Scram C Baby is terug van weggeweest. Na een radiostilte van acht jaar heeft de Nederlandse alternatieve rockband een nieuw album gemaakt. Give Us a Kiss kreeg een week geleden nog een vijfsterrenrecensie in de Volkskrant, dus dat belooft wat voor deze ‘releaseparty’ in het sfeervolle Cinetol. Het blijkt een avond vol Nederlandse indie van hoge kwaliteit te worden.
Tim Knol
In de Tolbar opent Tim Knol de avond. Voor aanvang maant ceremoniemeester PJ Roggeband het publiek voor alle zekerheid tot stilte, maar laat het maar aan de immer ontwapenende singer-songwriter over om iedereen aandachtig te doen luisteren. Knol speelt eerst enkele nummers die hij met de Blue Grass Boogiemen gemaakt heeft en die op de soundtrack van de film O Brother, Where Art Thou? niet misstaan zouden hebben. Met een smakelijke anekdote over een nachtelijk avontuur op Oerol leidt hij ‘Deep Dark Woods’ in: een typisch Tim Knolnummer waarin hij met zijn zoetgevooisde stem de luisteraar weet te raken. Met het soulnummer ‘Think It Over’ toont hij zijn vocale kwaliteiten nog maar eens aan.
Apneu
De rest van de avond gaat door op het ‘hoofdpodium’, in het intieme concertzaaltje van Cinetol. Als eerste speelt daar Apneu zijn puntige garagepop. De zes nummers van de set volgen elkaar in rap tempo op en het is daarbij moeilijk om stil te blijven staan. Vooral het aanstekelijke ‘Siobhan’ springt er, halverwege het optreden, uit. De band speelt zijn muziek geconcentreerd maar gedreven. De gitarist en bassist bewegen enthousiast met hun instrumenten heen en weer en de drumster heeft tijdens het gehele optreden een serene glimlach op haar gezicht. Zanger-gitarist Erik Schumacher staat in het begin nog wat stoïcijns op het podium, maar begint na zo’n twee nummers ook los te komen. Hij heeft een prettige, soms wat lijzige, zangstem. Dat Apneu niet alléén maar pakkende, poppy liedjes maakt, komt tot uitdrukking in de laatste paar nummers, die wat trager en fuzzier zijn.
The Avonden
Toeval of niet, maar ook The Avonden heeft een vrouwelijke drummer, in de persoon van Ineke Duivenvoorde – en dan moet Scram C Baby’s Marit de Loos natuurlijk ook nog komen. De band met een wat nerdy uitstraling brengt bijzondere en originele Nederlandstalige lo-fi indiepop ten gehore van het debuutalbum Nachtschade én de kersverse plaat Wat een cirkel is. De boomlange zanger Marc van der Holst heeft iets droogkomisch in zowel de praatjes tussendoor als in zijn manier van zingen. De teksten zijn poëtisch, duister (‘Laat de kerken branden’) en ietwat vervreemdend (‘Blauwe bessen’, ‘Bloedsinaasappelen’). Maar het is zeker niet alleen absurdisme wat de klok slaat: ‘Ik heb nergens spijt van’ is een geslaagde bewerking van ‘Isn’t It a Pity’ van Galaxie 500 en het prachtige ‘Ga 2 x bijna dood’ weet de luisteraar in het hart te raken.
Scram C Baby
Hoewel tijdens de voorgaande optredens de uitverkochte zaal allesbehalve leeg was, staat men toch merkbaar dichter opeengepakt wanneer de vijf bandleden van Scram C Baby het podium op komen. Er moeten eerst nog wat problemen met de apparatuur van gitarist Mark Meeuwenoord opgelost worden, maar dan kan de band toch echt van start gaan, en dat gebeurt vanaf opener ‘Shine a Little Light’ (tevens de eerste track van het nieuwe album) met verve. De temperatuur in de zaal stijgt en al na de eerste paar nummers druipt het zweet van het gezicht van zanger John Cees Smit. Dat weerhoudt hem er echter niet van om zich helemaal te blijven geven in bevlogen zang en woeste dansbewegingen. Ook het publiek verandert al snel in een dampende, kolkende massa.
Na een stevig rockende opeenvolging van zowel nieuw als oud materiaal, begint met ‘Throw Me to the Kids’ een blokje van wat rustigere nummers. Het zijn voornamelijk nummers van het nieuwe album, maar ook het lieflijke ‘Around’ (2003) komt voorbij. Na single ‘Elephant’ meldt bassist Geert de Groot droogjes dat de oordoppen weer in kunnen, en inderdaad gaat het dan weer flink los met onder meer ‘Lesbian Underground’. Als Smit het einde van het optreden aankondigt klinken er ontstelde kreten vanuit het publiek, maar gelukkig keert de band terug voor een toegift, waarin het mooi melancholieke ‘Half Speed’ opvalt.
Of Scram C Baby zich nu van zijn stevige of meer ingetogen kant toont, alle songs zijn doordrenkt van bezieling en urgentie. John Cees Smit trekt als charismatische frontman veel aandacht naar zich toe, maar dat betekent niet dat alles om hem draait: de overige bandleden zijn minstens zo gedreven en vormen een stuwende kracht.
De vijf sterren van Scram C Baby vormen vanavond uiteraard het hoogtepunt, maar ook de puike kwaliteit van de muzikanten die hen zijn voorgegaan maakt dit een avond om niet snel te vergeten. Als de vrijdageditie van deze releaseparty net zo mooi wordt als deze, zijn de trotse bezitters van een passepartout ware bofkonten.
Beeld: Karin Eggink