De dag nadat een van de pioniers van de punk – Pete Shelley van The Buzzocks – overleed, staat het exponent van de nieuwe generatie punk, Shame, in Paradiso. Dat de punk leeft zien we aan het grote aantal toegestroomde fans.
De backdrop verraadt geen enkele schaamte: een doek van 5m x 5m met slechts de letters S H A M E. Iets meer bescheiden verschijnt voor het doek Sorry – what’s in a name – op het podium [foto hieronder]. Een postpunk/grungeband uit Noord-Londen. De stem van frontvrouw Asha Lorenz houdt het midden tussen Shirley Manson van Garbage en de ijle klanken van Kazu Marino van Blonde Redhead.
In het voormalige verenigingsgebouw van een kerkgenootschap is het dan tijd voor – hoe toepasselijk – de Songs of Praise van Shame [bovenste foto en foto’s onder]. Alle nummers van het eerste album Songs of Praise (de naam is een knipoog naar het BBC-programma vol bijbelse koorzang op de zondagmiddag) en drie nieuwe nummers: ‘Human for a minute’, ‘Cowboy supreme’ en ‘Exhaler’ komen aan bod. Shame heeft bij monde van frontman Charlie Steen het publiek iets te zeggen met een indringende urgentie. Bevelend en bezwerend vanaf de openingsakkoorden van ‘Dust on Trial’ tot aan de slotakkoorden van ‘Donk’.
De dominerende zang en het charisma van Steen, de muzikaliteit van Eddie Green (gitaar), Charlie Forbes (drums) Josh Finerty (bas) en Sean Coyle-Smith (gitaar) verpletteren de zaal. Vanaf het eerste nummer wordt iedereen – al dan niet in de enorme moshpit – meegezogen in de wereld van Shame.
Die wereld van deze twintigers is er één zonder misbruik, enige onderdrukking of discriminatie. De teksten zijn ziedend, soms zelfs schunnig, maar maatschappijbewust, intelligent en bewogen. Steen maant de fans regelmatig dichter bij het podium te komen. Hij buigt zich over hen heen, gebaart nog dichterbij te komen en besprenkelt hen met water. Hij schokt de schouders heftig om zijn woorden kracht bij te zetten. Ontbloot zijn bovenlijf en vraagt een fan om een sigaretje.
Steen is niet de enige die het volledige podium benut. Josh Finerty duikelt en springt in het rond terwijl hij zijn bas speelt en zingt. Na de toegift roept Steen: “Shame, Shame, Shame, that’s our fucking name“, voordat hij de microfoon laat vallen en het podium verlaat. Het spektakel van de avond is ten einde.
Napraten kan alleen buiten adem, beurs, bezweet en een beetje verdwaasd na al het muzikale geweld. We knuffelen en spreken bassist en stuiterbal Josh Finerty vlak na hun optreden. Josh: “It was a great gig. We love The Paradiso so much. It’s a great venue to play at.” In tegenstelling tot de eveneens zeer populaire collega-band IDLES – die bewust kiezen voor de iets kleinere zalen – kiest Shame voor de grotere podia. Josh lacht: “They sell out these venues and we do almost ours.”
Tekst door Judith Zandwijk