Lael Neale – Paradiso, Amsterdam (08-09-2023) Minimalisme met muzikale diepgang.

Lael Neale

Ondanks het zwoele nazomerweer hebben er toch aardig wat mensen voor gekozen om op de late avond in het ietwat zweterige bovenzaaltje van Paradiso te gaan staan. Hier treedt dan ook Lael Neale aan om de bezoekers met haar, bij vlagen eveneens zwoele, lo-fi indiepop te belonen. Met de warmte van haar stem zal zij de warme binnen- en buitentemperaturen even kunnen doen vergeten.

Tijdens de coronapandemie verruilde Lael Neale de drukte van Los Angeles voor de familieboerderij van haar ouders in Virginia. Daar maakte ze haar, eerder dit jaar uitgebrachte, derde album Star Eaters Delight. De ruimtelijkheid en stilte om haar heen inspireerden haar om, op een album dat extraverter is dan de twee voorgaande, met geluid de stilte te doorbreken en verbinding te zoeken met de buitenwereld.

Zowel op dit nieuwe als het vorige album is een hoofdrol weggelegd voor de Omnichord, het elektronische begeleidingsinstrument dat ze ooit van een vriend leende. Ze heeft het uiteraard vanavond ook meegenomen naar Paradiso en zal het bij het grootste deel van de nummers bespelen, slechts af en toe afgewisseld door de gitaar – na de bewezen diensten krijgt de Omnichord op verzoek van Neale dan ook een applausje van het publiek. Verder wordt ze op het podium vergezeld door Guy Blakeslee, tevens haar producer, die de toetsen, gitaar en drumcomputer voor zijn rekening neemt.

Lael Neale

In de schaars verlichte zaal luistert het publiek aandachtig naar de veelal verstilde, dromerige muziek. Het van tweede album Acquainted with Night afkomstige ‘Every Star Shivers in the Dark’ bijvoorbeeld, waarop Neales warme, diepe zangstem boven de sobere begeleiding van Omnichord en drumcomputer direct mooi tot zijn recht komt. Er is echter wel degelijk ook ruimte voor een meer uptempo stijl, zoals in ‘I Am the River’ met zijn aanstekelijke ‘ba-da-da-da-dam’-riffje. Blakeshee danst voorzichtig met zijn gitaar op het podium, en het publiek doet dat ook in de zaal. Nummers als ‘No Holds Barred’ en de pas uitgekomen single ‘I’ll Be Your Star’ ademen een lieflijke jarenzestigsfeer met orgelklanken.

De minimalistische aanpak die Neale voorstaat neemt niet weg dat er duidelijk veel zorg is besteed aan de muzikale omlijsting. Er wordt doeltreffend gebruikgemaakt van de drumcomputer, toetsen en samples om met weinig middelen een rijk en divers geluid te creëren. De intro’s van de nummers springen vaak in het oor, door bijvoorbeeld belletjes of vogelgeluiden. Die laatste zijn te horen in ‘Return to Me Now’, dat ook gekenmerkt wordt door etherische dwarsfluitklanken. En het muzikaal diepgaande en zeer interessante ‘In Verona’ is een nummer dat met veel lagen van ritmes en elektronica wordt opgebouwd en daarmee iets hypnotiserends krijgt, ook door de galm die over de zang gelegd wordt.

Gecombineerd met de zeer aangename zang van Neale weet het optreden zo te blijven boeien, waarbij het publiek meewiegend opgaat in de muziek. Dat de stem van Lael Neale ook prachtig de hoogte in kan blijkt in slotnummer ‘Blue Vein’, dat ze alleen op het podium vertolkt en dat wat meer richting folk gaat. Ook de toegift, de Burt Bacharach-cover ‘Don’t Make Me Over’ krijgt op die manier een zeer fraaie vertolking.

Op een kort praatje van Neale na wordt er gedurende het optreden weinig contact met het publiek gemaakt. Het geheel had daardoor iets afstandelijks kunnen krijgen, maar eerder laat Neale de muziek voor zichzelf spreken. Die is meeslepend genoeg om verbinding met de aanwezigen aan te gaan en hen tot aan het eind te raken.

Foto’s door Paul Hudson genomen op 12 en 17 mei 2023 (CC BY 2.0)

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *