Er staan meer fotografen dan bezoekers voor het podium. Precies om 19.30 uur schuift Nadine Khouri [foto hieronder] het gordijn opzij en stapt het podium op, plugt haar gitaar in, stemt een kort moment en slaat een eerste akkoord aan. Tijdens het optreden van iets meer dan dertig minuten druppelt de zaal vol. Van dertig naar veertig naar zeventig mensen en meer. Zelfs op het balkon is er aandacht en zoeken mensen een stoel om te luisteren.
Khouri maakt onthaastende balladepop, langzame uitgesponnen nummers met gitaar en zang. Heel af en toe is er een versnelling, ontregelt een akkoord op haar gitaar de rust in de nummers, trapt ze een van de pedalen voor haar in. Intussen wordt er aan de bar volop gepraat. Veel bezoekers komen alleen voor Low en kunnen geen interesse opbrengen voor een voorprogramma. Nadine Khouri slaat zich dapper door de vocale ruis heen. Als voorprogramma van Low is Khouri een goede keuze. Ze probeert de luisteraar haar songs in te trekken, maar dat lukt vanavond slechts bij momenten.
Precies 20.30 uur. Het gordijn wordt opzijgeschoven en de drie leden van Low [foto’s hierboven en onder] schuifelen aarzelend het podium op. Basgitarist Steve Garrington loopt naar zijn plek, neemt plaats op een kruk en checkt zijn apparatuur. Mimi Parker kruipt achter haar drumset en is per direct klaar om te beginnen. Gitarist Alan Sparhawk checkt even de zaal, plugt in en slaat het intro van ‘Quorum’ over. Het is het openingsnummer van Double Negative, het dit jaar verschenen twaalfde album van Low. ‘Quorum’ in de studiouitvoering is ontregelend, is ruis, noise en muziek ineen. Op het podium is er een andere keuze. In plaats van muzikaal lawaai is er een klein, melodisch nummer. Het publiek antwoordt met een afwachtend applaus. Concerten van Low zijn gebaat bij opbouw. Er wordt nog niets geroepen, het enthousiasme is aanwezig maar wordt beheerst geuit.
Low werd in 1993 opgericht in Duluth, Minnesota en maakt slowcore. Het trio componeert langzame muziek met minimale tempowisselingen en minimalistische arrangementen en schuwt het experiment meestal niet. De vocalen van Sparhawk en Parker zijn een opvallend onderdeel van de muziek.
Het is 22.00 uur en na negentig minuten is Paradiso betoverd, bestaat de tijd eigenlijk niet meer. De lange, spijkerdunne Garrington neemt af en toe plaats op een kruk en legt een solide fundament, Parker is een melodische drumster, die nergens de muziek dichttimmert. Sparhawk is een vriendelijke frontman die vanavond het experiment veelal uit de weg gaat en functioneel de snaren beroert. De vocalen van het duo zijn zoals altijd prachtig, passend en verleidelijk.
De setlist langslopen is steeds terugkomen bij Double Negative, een langspeler met een avontuurlijk karakter. Vanavond wordt vooral gekozen voor liedjes, die klein worden gehouden. Maar dan is er plotseling ‘Dancing And Blood’. Een aardedonker intro doet Paradiso schudden en vanuit het muzikale geweld komt bijna van achter het podium de stem van Parker. Zacht, sereen maar onverbiddelijk. De schoonheid wint het van het geweld. Knikkende hoofden en voelbaar kippenvel gaan hand in hand. In aflsuiter ‘Disarray’ wordt de spanningsboog nog eenmaal maximaal gespannen en dan is het klaar, gedaan.
“One more song, that’s all a man can handle”, vertelt Sparhawk als de groep terug is voor een toegift. Om met de eerste kritische noot van de avond te vervolgen: “The song always changes, the world doesn’t.” Low zet ‘Murderer’ in en betovert Paradiso nog eenmaal.
“Thank you”, een handkus en Low verlaat de planken.
Beeld: Jan Rijk