Het is een intieme avond, dit EKKO-concert op locatie bij Brewpub De Kromme Haring in Utrecht. Met meer dan een dozijn eigen bieren op de tap is dit een plek voor de echte fijnproevers. Niet voor de grote bekende namen met een gemiddelde smaak, maar allemaal biertjes met stuk voor stuk een geheel eigen karakter. Net zoals de muziek van vanavond. Hoofdact is de Amerikaanse Jana Horn, met in het voorprogramma Zuurpruimpje, waarachter de Utrechtse kunstenaar Moos schuilgaat. Het podium is klein en de sfeer is die van een huiskamerconcert.
Terwijl het publiek nog een biertje bestelt aan de bar is het concert zomaar ineens begonnen. Zuurpruimpje [foto hierboven] betreedt geruisloos het podium en zingt samen met diens “zangmaatje” breekbare liedjes met minimale elektrische gitaarbegeleiding. De liedjes hebben naar eigen zeggen zware thema’s en dat is de reden om vrolijk geschminkt het toneel op te gaan. Moos wil daarmee op zoek naar contrasten. De verhalende en uiterst persoonlijke liedjes zorgen, hoe zacht ze ook gezongen worden, voor een stille en aandachtige zaal. Met in het midden een gedurfde, maar mooi uitgevoerde Nederlandstalige cover van Jacques Brels ‘Ne Me Quitte Pas’. Gadegeslagen door evenzo kleurig geklede fans verzorgt Zuurpruimpje een voorprogramma dat qua sfeer goed past bij de hoofdact van vanavond.
Jana Horn [derde en vierde foto] begint ook bijna onopgemerkt en in haar eentje, zonder enige opsmuk of aankondiging, aan haar optreden. Ze is afkomstig uit Glen Rose, een stadje van 2500 inwoners in Texas. Via de muziek van Eminem en Weird Al Yankovic werd ze al vroeg in haar jeugd gegrepen door de magie van taal en tekst en ging dat daarna studeren in Virginia. Ze was eigenlijk vooral bezig om schrijfster te worden en les te geven. Toch heeft ze daarnaast altijd muziek gemaakt in lokale bandjes. Toen dat samenviel en ze eigen teksten met minimale gitaarbegeleiding begon op te nemen, is haar carrière als muzikant echt begonnen. Op dit moment toert ze met haar tweede album langs een aantal Europese hoofdsteden. Van Brussel via Utrecht naar onder andere Berlijn en Parijs.
Haar optreden in De Kromme Haring kenmerkt zich door ingetogenheid, zelfs als bij het tweede nummer het ‘ensemble’ aantreedt met bas en drums. De drums begeleiden zacht, klein en ritmisch, de bas speelt hier en daar een melodielijn en Jana’s gitaar biedt alleen wat houvast voor haar zang, zo lijkt het. Het is alsof je op haar slaapkamer getuige mag zijn van de eerste opvoering van haar zelfgeschreven liedjes. Het zijn breekbare liedjes, schuchter gebracht en warm gezongen. Zonder echte songstructuur, vaak kort en met mooi, beeldend taalgebruik. Enige minpunt is dat je als publiek bijna het gevoel krijgt dat je aanwezigheid de zangeres ongemakkelijk maakt. Een kort praatje tussen de nummers door had voor wat meer gezamenlijkheid kunnen zorgen tussen band en publiek.
Jana Horn schrijft mooie literaire miniatuurtjes, vertolkt die met een warme, zuivere stem en durft daarbij kwetsbaar te zijn. Dat bewijst ze nog maar eens door voor het laatste nummer haar medemuzikanten alvast af te laten gaan en zelfs haar gitaar terzijde te leggen. Ze sluit af met het a capella gezongen ‘The Way It Was’, van haar laatste album The Window is the Dream, het publiek daarmee verstild achterlatend.