Het is een druilerige avond. Zo’n avond waarop je ietwat natgeregend in een kroeg gaat zitten, er opwarmt en niet meer naar buiten gaat tot je naar huis moet. Behalve wanneer de Popronde in je stad is neergestreken. Dan negeer je de regen en vlieg je met een programmaboekje in je hand van poppodium naar kroeg om zoveel mogelijk onbekend talent te zien.
Yasmine
De grote zaal van Vera is nog betrekkelijk leeg als de drie mannen van Yasmine beginnen te spelen, maar ze hebben meteen de aandacht van het publiek. “I wish I never met you, there is no point in loving you“, zingt Kevin van Moorsel. De band speelt luid en oogt ontspannen. Op de website van de Popronde worden de nummers van Yasmine aangeprijsd als poppy liedjes die veel te hard gespeeld worden. Het drietal krijgt het onopgewarmde publiek in beweging met harde en goed meezingbare nummers. Jammer dat niemand de teksten nog kent. Yasmine verdient een groter publiek.
Jagd
In een hoek van Ierse pub O’Ceallaigh produceert Jagd een strakke bak herrie. Zangeres Nanne van der Linden heeft een berg van een stem waarmee ze alle toevallige voorbijgangers naar binnen lijkt te trekken. Het wordt steeds drukker in de pub. “Toe maar, jullie passen er nog wel bij,” zegt Van der Linden tegen wat mensen die aarzelend om de hoek van de deur kijken. “O. Nou heb ik ze weggejaagd.” De bandleden zijn goed op elkaar ingespeeld. In een pub met je neus bovenop Jagd staan is een intense ervaring waaraan je kan zien dat deze band zich ook op een groter podium uitstekend redt.
Mexican Surf
Mexican Surf staat geprogrammeerd op de eerste etage van de Warhol. Deze plek blijkt voor de energieke frontman Jules Trum een uitstekende speeltuin. Als hij zich niet gehurkt door het publiek voortbeweegt, klautert hij wel op de reling die langs de trap loopt. Trum staat niet stil. Mexican Surf vermaakt het publiek met prima garagerock, maar de mannen zouden meer overtuigen als ze hun eigen geluid wat verder ontwikkelden.
Tusky
Een paar minuten voor het optreden van Tusky in O’Ceallaigh spreekt een bezoeker bij de mannen-wc’s een man met een snor aan.
“Hé, ben jij van John Coffey?”
“Ja.”
“O, fuck!”
“Ja man, ik moet zo spelen, blijf even hangen.”
“Oh, fuck. Echt?”
Tusky, dus. Een deel van de bandleden kent elkaar van John Coffey, dus het is geen grote verrassing dat de punkrock van deze band klinkt alsof het op een uitstekende cd staat die je al jaren in je dasbordkastje hebt liggen. De pub blijkt te klein voor Tusky en misschien maakt dat dit optreden wel tot een onvergetelijke ervaring. De band speelt lekker door en weet daarmee een publiek dat schouder aan schouder gepropt staat flink in beweging te krijgen. Pas als er gecrowdsurft wordt, ontdek je hoe laag de plafonds werkelijk zitten.
Fata Boom
In de grote zaal van Vera sluit Fata Boom de avond af. Het publiek lijkt even te moeten wennen aan de extravagant geklede artiesten. Ze zetten een goede show neer en dat ligt echt niet alleen aan het visuele aspect van de act. De mix van onder andere electro en hiphop is opzwepend. Het duurt niet lang tot Fata Boom het publiek aan het dansen heeft gekregen en dan is het ergens toch fijn dat de zaal niet tot de nok toe vol zit.