Dit jaar kwam het tweede album, American Love Call, van Durand Jones & the Indications uit. Na het eerste, ruigere album, is dit album gevuld met door de jaren zeventig geïnspireerde smooth soul. Een album met een boodschap; het gaat niet goed in de Verenigde Staten en dat moet anders. De aanhang van de band in Nederland groeit: vorig jaar stonden ze in de bovenzaal, begin dit jaar in Noord en vanavond in de grote zaal van Paradiso. Durand Jones, die zijn zangcarrière begon in het gospelkoor, is dus terug in de kerk.
Maar eerst mag The Dip uit Seattle de zaal opwarmen, en dat doen ze meer dan verdienstelijk. Hun stampende funky soul doorspekt met stevige gitaar, drums en saxofoonsolo’s zorgt ervoor dat de beentjes al vroeg van de vloer komen.
De introtape van Durand Jones & the Indications – die klinkt als een thema van een western – pakt de band mooi op, eindigt in een harde break en gaat over in uptempo opener ‘Smile’. Maar veel te lachen is er niet in het verhaal over een relatie die stukloopt door een verslaving. Jones is de niet te stuiten entertainer van de avond, al bij het tweede nummer ‘Make a Change’ zit hij op zijn knieën op het podium. De rest van de band staat daar netjes omheen. Maar wat een muzikale vakmensen zijn het toch. De gitaar van Blake Rhein is zo mooi ingehouden maar altijd messcherp en drummer Aaron Frazer is lekker laidback én superstrak.
Bij de slow ballads, ‘Circles’ en de nieuwe single ‘Cruisin’ in the Park’ is er achterin de zaal wat gemopper dat het te soft is wat de Indications brengen. Maar die smooth soul is dan ook vooral bedoeld voor de geliefden in de zaal, “the lucky ones”, aldus Jones. En bij ‘Walk Away’ is er wel een prachtige trompetsolo van Jacky Coleman. In de stille breaks van ‘Can’t Keep My Cool’ kun je een speld horen vallen, totdat Rhein zijn gitaar met hulp van zijn cry pedal heerlijk laat janken. Bij de verrassende Shadowscover ‘Apache’ neuriet iedereen lekker mee . Waarna ‘(Don’t Worry) If There’s a Hell Below, We’re All Going to Go’ – het nummer van Curtis Mayfield dat waarschuwt tegen de groeiende onrust en de rassenhaat – het tempo weer helemaal terugbrengt.
In het tweede lange blok smooth soul houden de mopperende luisteraars achterin het voor gezien en verlaten vroegtijdig de zaal. Jammer, want drummer Aaron Frazer die ‘Is It Any Wonder’ zingt met zijn falset blijft een belevenis. En na de smooth soul wordt er weer even lekker geswingd in ‘Groovy Baby’. In de toegift, drie nummers die netjes op de setlist staan, wordt Tom Eddy van The Dip op het podium geroepen om samen met Jones de Dylanclassic ‘I Shall Be Released’ mee te zingen. Een broederlijk einde van een prima optreden. Jammer dat de band na afloop niet even naar de merchandisetafel komt. Maar buiten bij de artiesteningang krijgen de fans (onze fotograaf bekent) die hem weten te vinden wel een warme omhelzing.
Durand Jones & the Indications
The Dip