Droompop. Korter en duidelijker kan de muziek van Amber Arcades niet worden omschreven. Op het schemerige podium van de Tolhuistuin wordt ‘Constant’s Dream’ ingezet. ‘Right Now’ volgt; frontvrouw Annelotte de Graaf wandelt musicerend langs de leden van haar band en legt de muzikale lijntjes. Binnen vijf minuten staat er een band op de planken. Amber Arcades speelt vooral nummers van het debuutalbum uit 2016. Met leden van de groep van Kevin Morby, Real Estate en Quilt werd Fading Lines opgenomen. Lovende recensies in magazines uit Nederland, Engeland en Amerika volgden.
Elf nummers staan er op de setlist van Amber Arcades, waarvan ‘Which Will’ een cover van Nick Drake is. Op de tafel in de hal is het nummer te vinden op de splitsingle met Moss, die op het label Excelsior verschijnt. ‘It Changes’ en ‘Can’t Say That We Tried’ zijn nieuwe, sterke nummers die op de in juni te verschijnen ep zullen staan. Het viertal speelt een ingehouden, goede set. Achter de tafel met merchandise in de hal zet Annelotte de Graaf met plezier een krabbel en groet ze de lezers van Make A Fuzz.
Moss speelt een thuiswedstrijd. De spullen worden door de leden van de band neergezet en er is tijd voor een vriendelijke groet of een kort gesprek. Frontman Marien Dorleijn stemt drie gitaren. ‘It’s So Hard to Keep a Secret’ is het eerste schot in de roos. Het pakkende nummer swingt, nodigt uit om mee te zingen en is de perfecte opener voor een mooie avond. ‘Ghosts’ is het volgende nummer van Strike, het eerder dit jaar verschenen album. Voor ‘The Promise’ is er de aankondiging “YEAH”, en weg is Moss voor de volgende drie minuten tijdloze popmuziek. In ‘Bored to Death’ combineert Dorleijn het zingen van de teksten met het stemmen van zijn gitaar. Pas dan is er tijd voor een eerste praatje en een aankondiging. “De vraag is of ik op de praatstoel zit of niet. Dit is ‘Spellbound’.”
Bij eerdere concerten was er kritiek op de vele verhalen van zanger en liedjesschrijver Marien Dorleijn. Hij praatte soms zo lang dat het publiek hem vroeg te spelen. Hij lijkt zich de kritiek te hebben aangetrokken, maar wil ook zijn wat hese stem niet nodeloos belasten. De subtiele gitaarsongs met de juiste hoeveelheid rockgeschiedenis en het lef om te experimenteren komen vanavond in adembenemend tempo langs.
“Dit optreden voelt bijna als een albumpresentatie. Er is zo veel gebeurd de afgelopen tijd”, vertelt Dorleijn. Hij heeft geen plek gevonden op een stoel, hij praat even met de mensen in de zaal. “Mijn vader overleed. Strike was mijn steuntje voor hem. Hij heeft er nooit echt naar geluisterd. Dit is ‘Strike’.” Hij opent solo op gitaar en de rest van Moss valt later in. Het is de kracht van het vijftal in een paar minuten. Moss schakelt moeiteloos van de felle poprock van een concertzaal naar de intieme folkmuziek van een huiskamer. ‘Tiny Love’ is daarna voor de mensen in de zaal. De overgang naar ‘Me Me Me’ is fraai, maar wat kort. De muzikaal klein gehouden stap tussen de twee nummers is spannend en zou langer mogen duren.
‘What You Want’, ‘Don’t Be a Hero’ en ‘My Decision’ sluiten een concert van zeventien nummers af. Het is alsof Moss alleen de eerste kant van een langspeler heeft gespeeld. In een vloek en een zucht – en bijna zonder praatjes – zijn de nummers voorbij gevlogen.
Toegift ‘I Apologise (Dear Simon)’ van Never Be Scared / Don’t Be a Hero (2009) wordt in een mooie ‘stille’ uitvoering door Dorleijn solo gespeeld. ‘She’s Got a Secret’ van We Both Know The Rest Is Noise (2014) is een passende afsluiter. Moss gaat even helemaal los, maar vergeet de mensen in de zaal niet. Zonder gefreak musiceert de groep naar een grootse afsluiting van een prima concert.
Moss is een groep om trots op te zijn. Twintig nummers maken een voortreffelijk optreden.
Beeld: Jaks Schuit