Claw Boys Claw – Vera, Groningen (26-04-2018) Balans en veertigplusmoshpits

In de jaren tachtig en negentig vormen de Amsterdammers van Claw Boys Claw een van de meest opwindende livebands van de Nederlandse clubpodia. Op de stuwende rock, met muzikale wortels in de garagepunkrevival van begin jaren tachtig, is het moeilijk stilstaan. In combinatie met de strapatsen van publieksophitser en zanger Peter te Bos, die liever het publiek in springt dan op het podium staat, is Claw Boys Claw een garantie voor zweterige moshpits en een tomeloze muzikale energie.

Na een stilte van een kleine acht jaar brengt de groep in 2008 de plaat Pajama Days uit. Een uitstekende plaat waarin Te Bos als een crooner in de meer rustige nummers indruk maakt. Met tussenpozen van vijf jaar verschijnen nog twee albums, waarvan It’s Not Me, the Horse Is Not Me – Part 1 dit jaar verschijnt. Het is wederom een prima plaat, met een fraaie dynamiek tussen hard, zacht en licht psychedelische nummers. De band gaat tevens weer toeren waarbij ze Vera uiteraard niet overslaan, de club waar ze meer dan dertig jaar geleden voor het eerst buiten Amsterdam speelden en sindsdien talloze zinderende optredens gaven.

Vera is uitverkocht voor een grotendeels veertigpluspubliek. Claw Boys Claw heeft even tijd nodig om op gang te komen, maar wanneer topgitarist van het eerste uur John Cameron loos gaat met gruizige, repetitieve garagelijnen is het optreden echt begonnen. Het geluid is uitstekend afgesteld, hoewel de lage tonen wel enigszins achterblijven. Het geeft wel lucht aan de meer rustige nummers van het laatste album. In combinatie met fraai lichtgebruik komt de licht psychedelische kant daarvan uitstekend uit de verf, en etaleert Jeroen Kleijn zijn ontspannen maar tegelijkertijd straffe drumtechniek. Bassist Marcus Buystens dicht vakkundig de gaten.

Het rockbloed kruipt bij de reeds de pensioenleeftijd gepasseerde Te Bos waar het niet gaan kan, en bij het ultieme pogonummer met die prachtig stuwende gitaarriff  ‘Bite the Dice’ van oeuvrehoogtepunt Angelbite uit 1990, gaat hij dan toch al zingend een uitgebreide wandeling door het publiek maken, tot aan de achterste rijen. Vanaf dat moment ontstaat een veertigplusmoshpit, die aanhoudt tot het einde van het optreden.

Een aantal hoogtepunten volgt, zoals een fijn overstuurd gebracht ‘Weatherman’ of een zeer energiek en intens gezongen ‘Wild Voo Doo’. En natuurlijk komt de enige topveertignotering van de band voorbij: ‘Rosie’, dat het viertal zonder opsmuk en zwoel voor het voorlicht brengt. Claw Boys Claw vindt in Vera een uitgekiende balans tussen hard, zacht en publieksparticipatie. Hulde!

Beeld: Peer (huisfotograaf Vera)

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *