Een band uit Mexico komt niet vaak langs in Vera, en zeker niet wanneer deze band muziek maakt die tussen shoegaze en grungerock laveert. Ook in Mexico is een band als Margaritas Podridas dungezaaid, zo legt zangeres en bassiste Carolina Enríquez uit aan het aardig opgekomen publiek. Tussen de machorock en traditionele muziek in Mexico is haar band een uitzondering. In Vera weet Margaritas Podridas bij vlagen indruk te maken. Als bonus krijgen we na afloop in de Vera Kelderbar twee Australische punkbands voorgeschoteld.
Margaritas Podridas [foto’s hierboven] bestaat sinds 2015, heeft twee platen gevuld met dromersrock en felle grunge gemaakt en doet sinds een paar jaar internationale festivals in Amerika aan. Het jonge viertal vindt, zoals vele bands voor hen, Vera een übercoole plek om op te treden. Ze prijzen zich gelukkig dat ze er een stuk beter voorstaan dan vele landgenoten omdat ze van de muziek kunnen leven, zo vertelt een relativerende Carola Enríquez.
Toch weet ze haar rol van rockchick eveneens prima uit te buiten door meerdere malen nieuwe lippenstift op te doen, bier uit het publiek te vragen maar vooral af en toe loos te gaan in schreeuwzang. Vocale uithalen die doen denken aan niemand minder dan Courtney Love van Hole of Kazu Makino van Blonde Redhead. In de meer rustige momenten is het niet altijd even zuiver wat ze laat horen.
Ondanks behoorlijk vuig klinkende uitspattingen, blijft het spel van de twee gitaristen binnen veilige grenzen. Wanneer de wijzer tijdens het iets meer dan een uur durende optreden doorslaat naar shoegaze, ontstaan er momenten waarop het muzikaal interessant wordt. De spierballengrunge overheerst echter, met als afsluiting wel een geslaagde cover van ‘Tourette’s’ van Nirvana. Het kan niet verhullen dat het optreden niet volledig beklijft door te weinig echt sterke songs.
Wanneer Australische punkbands aantreden in Vera, staat dat zeker in de kleine Kelderbar meestal garant voor spektakel. Daarom laten we dit extraatje na Margaritas Podrigas niet schieten. Bij een bandnaam als Satanic Togas [foto’s hierboven en onder] is het niet verbazingwekkend dat het trio uit Sydney gemaskerd optreedt. Drummer Heavy Larry steelt de show met woeste gebaren. Ze leveren een halfuurtje fijn meezingbare Oi!-punk die soms inwisselbaar klinkt, maar waarbij de energiemeters rood blijven uitslaan. Zeker wanneer ze een toepasselijke cover spelen: ‘I Don’t Wanna Go Down to the Basement’ van The Ramones.
Waar het publiek bij Satanic Togas nog niet noemenswaardig in beweging kwam, is dat bij GEE TEE wel anders. Er ontstaat een wilde moshpit in de toch al bloedhete Kelderbar, zodat de temperaturen tot grote hoogte stijgen. Zanger Kel Mason stuitert eveneens gemaskerd over de vloer. De garage- en toetsenpunk van de ook uit Sydney afkomstige band klinkt als een bastaardzoon van de dreinende garagepunk van The Hex Dispensers en de onvolprezen Zweedse orgelrockers van Caesars Palace. De toetsdeuntjes zijn bij GEE TEE nog niet zo verslavend als bij die laatste, maar in combinatie met rauwe zang en smerig klinkende punkgitaren is de muziek van de Australiërs van begin tot eind onontkoombaar.