De Ronda-zaal in Tivoli Vredenburg staat vol vijftigers. Mensen die vervuld van mooie nostalgie terugdenken aan de tijd toen je op je veertiende nog een pilsje kon kopen (en niemand dat gek vond), je in de kroeg een peuk opstak zonder last te hebben van verwijtende blikken en oordoppen tijdens concerten zelfs niet door aanstellers gedragen werden. Je lever ging naar de klote, je longen en je oren evenzo, maar de wereld was toch verloren. Armageddon zou niet lang op zich laten wachten en op de radio bezong John Watts met Fischer-Z het troosteloze bestaan van een Londonse havenarbeider in ‘The Worker’.
Veertig jaar later komen de fans en de artiest van toen elkaar weer tegen. Het is allemaal reuze meegevallen. De wereld verging niet in een nucleair inferno, de toenmalige werklozen van de toekomst hebben toch allemaal een (goed)betaalde baan weten te vinden. Er zijn genoeg redenen om het leven en de liefde te vieren. Dat vindt ook Fischer-Z, want als John Watts solo met zijn gitaar opkomt en ‘Angel of Gardenia’ inzet, een liefdeslied dat hij niet opnam met Fischer-Z maar onder zijn eigen naam uitbracht, is duidelijk dat hij goedgemutst is. Watts maakt grapjes en vertelt dat hij de romantiek voelt in de zaal. Het is met de wispelturige zanger altijd even afwachten hoe zijn pet staat, dus de bezoekers hebben geluk.
Al snel komen ook drummer Siniša Banović, bassist David Purdye, gitarist Marian Menge en toetsenist Adrien Rodes de buhne op. In deze bezetting nam Watts ook het meest recente album van Fischer-Z, Swimming in Thunderstorms op. Het resultaat van die samenwerking is dat de band compact en goed op elkaar ingespeeld klinkt. Het geluid in Ronda is natuurlijk geweldig, zeker met deze band, waar de ervaring van afdruipt.
Fischer-Z geeft het publiek waar het voor gekomen is: een mix van warme herinneringen uit de jaren tachtig, met nummers als ‘Marliese’, ‘So Long’ en ‘Battalions of Strangers’ en wat nieuw werk. Het nieuwe werk is overgoten met een jarentachtigsausje; bassist Purdye gebruikt het hele concert een plectrum en de toetsentapijtjes van Rodes blazen het vuurtje van het eightiesgevoel verder aan.
De show wordt perfect opgebouwd. Na het ingetogen begin met ‘Angel of Gardenia’ pakt de band steeds verder uit tot ze met ‘Limbo’, ‘Head On’ en ‘Marliese’ de show bekronen. Natuurlijk komt er een toegift. Ronda davert op de grondvesten als de encore start met misschien wel Fisher Z’s grootste hit, ‘The Worker’. Het engagement van Watts krijgt daarna de ruimte met ‘Berlin’, een song die opgenomen werd ruim voor de val van de muur, en ‘The Voice’. En daarmee is het klaar: “There’s a new generation that’s sick of blowing in the wind“, zingt Fischer-Z. De new generationkinderen van toen, het publiek van Fischer-Z nu, ze zijn inmiddels ingehaald door de tijd en hun eigen kinderen. Maar ze menen het nog altijd als ze meezingen: “And now it’s time to wake up, oh, oh and see…ONE VOICE….ONE VOICE…ONE VOICE…”
Beeld: Peter
Leuk dat over die “vijftigers”! Mijn zoon van 18 was ook mee en vindt Fischer Z geweldig.