt en dolt op het podium van het bijna uitverkochte Paradiso alsof hij nog altijd dertig jaar jong is.
En dat nadat hij pas drie uur voor het concert aangekomen is in Amsterdam. Iets met problemen op Schiphol, vertelt hij. Dat ze gisteren in Londen speelden. En dat dat een stinkstad is, heel anders dan Amsterdam. De liefdesverklaring aan Amsterdam klinkt uit de mond van Southside Johnny geloofwaardiger dan uit die van veel andere buitenlandse artiesten. Deze man speelt al sinds 1977 regelmatig in Paradiso.
De band start met een ronkende versie van ‘Coming Back’ en stoomt daarna direct door met ‘Hard to find’. In dit nummer krijgen de bandleden ook meteen uitgebreid de tijd om te soleren. Vooral saxofonist John Isley schittert met een scheurende saxofoonsolo, maar ook toetsenist Jeff Kazee neemt het podium. Het karakteristieke geluid van zijn Hammondorgel is maar de helft van zijn performance deze avond, want hij staat ook Southside Johnny regelmatig bij met zangpartijen.
Southside Johnny is trouw, net als zijn generatiegenoten, en vrienden, uit Asbury Park. Zijn trouw aan die vriendschap is te horen in de hoeveelheid nummers van Springsteen en Van Zandt die hij vanavond speelt. Zeker zeven nummers zijn door hen geschreven.
Trouw aan zijn band, die hem al jarenlang omringt. De wederzijdse trouw tussen Southside en de Asbury Jukes spat van het podium af op het moment dat Southside zichtbaar en voelbaar afscheid neemt van de setlist die vooraf afgesproken is. Twee woorden, een klein knikje, “Give me a key”, en de hele band pakt het nummer – een ander nummer dan op het blaadje staat dat op de monitor ligt – op. “Wil je het anders doen? Doen we dat toch gewoon”, lijkt de hele band te voelen.
Dat gebeurt niet één keer, het hele concert verloopt met een knikje hier, een verzoekje daar, en “One, two, three, four”, we zijn onderweg met weer een ander nummer. De chemie is fantastisch om te aanschouwen. Zeker omdat Jeff Kazee een aantal zangpartijen overneemt om Southside even wat verdiende rust te gunnen.
Southside is ook trouw aan zijn publiek. Dus sluit hij de set na een uur en drie kwartier af met publiekslievelingen ‘The Fever’, ‘This Time It’s for Real’ en ‘I Don’t Want to Go Home’.
Dat is waar. Niemand wil al naar huis. Een eerste toegift volgt. En een tweede. “We’re having a party”, zingt Southside tot slot. Daar is geen woord aan gelogen!
Beeld: Peter