Eurosonic, het jaarlijkse showcasefestival voor Europese bands die aan de weg willen timmeren, is losgebarsten in een winters Groningen. Make a Fuzz is drie dagen van de partij, te beginnen met de woensdag.
De Poolse Artificialice [foto rechts] heeft een zeskoppige band om zich heen verzameld om haar dromerige composities van diepgang te voorzien. Blootvoets, in een elfjesgewaad en onder weinig licht spreidt ze haar niet-geringe vocale capaciteiten ten toon. Gedragen en vol drama doet ze daarbij vaak aan Björk denken. De drums staan aan de zijkant van het podium opgesteld en overheersen daardoor nogal. De saxofonist voegt wel sfeer toe aan de sterk ritmegedreven klanken, die laveren tussen ambient en lompe house. Haar niet altijd even straf spelende band neigt soms naar gefreak, en dikwijls gaat de zangeres er dan bij zitten. De vaart gaat zo uit het optreden, waardoor Artificialice niet geheel overtuigt.
Ze zijn er nog: tapemanipulatoren. Lenhart Tapes [foto hierboven] uit Servië is er zo eentje. Gewapend met walkmans, cassettes en effectapparatuur begint hij uit het niets te laveren tussen tribale, traditionele klanken en white noise. Een logge beat geeft nog enig houvast in de chaos, en de eerste mensen verlaten de zaal. Vol overgave stort hij zich op zijn apparatuur, als staat hij in zijn eigen muzikale machinefabriek om mechanische geluiden te produceren. Dan is daar opeens zangeres Svetlana Spajić, die als een voorgangster Slavische teksten op een gedragen manier ten gehore brengt. Ze danst bezwerend op de ondertussen iets minder machinale tapecomposities. Lenhart Tapes geeft geen toegankelijk, maar een des te meer boeiend optreden.
Een trio uit Brno, Tsjechië dat zich Sinks [foto hierboven] noemt, trakteert het talrijk opgekomen publiek in poolcentrum All Round op een luide golf lawaai, waarin de band venijnig schakelt tussen noiserock en postpunk. Zanger en gitarist Antonín spuugt met een boze blik zijn teksten het publiek in. Teksten die gaan over alledaagse besognes in een postcommunistische samenleving. Ondanks de massieve hamerdrums van Peter komt de onderhuidse spanning, die in elke song onder de oppervlakte ligt, niet tot een uitbarsting. Het zorgt ervoor dat je de aandacht blijft vasthouden, ook al zijn de gitaarkronkels af en toe iets te breed uitgesponnen. Sinks geeft een unheimisch maar bovenal uitstekend optreden.
Etherische toetsgeluiden, dromerige jongens- en meisjeszang, stuwende drums en motorikbeats: dat is wat je krijgt bij HONESTY [foto links] uit Leeds, Engeland. Beeldprojecties op de achtergrond van bloemenvelden en door de psychedelische mangel gehaalde landschappen versterken de krautrocksfeer van de nummers. Zangeres Imi Holmes schurkt bij momenten tegen opera aan, zodat de formatie even schetsmatig als ongrijpbaar klinkt. Gemene deler is een prettig hoge waas van keyboardklanken, waarbij de jonge bandleden voortdurend van instrument wisselen. Een waas die echter niet kan verhullen dat niet elke song beklijft. Maar in het neerleggen van een dromerige sfeer slaagt HONESTY wonderwel.
AySay [openingsfoto en foto hierboven] komt uit Kopenhagen, maar klinkt allerminst Deens, hoe dat overigens ook moge klinken. De charismatische zangeres en bespeelster van de baglama, Luna Bülow Ersahin, windt vanaf de allereerste tonen van het opwindende optreden het publiek om haar vingers. Niet alleen met soepele dansbewegingen, maar vooral met fraaie zang in voornamelijk het Turks en het Koerdisch. Opzwepende drumritmes en funkgitaarlijnen voegen tevens een moderne noot toe aan de traditionele klanken. Het publiek kan niet blijven stilstaan op de bezwerende muziek, die af en toe doet denken aan Neerlands Turkse psychedelicatrots Altin Gün. AySay zou niet misstaan op een zonovergoten zomerfestival.
De Lutherse Kerk is een prima decor voor de gevoelige muziek van de Nederlandse néomí. Veel heeft ze niet te melden tussen de nummers door; ze laat liever de muziek voor zích spreken. Wat betekent: door dromerige toets- en gitaargeluiden omrande prachtvocalen over verlangens. Zanglijnen die even ontwapenend als melancholiek klinken, en die vaak diep weten te raken. De band staat tussen het publiek, zodat de drums hol en enigszins overheersend klinken. Het neemt niet weg dat de geraffineerde afwisseling tussen dream- en folkpop voor genoeg moois zorgt tijdens dit uitstekende optreden, dat stiekem uitgroeit tot een van de beste van de Eurosonicwoensdag.
Heel andere koek is Polymoon [foto hierboven] uit Finland, een stel stripfiguren dat psychedelische rock zonder oogkleppen maakt, compleet met stroboscooplicht. De duizelingwekkend snel gespeelde gitaarriffs doen denken aan hun al even prettig gestoorde landgenoten van Circle, maar nog meer aan Hawkwind op speed. Het lijkt alsof de drummer een constante break speelt, wat de psychedelische feestvreugde alleen maar verhoogt. De volledig in rood gestoken zanger en toetsenist Kalle-Erik Kosonen grossiert in fraaie vocale uithalen die de aloude glamrock aanhalen. Hoewel het lijkt alsof ze maar wat doen, is het technisch zeer knap wat het vijftal laat zien maar vooral horen. Polymoon had meer verdiend dan een halfgevulde zaal.
Beeld: Joséphine Kurvers